Christenen zijn gasten op aarde en zouden zich zo moeten gedragen

door :Markus Matthias

Velen, gelovig of niet, hebben wel een beeld of idee wat een christen is en waar-ie voor zou moeten staan in het dagelijks leven, bijvoorbeeld als het gaat om materiële en immateriële zaken. Zo ook Maarten Luther al in zijn tijd. Bijzonder is dat hij dat ook gewoon benoemde:

‘Iedere christen mag genieten van wat hem God toebedeelt, ongeacht of hij heer of knecht, vorst of onderdaan enz. is: hij mag tijdens zijn leven genieten van het land, van medemensen, huis en hof, vrouw/man en kinderen, geld en goederen, eten en drinken. Hij mag ervan genieten zoals een gast die in een herberg een stuk brood of een maaltijd neemt en zich daarin gast weet. (…) Zo moeten ook christenen van alle standen, heren, vrouwen, knechten en meiden, weten dat zij op aarde als gasten eten en drinken, of kleren en schoenen, huis en hof tot hun beschikking hebben en ervan kunnen genieten (gebruiken) zolang God het wil. Maar zó dat ze voorbereid zijn en klaar staan om hun staf terzijde te zetten zodra dit alles hier voor hen teniet gaat. En in dat geval zou een christen als een gast door het huis en de stad trekken, omdat hij daar níét thuis is. Maar hij zou zich bij degene waar hij niet thuis is wel als gast gedragen; dus eerlijk, vreedzaam en zonder iemand in het nauw te brengen. Want het past niet dat een gast in een vreemd huis leeft volgens eigen willekeur of dat hij onrust zaait. Echter: wil je als gast blijven, dan dien je je vreedzaam te gedragen als een gast – of men zal je uitwerpen uit huis en stad.’
(Preek 1539, WA 21, 342,23-343,8 Duits)

Dood was overal

Luther leefde weliswaar in een tijd waarin maar weinig mensen oud werden. Slechts enkelen bereikten de leeftijd van zestig en veel kinderen stierven in hun eerste jaren. Hierdoor is het te begrijpen dat de mensen toen meer nadachten over het hiernamaals dan wij tegenwoordig doen. De dood was overal en het was verstandig je erop voor te bereiden.

Vanuit zijn geloof in God en zijn verwachting van een hiernamaals, richt Luther zijn aandacht echter vooral op het aardse leven. Als wij in God de schepper geloven, de gever van alle goeds, en als wij Hem ook als onze vader willen vertrouwen, dan heeft dat gevolgen voor ons aardse leven hier en nu. Dan moeten wij beseffen dat wij noch schepper, noch heer over de wereld zijn. Daarmee vervalt ook het verschil tussen iemand met bezit en een doodarme, tussen een vorst en een knecht. Alles wat je bezit of wat je toebedeeld is, mag je gebruiken. Je mag ervan genieten; het is gewoon een gave van God waarvan gebruik gemaakt mag worden. Maar je mag – en kan – het alleen gebruiken. Het wordt nooit je bezit, je kunt er geen rechten eraan verbinden.

Als christen gebruik je de dingen ook ánders dan zonder geloof. Je hecht je niet aan bezit, dat is slechts om je leven in stand te houden en ervan te genieten. Je zou alles moeten gebruiken in de wetenschap dat je het morgen achter je zou moeten kunnen laten. Die wetenschap leidt er ook toe dat wij – bescheiden als gasten – fatsoenlijk, vreedzaam en zuinig om moeten gaan met het huis, met onze aarde, met onze medemens en met de hele creatuur. Opdat we er niet uitgetrapt worden.

Markus Matthias is hoogleraar lutherana aan de Protestantse Theologische Universiteit. Dit is het derde deel in de serie ‘Luthers ABC’ over kernwoorden en Luther

bron: hetgoedeleven..com

 

Niet gecategoriseerd