Vaticaan benoemt nieuwe beheerder in Heilig Land

door Frans Wijnands

Toenemende bezorgdheid over christenen in Midden-Oosten

‘Het Heilig Land is het vijfde Evangelie’, zei paus Paulus VI toen hij in 1964 de regio bezocht waar het leven,
de dood en de verrijzenis van Jezus Christus zich afspeelden. Deze week begint de Franciscaner pater Francesco
Patton er aan zijn taak als custos: bewaarder, oppasser van de heilige plaatsen en bedevaartsoorden.
Benoemd door het Vaticaan met instemming van paus Franciscus.

Nieuweling
Fra Francesco (53) zoals hij wordt aangesproken, is afkomstig uit de Italiaanse provincie Trentino- Süd Tirol.
Hij studeerde in Rome communicatiewetenschappen bij de Salesianen en bouwde vervolgens een respectabele
staat van dienst binnen zijn orde op. Maar hij heeft geen praktische ervaring met het Heilig Land en het omringende Midden-Oosten.
Uit eerdere bezoeken aan de regio herinnert hij zich vooral de Heilig Grafkerk, de zaal van het Laatste Avondmaal
(het Cenakel) en de berg Tabor. Hij zal ze de komende jaren heel vaak bezoeken, net als tientallen andere heilige
plaatsen en regio’s die onder de ‘custodia’ (het beheer) van de Franciscanen vallen: in Israël en Palestina, in delen van Egypte, Libië, Syrië, Jordanië, op Cyprus en Rhodos. Ook scholen, studiecentra, archeologische activiteiten en sociale instellingen behoren tot zijn beheerstaak.
Hij is de pater gardiaan – zeg maar overste – van alle Franciscanen die in het Midden-Oosten wonen en werkzaam zijn. ‘Het gaat natuurlijk op de eerste plaats om mensen, niet om de gebouwen’, benadrukte hij aan de vooravond van zijn vertrek naar Jeruzalem. Het zijn immers de parochianen ter plaatse en de pelgrims die het christelijk geloof in het Midden-Oosten levend houden.

Zijn naam een programma
Een belangrijk onderdeel van zijn taak is daarom de zielzorg, overeenkomstig de leefregel van Franciscus van Assisi. Ja, hij is trots op zijn voornaam. ‘Die naam is een levensprogramma : onvermoeibare inzet om bruggen te bouwen, dialoog op gang te brengen en te houden, om de vrede te bevorderen’.
De custodia, zijn ‘hoofdkwartier’, is het klooster van San Salvatore op de berg Sion in het christelijke deel van het oude Jeruzalem. Vandaar uit voert hij – samen met zo’n 260 medebroeders, afkomstig uit veertig landen – het beheer over zowat alles wat herinnert aan het leven van Jezus.

Sinds Franciscus van Assisi in 1219 het Heilig Land bezocht zijn de leden van zijn orde de eeuwen door belast geweest met de zorg voor de pelgrims die naar de heilige plaatsen trokken. Pastorale en materiële zorg, zoals onderdak bieden. De Franciscanen vinden het een voorrecht om die taak te mogen vervullen. Al zijn zij niet de enigen. Want ook de Grieks-orthodoxen, de Armeens-Apostolische Kerk en de Kopten beheren mede een aantal heiligdommen.
‘Inderdaad complex’, geeft fra Francesco toe. Christenen onder elkaar. ‘Dat geeft doorlopend fricties, zoals mijn voorganger me heeft verteld. Maar het is als in een gezin met kinderen. Daar wordt ook gekibbeld maar er wordt elke keer weer vrede gesloten’. De verhouding met andersgelovigen, met joden en moslims, ligt zo mogelijk nòg ingewikkelder, en in elk geval gevoeliger.

Complexe taak
Pater Patton beseft terdege in welke regio hij aan het werk gaat. ‘Ik begin met grote bezorgdheid en ik ga er op kousenvoeten heen’. Eerst luisteren, dan pas praten, is zijn devies. Hij zal vaak moeten schipperen met medechristenen en met andersgelovigen. Hij zal er dagelijks de politiek-militaire spanningen ervaren en hij moet bovendien rekening houden met de relaties die het Vaticaan onderhoudt met diverse staten en bevolkingsgroepen in de regio.
De verhouding met Israël is – mede dankzij een aantal bezoeken van opeenvolgende pausen – redelijk genormaliseerd. Al blijven er twistpunten, zoals de zaal van het Laatste Avondmaal. Israël houdt het beheer daarvan stevig in handen maar heeft na tientallen jaren van onderhandelen ingestemd met een zg. ‘permanente zetel’ voor de paus in die zaal. Tot teleurstelling en ergernis van Israël heeft het Vaticaan de Palestijnse staat formeel erkend. Paus Franciscus ontving vorig jaar nog de Palestijnse president Mahmoud Abbas in het Vaticaan.
Al in 2010 waarschuwde paus Benedictus XVI dat veel Arabische christenen de regio zouden gaan verlaten, uit angst voor vervolgingen. Die uittocht is inmiddels in volle gang. Christenen zijn in het Midden-Oosten altijd een minderheid geweest; aanvankelijk een grote, nu een kleine. Vooral de situatie in Syrië is voor de christenen ronduit levensbedreigend. De moord op de Nederlandse pater Frans van der Lugt – in de stad Homs – twee jaar geleden was daarvan een tragisch bewijs.

franswijnands@telenet.be

Niet gecategoriseerd