Rood met witte stippen…

Zondagmijmering door Frans Wijnands |

Het is een beetje onbestendig weekeinde. In m’n agenda staat dat we vandaag, de 18e , naar de VS zouden vertrekken. Zeven weken op bezoek bij onze dochter Marielle, in Virginia. Al driekwart jaar geleden geboekt toen er nog geen vuiltje aan de lucht was en alleen ergens in China een akelig virus rond zwierf. Ver van ons bed…, zoals we zo vaak denken als er iets ergs aan de hand is, wat verder dan om de hoek.  

Maar corona bleek een blijvertje. Dus zit ik vandaag achter m’n computer in plaats van op stoel 22B op de Delta-vlucht naar Boston. Ik mis daarom een paar dingen: allereerst en vooral het weerzien met dochterlief en samen met haar de Indian summer in die betoverend mooie Blue Mountains. En de presidentsverkiezingen. Ik zou er voor het Friesch Dagblad een aantal columns over schrijven. Sfeer snuiven, zoals dat heet. Nee dus, jammer. Ik hou het noodgedwongen bij de Utrechtse Heuvelrug en de Amerongse Berg. Prima, want wie het kleine niet eert…

Cantharellen, Fungi Porcini, Eekhoorntjesbrood, Pfifferlingen, Pied de Mouton. Herfst! En dan begin je vanzelf te neuriën:

Op een grote paddenstoel
rood met witte stippen
zat kabouter Spillebeen
op en neer te wippen
krak, zei de paddenstoel…

Allicht, wippen moet je niet doen op een paddenstoel… In de Vlaamse variant zingen ze trouwens niet over Spillebeen, maar over kabouter Pinnemuts. 

Alle paddenstoelen – en dat lijken er steeds meer te worden sinds we ook Aziatische soorten leren kennen – die je bij de groenteman of in welke supermarkt dan ook aantreft, zijn eetbaar. Safety first. Je kunt natuurlijk op paddenstoelensafari gaan. Het vrije veld in; mistig-zonnige  bossen, mossige grond, broze gevallen bladeren en vermolmde boomstronken. Daar staan ze!, te kust en te keur, in alle vormen en kleuren. Plukken maar!

Ik ben nooit een wildplukker geweest. Zelfs geen kamille waar je heilzame thee van kunt trekken of die kleine, pink-dunne, wilde groene asperges waar de Italianen in het korte seizoen urenlang naar op zoek gaan, langs wegbermen en in droge greppels. Bramen, dat was het wel zo’n beetje wat ik in het wild plukte. Niet om mee naar huis te nemen, maar om meteen op te eten, net als beukennootjes . Je moet kenner zijn om in het wild paddenstoelen te durven plukken en heel goed het verschil kennen tussen eetbare en giftige soorten. Al is dat eigenlijk weer niet zó moeilijk. Want die giftige kun je maar één keer eten.

Er wordt de laatste tijd opvallend veel geschreven over de huidskleur van Jezus. Te wit. Want zoveel witte mensen met blauwe ogen en lange blonde haren liepen er aan het begin van onze christelijke jaartelling in het Nabije Oosten niet rond. 

Maar de afgelopen eeuwen hebben beeldhouwers, schilders en vooral ontwerpers en drukkers van vrome prentjes Jezus afgebeeld als een Europeaan pur sang: blank. 

Klopt niet, roepen allerlei onderzoekers/deskundigen/wetenschappers al jarenlang. In de Bijbel komen geen fysieke beschrijvingen van Jezus voor. Gokken dus hoe hij er uit zou hebben gezien, maar op z’n minst donkerder dan blank, eerder donkere krullen dan blonde lokken tot over de schouders. 

Dat vindt ook Justin Welby, de aartsbisschop van Canterbury en geestelijk leider van bijna 80 miljoen Anglicanen wereldwijd. ‘Jezus wordt op evenveel manieren afgebeeld als er talen zijn’, zegt hij. Dat kan eigenlijk ook niet anders als we allemaal geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis; van de Fiji-eilanden tot in het ijzige Groenland; van rondom de Chinese Zee tot in het diepste zwarte gat van Afrika.  

In de Vrije Universiteit van Amsterdam heeft vele, vele jaren geleden een Prikbord gehangen waarop je met drie één-regel beschrijvingen de herkomst van Jezus kon plaatsen.  

Bijvoorbeeld, drie ‘bewijzen’ dat Jezus joods was: 

– Hij stapte in het bedrijf van z’n vader
– Hij bleef tot z’n 33ste thuis wonen
– Hij was er zeker van dat z’n moeder maagd was
en z’n moeder wist zeker dat Hij God was

Of Mexicaan?:

– Zijn voornaam was Jezus
– Hij lag doorlopend met de wet overhoop
– Zijn moeder wist niet wie z’n vader was 

Of toch zwart?:

– Hij noemde iedereen broeder
– Hij had geen vaste woon- of verblijfplaats
– Niemand die ‘m in dienst zou nemen

Less white is beautiful.  Kleur zou er, in welk geloof dan ook, niet toe moeten doen.

Gek eigenlijk dat over de huidskleur van Maria geen discussie wordt gevoerd. Er worden  wereldwijd ontelbare Zwarte Madonna’s vereerd, zoals in het Poolse Czestochowa en de donkere Madonna van Guadalupe, in een buitenwijk van Mexico-Stad. Voor de gelovigen daar is die donkere Maria net zo vanzelfsprekend als de blanke Maria in Lourdes of in de kapel van de Maastrichtse O.L.Vrouwebasiliek. 

Vanwege corona mogen we voorlopig heel veel niet doen. Maar dat corona daagt ons ook uit om juist iets wèl te doen: nòg liever, aardiger zijn voor elkaar.  

Kees van Kooten vertelde eens dat hij als jongen met zijn ouders naar een voorstelling van Wim Kan was geweest. Hij eindigde, vertelt Van Kooten, met die legendarische uitspraak: ‘Als ieder mens een ander mens gelukkig maakt, is iedereen gelukkig…, tenzij we met een oneven aantal zijn’. 

beeld: © wikipedia

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *