Telt, en gij zult u niet vervelen…

== Door Frans Wijnands ==

Naar de bekende weg vragen is zinloos. Je wéét de weg immers al. Het is net zo zinloos als een antiquair vragen of ‘ie nog wat nieuws heeft… Je moet juist naar de ònbekende weg vragen, want dáár wil je heen. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat het heel gewoon was om de iemand de weg te vragen. Er liepen toen altijd volop mensen op straat; vaak ook in groepjes van drie, vier of zelfs meer. Maar de weg vragen is uit de tijd geraakt. Sinds je op elke fiets een gps kunt installeren hoef je niet meer te zoeken, te vragen. Verdwalen is onmogelijk geworden.

In die tom-tomloze tijd had ik eens een afspraak in Zuidlaren, topografisch gezien voor mij een blanco dorp. En ik had ook geen landkaart of stadsplattegrondje bij me. Toen ik aan de rand van het dorp kwam had ik de keuze: op de bonnefooi over kromme en rechte wegen mijn weg proberen te vinden, of het aan iemand vragen. Ik koos voor dat laatste: zo gedacht zo gedaan.

Nog ver voor de bebouwde kom zag ik een man aan het werk in de tuin van zijn fraai opgeknapt boerderijtje. Ik stopte, draaide het rampje naar beneden – dat ging toen nog handmatig – en vroeg vriendelijk of hij wist waar de Berend Botjelaan was. ‘Aha, dat treft’, zei hij bijna blij. ‘Ik woon al m’n hele leven aan deze kant van het dorp. En u bent aardig in de buurt, ook al is dit niet zo’n logisch vertrekpunt daarheen. Maar vooruit. De Berend Botjestraat zei u?’. ‘Laan’, verbeterde ik voorzichtig. ‘Ah ja, laan. Er zijn veel lanen in Zuidlaren. En allemaal met bomen. Als u naar de Lange Lindelaan had gemoeten had ik het wel geweten. Daar woont Liesje die haar zus Lotje heeft leren lopen. Maar daar moet u niet wezen’.

‘Berend Botje, Berend Botje… De naam komt me wel bekend voor, ik heb wel eens van hem gehoord. Het kan niet ver zijn, want zo groot is ons dorp niet. Laat me even denken’. Intussen leunde hij al gemoedelijk op het autoportier en keek me peinzend aan. ‘Jammer dat u niet in de Willem Dreeslaan hoeft te zijn, want dat is de eerste straat rechts. Maar Berend Botje…. Eerlijk, ik zou het niet zo precies weten. U kunt het beter even verderop nog eens vragen’.

Waarom vinden sommige mensen het toch zo moeilijk om op een vraag te antwoorden: ‘Ik weet het niet’. Toen ik al begon te rijden kwam er een andere man uit het boerderijtje, die met brede armgebaren aangaf dat ik terug moest komen. Ik stopte, zette de auto in z’n achteruit (auto is mannelijk) en reed terug naar het tuinhek. De man aan wie ik zojuist de weg had gevraagd wees op de man naast hem zei hij: ‘Dit is m’n broer maar die weet ook niet waar die laan is. Goeiedag en succes’.

Pasen is voorbij, nu komt Pinksteren. Normaal is dat nog ver weg. Maar nu veel te dichtbij om dan de theaters, sportclubs, restaurants en musea weer te kunnen openen. Ik heb dit jaar tot nu toe weinig lol van m’n Museumkaart, maar er zijn erger dingen om me zorgen over te maken. Loesje, je weet wel die geestige meid met haar one-liners zegt terecht:https://www.dvhn.nl/incoming/jg3k4p-Screen-Shot-2017-01-03-at-07.46.29.png/ALTERNATES/WIDE_768/Screen%20Shot%202017-01-03%20at%2007.46.29.png zorgen moet je doen, niet maken.

Ik betrap me er de laatste tijd op dat ik vaker uit het raam kijk dan vroeger. Quarantaine wordt minder leuk wordt naarmate het langer duurt. Zoals voor die man die vorige week tegen zijn vrouw zei: ’Zo, nu wordt het wel weer eens tijd voor seks’. Waarop zij kortaf reageerde: ‘Jij blijft gewoon thuis!’.

Hoe zei Godfried Bomans het ook alweer?

Ik zit mij voor het vensterglas onnoemelijk te vervelen,

ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen buiten spelen.

Ik word steeds vindingrijker om die gluiperige verveling buiten de deur te houden. Eergisteren nog heb ik bijna een hele dag aan de keukentafel vergelijkend warenonderzoek gedaan. Ik heb ontdekt dat er in een pak rijst van Albert Heijn 2927 korrels zitten en in een pak van de Jumbo 3144, allebei hetzelfde gewicht…?? Hetzelfde geldt ook voor de hagelslag van beide superboeren: in het ene pak 1321 korreltjes en in het andere maar 1296. Belachelijk. Ben benieuwd hoe dat zit met een kilo zout.

Het allesbepalende virus zorgt voor ongekende stiltes. Zelfs in de drukste straten hoor je meer vogels dan mensen. En minder kinderstemmen. Jammer, want kindergelach is toekomstmuziek. Het mini-speeltuintje aan de rand van ons plantsoen is opvallend leeg. Je hoeft er als kleuter niet in de rij te staan voor die twee schommeltjes. Ik heb er – ver voor de coronatijd – eens ‘n meisje een gedichtje horen opzeggen:

‘Ik mag een ijsje helemaal zelf halen.

Papa geeft het geld om het ijsje te betalen.

Mama legt de weg uit, die mag ik niet vergeten.

En ik moet er op letten het ijsje netjes op te eten.

Later, als ik groot ben en centen heb om zelf te betalen,

dan ga ik voor mijn kinderen toch zeker zèlf een ijsje halen…’.

Ik heb haar – in ruil voor dat gedichtje – een onzinzin geleerd. Die gaat zo:

De herbergier van de herberg hier herbergt hier een herbergier van de herberg daar.

Vertaal dat maar eens in het Italiaans…, of welke andere taal dan ook.

Tijd heeft voor veel mensen een nieuwe betekenis gekregen. Kwam je nog niet zo lang geleden tijd te kort, nu heb je tijd zat. Vroeger vloog de tijd, nu kruipt ‘ie vaak.

‘Maar’, heeft de Vlaamse actrice Viviane de Muynck – die verbonden is aan het Brusselse theatercollectief met de toepasselijke naam Needcompany – eens gezegd: ‘Je kunt niet anders dan vrede hebben met het verstrijken van de tijd. Anders heb je geen leven meer…’.

© beeld: https://www.dvhn.nl kijk op Zuidlaren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *