De uitvinding van de katholieke kerk (update)

In Effata, het parochieblad van de Effataparochie in Nijmegen, troffen we bijgaande boekbespreking aan die bezoekers aan onze site zeker zal interesseren.

Boekbespreking
Bespreking door Joseph Appels van:Peter Raedts: De uitvinding van de rooms-katholieke kerk Wereldbibliotheek Amsterdam 2013

109 blz. ISBN 978 90 2842561 3 € 9.50

Onder deze wat prikkelende titel werkte Raedts zijn afscheidscollege als hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Radboud Universiteit uit. Hij betoogt dat er geen directe lijn loopt van Petrus naar Franciscus en dat er tot de 11e eeuw geen sprake was van de katholieke kerk. Eeuwen lang handelden wereldlijke vorsten en keizers naar eigen goeddunken met de katholieke wereld. Zijn betoog kan hier natuurlijk slechts in enkele hoofdlijnen worden weergegeven.

Stadskerk
De eerste 3 eeuwen bestuurde iedere christelijke gemeente zichzelf. Na de eerste eeuw worden ze bestuurd door een bisschop. Zij zijn de opvolgers van de apostelen. De eenheid wordt niet zozeer door het geloof gegarandeerd als door gehoorzaamheid aan de bisschop. Door keizer Constantijn worden de gemeenten in de 4e eeuw ingepast in het Rijksbestuur en aaneengesmeed tot één kerk, die bestuurd wordt door de bisschoppen met aan de top de keizer. De bisschoppen geven elkaar onderling schriftelijk adviezen, maar daarbij geldt geen hiërarchie. Rome is wel een speciale stad, omdat er volgens de overlevering 2 apostelen begraven zouden zijn en omdat het de hoofdstad van het rijk is. Rond Rome, Antiochië, Alexandrië en Carthago ontstaat wel een zekere clustering van bisdommen.

Rijkskerk
De christenen moesten in het Rijk integreren. Daarbij doet zich als probleem voor dat inmiddels veel verschillende tradities zijn ontstaan en interpretaties van de geschriften. Eenheid van interpretatie wordt noodzakelijk geacht. Daarom roept Constantijn in 325 een concilie bijeen in Nicea (in de buurt van Constantinopel). Maar de eerste 4 concilies hebben een tegenovergesteld effect. Eenheid wordt niet bereikt. Afwijkende meningen worden tot ketterij verklaard die tot uitstoting leiden. Zo gaan grote delen van Syrië en Egypte voor de kerk verloren. De enige die eenheid tot stand zou kunnen brengen is de keizer. Zeker in het Oosten wordt hij nu vereerd als plaatsbekleder van Christus en apostelgelijke. In het Westen staat het streven naar een leidende rol van de kerk als het geweten van het Rijk voorop. In de 4e en 5e eeuw begint het ambt van bisschop van Rome zich te ontwikkelen. In een briefwisseling met collegae stelt die van Rome dat zijn verantwoordelijkheid uitgaat boven die van andere bisschoppen. Maar bijvoorbeeld Augustinus verzet zich tegen de idee dat Rome de bron van alle waarheid zou zijn. En de Afrikaanse bisschoppen verbieden iedereen om tegen conciliebesluiten bij de bisschop van Rome in beroep te gaan. Vanaf Leo de Grote (midden 5e eeuw) kun je de bisschop van Rome als paus aanduiden. Hij claimt het hoogste gezag in de kerk. Zijn grootste triomf behaalt hij op het concilie van Chalcedon, waar zijn compromistekst over de goddelijke en de menselijke natuur van Christus wordt aanvaard. Maar datzelfde concilie wijst het primaat toe aan de bisschop van Constantinopel. Rome moet zich tevreden stellen met een ceremonieel erevoorzitterschap. Als de oosterse kerken de formuleringen van Chalcedon te radicaal vinden, omdat de menselijke natuur van Christus teveel nadruk zou hebben gekregen, roept de keizer een nieuw concilie bijeen. Met algemene stemmen, ook die van de bisschop van Rome, wordt een nieuw compromis aanvaard. Maar dan excommuniceert de kerk van Afrika de bisschop van Rome. En een aantal kerken, waaronder die van Milaan, verbreekt alle banden.

