Uitvaart bisschop Jan Bluyssen

 

‘Onze kerk is weliswaar in deze wereld maar is niet van deze wereld”, was de openingszin waarmee bisschop Hurkmans een volle St. Janskathedraal welkom heette bij de viering van Maria ten Hemelopneming waarbij voor de uitvaart van bisschop Jan Bluyssen ook een bescheiden plaatsje was ingeruimd. De viering die volgde onderstreepte die woorden. Is er ooit een concilie geweest om de kerk bij de tijd te brengen? De afscheidsviering van de laatste Nederlandse concilievader laat maar een conclusie over: de kerk die hem uitgeleide deed is niet van deze wereld en terug bij af. Een kerkgangster van niet-katholieke huize vroeg me waarom in de uitvaart van de man waarvoor zij gekomen was in de lezingen, liederen en teksten zo’n onbeduidende plek was ingeruimd . Ik heb haar uitgelegd dat dit voortkomt uit de lange traditie in de katholieke kerk die aan vrouwen een prominentere plaats toedicht als haar dat beter uit komt en dat zelfs de clerus haar dan voorrang verleent. En dat klinkt toch plausibel bij het afscheid van een man die de ander altijd voor liet gaan en zelfs toestond voor te gaan ook als die niet tot de clerus behoorde of zelfs vrouw was.

 

De Bossche kerk van 2013 is weliswaar in deze wereld maar niet meer van deze wereld. Dat had ik meteen door. Het wemelde er immers van mensen in middeleeuwse klederdrachten naast een leger aan geestelijkheid gerangschikt in volgorde van belangrijkheid in kardinaalsrood, paars en met een paars randje. Soms bruin van een doorzonde vakantie en opvallend veel omdat ze zo bruin geboren waren: missionarissen uit India. Wel allemaal “gistelijk” en allemaal in volgorde van belangrijkheid welkom geheten. Het allerlaaste het gewone kerkvolk en ook de familie Bluyssen.

 

Ik zag er ook Farizeeers onbeschaamd rond lopen. Deze “Ayatolla’s” zullen wel nooit kunnen bedenken dat de sterkte van geloven in zachte krachten aan het licht komt. Wie bisschop Bluyssen gekend heeft weet dat zijn zachtheid zijn kracht was, zijn luisteren een bemoedigend spreken, zijn ruimte geven een mensen nabij blijven. Met geen woord is hij daarom door kerkelijke leiders van vandaag geprezen maar juist hooghartig beschimd. En ook bisschop Hurkmans wist het in zijn homilie niet verder te brengen dan een bloedloos curriculum vitae en dat viel me eigenlijk nog niet eens tegen. Onder mantel van Maria was iedereen laf weggekropen omdat ze niet konden en wilden zeggen wat leraar en herder Bluyssen zo geliefd en inspirerend maakte ruim vijftig jaar lang. Het mocht niet gezegd waar hij pijn aan had geleden en waar veel mensen in de kerk met hem pijn aan lijden.

 

De vrouwen en mannen die trouw de droom van het evangelie met Bluyssen delen en dat op hun plek bescheiden volhouden, zaten niet vooraan, kwamen niet aan het woord maar worstelden een viering lang met bloedend hart en kromme tenen tussen weggaan en blijven en besloten het maar uit te houden omdat hun bisschop daar ook voor gekozen had. De hartelijke en persoonlijke woorden van een broer van de overleden bisschop aan het einde van de viering waren aanleiding applaus in te zetten en daarmee was genoeg gezegd. En voor een heel aantal zelfs teveel.

 

“Als we het over de hemel hebben”, legde bisschop Hurkmans uit, “dan hebben we het niet zozeer over een plaats maar meer over een toestand.” Zoveel is duidelijk: de Bossche kerk is geen hemel, daar leek de toestand waarin de kerk onder leiding van bisschop Bluyssen verkeerde veel meer op. Het spontane applaus toen zijn lichaam de kerk uit werd gedragen, kon niet worden mis verstaan. Bluyssen liet mensen in hun waarde en misschien kan de kerkleiding van vandaag zich dat ook een beetje eigen maken. En dan mogen ze van mij in de wereld blijven en zelfs niet van deze wereld zijn. Maar die wereld is mijn wereld niet. En bisschop Bluyssen? Die is in de hemel opgenomen.

 

Henk Peters

voorzitter Stichting De Roerom

 

Niet gecategoriseerd