De Russisch-orthodoxe patriarch Cyril I sprak zich categorisch uit tegen het gebruik van de Hagia Sophia in Istanbul als moskee. “Elke poging om het duizendjarige spirituele erfgoed van de kerk van Constantinopel te vernederen of te schaden, is en zal door het Russische volk worden waargenomen – zowel voor als nu – met bitterheid en verontwaardiging”, benadrukte het hoofd van de kerk maandag in een schriftelijke verklaring in Moskou.

Hagia Sophia: “Solomon” -beslissing van de Turkse rechtbank

Een bedreiging voor de Hagia Sophia is een “bedreiging voor de hele christelijke beschaving, dat wil zeggen voor onze spiritualiteit en geschiedenis”. Hij hoopte op de voorzichtigheid van de Turkse regering, zei Cyril I. Het handhaven van de huidige neutrale status van de Hagia Sophia zou de verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen de volkeren van Rusland en Turkije vergemakkelijken en de interreligieuze vrede helpen versterken. De betrekkingen tussen Turkije en Rusland zijn momenteel dynamisch. Wat er met de Hagia Sophia is gebeurd, kan het Russische volk, dat meestal christelijk-orthodox is, ‘diepe pijn’ bezorgen.

De Turkse Hoge Administratieve Rechtbank moet de komende dagen beslissen of de Hagia Sophia weer een moskee wordt. Het wereldberoemde religieuze gebouw is momenteel een museum. Sinds 2004 heeft een nationalistische vereniging voor de bescherming van historische monumenten geprobeerd de Hagia Sophia opnieuw als islamitische kerk te gebruiken, maar dat is herhaaldelijk mislukt. President Recep Tayyip Erdogan zet zich ook nadrukkelijk in voor herinwijding. Hagia Sophia (“Goddelijke Wijsheid”) werd in 537 ingewijd als de keizerlijke kerk van het Byzantium van het Grieks-orthodoxe rijk en was de grootste kerk in het christendom. Na de verovering van Constantinopel, het huidige Istanbul door de Turkse Ottomanen, werd het in 1453 omgebouwd tot een moskee en minaretten. De oprichter van de republiek Mustafa Kemal “Ataturk” maakte er in 1934 een museum van.

(kna – mg)

beeld: © tripadvisor