Geachte Bisschop Antoon Hurkmans,
De aantijgingen aan het adres van de vandaag op 8 augustus twee jaar geleden overleden en zo geliefde Bisschop Jan Bluyssen hebben velen, en ook mij , in het hart getroffen.
We staan dubbel machteloos: de aangeklaagde Bisschop kan zich niet meer verdedigen, u als verantwoordelijke Bisschop van den Bosch bent ziek, en dus niet echt aanspreekbaar.
Waar zoeken we in deze situatie recht en gerechtigheid?
Als oud-gediende medewerker van drie bisschoppen: Bluyssen, ter Schure en Hurkmans , in mijn functie van Diocesaan Rechter gedurende 25 jaren en gedelegeerde voor Hulp en recht die ook gedurende acht jaar meerdere klachten van seksueel misbruik in het bisdom den Bosch heeft begeleid, meen ik enig recht van spreken te hebben.
In uw verweerschrift beroept u zich op uw positie als Bisschop van den Bosch, die niet verantwoordelijk is voor de inhoudelijke behandeling van klachten rond seksueel misbruik. Terecht wijst u op de onafhankelijke, landelijke beoordeling. U stelt, dat u zich pastoraal verantwoordelijk acht, ook voor de persoon van de klager. Tot zover kan ik met u meegaan en uw standpunt honoreren.
Ik meen echter een verraderlijke dubbelheid te bespeuren in uw onafhankelijke positie. U schrijft immers, nadat de klacht van “Jos” door de Commissie Deetman ongegrond was verklaard, dat excuses namens de Kerk aan klager op hun plaats zijn. Daarmee wekt u stellig de indruk het verhaal van klager geloofwaardig te achten, tegen de algemeen aanvaarde schijn van het tegendeel, gezien de nogal dubieuze en ongeloofwaardige verhalen van klager. Kiest u daardoor -ongewild wellicht- toch partij voor klager, en ipso facto tegen de aangeklaagde Bisschop Jan Bluyssen? Ik meen van wel..
Uiteraard geloof ik u als u stelt dat u Bisschop Bluyssen niet hebt willen laten vallen, maar uw brief aan klager, die hij nu ook gebruikt in de media , wekt stellig de indruk dat u hem het voordeel van de twijfel geeft.
U gaat daarmee toch over tot een inhoudelijke beoordeling van de feiten. Het zou hebben volstaan als Bisschop aan klager te laten weten dat zijn klacht door de onafhankelijke commissie niet gegrond is verklaard, en dat u als Bisschop zich daarbij hebt neer te leggen
Het past dan ook in die omstandigheden primair de aangeklaagde te respecteren en zijn goede naam en faam te verdedigen.
Drs. Henk JF Degen
emeritus hoofd Kerkelijke Rechtbank bisdom van ‘s- Hertogenbosch