De pausen raken steeds meer vervreemd van de Rijkskerk. Onder invloed van de Islam steunt de keizer een beeldenverbod. Maar als de paus geen breuk met de traditie wil, ontneemt de keizer hem zijn landgoederen. Omdat Rome bedreigd wordt door de Longobarden, heeft de paus geen andere keus dan zijn toevlucht zoeken bij barbaarse koningen in het Westen: de Franken. Maar spoedig daarna zal Karel de Grote het zijn taak achten de kerk te versterken door de belijdenis van het orthodoxe geloof incl. de verwerping van de beeldenverering’ Maar Karel helpt de paus wel uit de brand en wordt in ruil daarvoor tot keizer gekroond.
Willibrord en Bonifacius zijn exponenten van een beschavingsoffensief vanuit Engeland. Zij willen de liturgie zuiveren van vreemde smetten en doen daartoe een beroep op de paus, want hij is bij uitstek de getuige van de romeins-christelijke traditie. Dat blijkt van groot belang voor diens positie. Want de liturgische boeken worden vanuit Rome nu overal verspreid. De paus begint daardoor een uniek gezag te genieten.

Onder de christelijke vorsten wordt rond 950 de Duitse koning de machtigste. Hij bemoeit zich intensief met de pauselijke politiek. De kerk wordt object van hervorming. Als Hendrik III een eeuw later naar Rome gaat om zich te laten kronen, zet hij eerst 3 ruziënde pausen af. Maar als hij zijn neef benoemt, wordt hij geconfronteerd met een groep hervormers die een kerk wil met een paus die de kerk reorganiseert en optreedt tegen de keizer en de koningen. De keizer verzet zich niet tegen de gregoriaanse hervorming die zich tegen het huwelijk van priesters keert en tegen benoemingen op basis van geld en gunsten. Hij verzet zich ook niet tegen het ontstaan van een professionele priesterkaste. Maar als plaatsbekleder van Christus en gezalfde van God kan hij zich niet verenigen met de conclusie dat hij een leek zou zijn die zich niet met het bestuur van de kerk mag bemoeien.  

Pauskerk
Zijn opvolger Henrik IV moet op weg naar Italië weliswaar een vernederend boeteritueel ondergaan (Canossa), maar weet vervolgens de paus afte zetten en in ballingschap te laten gaan.
Een van de grote dilemma’s van de gregoriaanse hervorming blijkt de eenzijdige nadruk op de clerus te zijn. Er moet een bijzondere taak voor de leken gevonden worden. Die komt er als de moslims steeds verder oprukken. Dan zijn er soldaten nodig voor Christus en zijn kerk. De oproep van de paus om de moslims te verslaan en de heilige plaatsen te heroveren wekt veel enthousiasme en veroorzaakt de eerste massabeweging in de Europese geschiedenis. Veel ridders en honderdduizenden boeren begeven zich op weg. Voor het eerst ontstaat één gemeenschap: de christenheid. Het prestige van de paus stijgt enorm, want alleen hij had opgeroepen tot een kruistocht. De verovering van Jerusalem in 1099 was de grootste overwinning ooit van een christelijk leider en kan gezien worden als de geboorte van de rooms-katholieke kerk. Want na bijna 1100 jaar erkenden van nu af alle christenen in het westen dat de paus de opperste leider was van de christenheid.

Ik vind het een overtuigend boek met een goede betoogtrant die op veel bronnenmateriaal gebaseerd is. Voor allen die in de geschiedenis van de kerk geïnteresseerd zijn, wordt het warm aanbevolen, misschien in het bijzonder voor degenen die geloven dat het met de bisschoppen van Rome niet anders had kunnen lopen.

Niet gecategoriseerd