Ouderwets naar Scheveningen…

Zondagmijmering

En, al vakantieplannen?’ Het is in deze corona-kantelperiode misschien wel de meest gestelde vraag van de dag. Naast natuurlijk: ‘Al geprikt?’. Iedereen is nieuwsgierig naar andermans vakantieplannen; in eigen land, of de grens over. Dat laatste is nog lastig, gecompliceerd, twijfelachtig, onzeker. Rijden, vliegen, met de trein? De (vakantie)kaart van Europa verkleurt van week tot week, om over de rest van de wereld maar niet te praten.

Ik blijf voorlopig in eigen land; hooguit een paar uitstapjes naar Vlaanderen. Maar wat dan in eigen land? Herinneringen najagen of opzoeken? Naar 2e Exloërmond bijvoorbeeld; een dorp in de omgeving van Musselkanaal waar ik ooit als dienstplichtig vaandrig (Geneeskundige Troepen) een meerdaagse oefening heb meegemaakt. Heel veel gelopen, heel weinig te zien. Laat maar…

Naar vaderlandse streken, steden en eilanden waar ik nog nooit geweest ben, of naar de kust? Naar Scheveningen? Daar heeft mijn goede vriend en collega Marc de Koninck een fraai lied over gemaakt. Waar zingt hij trouwens niet over?! Kijk maar eens op www.deliedjeskrant En luister naar zijn heimweeliedje over Scheveningen dat als volgt begint:

‘Ik wil dit jaar ouderwets met jou naar Scheveningen gaan
om hand in hand te slenteren langs de boulevard
en voor het Kurhaus, terug in ouwe glorie, even stil te staan.
De Noordzee ruist, de westenwind speelt door je haar,
daar bij de Pier staat nog die haringtent
De klanken van het pierement
die klinken ons voor altijd aan elkaar

Als ik dan tòch aan de kust ben zou ik noordwaarts kunnen rijden, naar het Noordhollandse Bergen. Daar staat in het pittoreske centrum de Ruïnekerk. Ooit een imposant katholiek kerkgebouw dat in de Tachtigjarige Oorlog in de fik werd gestoken. Na de Reformatie werd de kerk voor een deel opgebouwd en is nog steeds in gebruik bij de protestantse gemeente van Bergen.

Aan het plantsoenplein rondom is ook de Eerste Bergensche Boekwinkel gevestigd. Die, mij dierbare, boekenzaak heeft in 2005, samen met de ‘Stichting De Ruïnekerk Spreekt’, een bundeltje gedichten en tekeningen uitgegeven. Met onder meer een bijdrage van Gerard den Brabander (1900-1968). Zijn vierregelig gedichtje past perfect in dit seizoen van het nieuwe leven; overvloeiend van onverwoestbaar vertrouwen en optimisme:

De kerk is dood. De reformatie zwijgt,
zodat het kruid wéér uit het puin kan bloeien.
Het lied ontwaakt en praalt aan tak en twijg:
de vogelen Gods zijn nimmer uit te roeien.

Onkruid en geloof zijn dingen die je niet kunt uitroeien. Onkruid groeit overal en soms letterlijk tegen de klippen op. Met geloof ligt dat anders, dat bloeit vaak in het verborgene, ongezien.

Paus Johannes XXIII (1881-1963) was, voordat ‘ie in 1958 tot paus werd gekozen, een aantal jaren nuntius, zeg maar pauselijk ambassadeur, in Frankrijk. Eregast aan tal van chique diners. Op een van die etentjes zat hij naast een dame met een opvallend decolleté. Nou ja, op zich niks bijzonders. Maar die mevrouw voelde zich duidelijk wat ongemakkelijk. Dat merkte de monseigneur, die haar meteen op haar gemak stelde met de opmerking: ‘Madame, als uw geloof even diep is als uw decolleté, bent u een gezegend mens’. Zou daar de uitdrukking diepgelovig vandaan komen…?

Ik woon aan de rand van de vaderlandse Biblebelt; bevolkt door vrome christenen, protestanten van zeer uiteenlopende geloofssignatuur. Natuurlijk is dat voor mij geen enkel probleem. En als dat wèl zo zou zijn, moet ik ergens anders gaan wonen. Ik gun ieder mens zijn/haar eigen geloof, zolang het vreedzaam blijft. Wat natuurlijk een utopie is. Tal van oorlogen en wreedheden zijn werden en worden begaan om religieuze redenen.

Gelukkig zijn de meeste Biblebelters rustige mensen die doorgaans geen mens kwaad willen doen, en al helemaal niet in de naam van God. En toch…

Jezelf – en je kinderen – niet laten vaccineren omdat het niet strookt met je geloofsovertuiging? Dat vind ik lastig te begrijpen. Die, op dat punt, extreme christenen zullen me ongetwijfeld handenvol Bijbelteksten kunnen aanreiken waaruit je zou kunnen afleiden dat je niet mag ingrijpen op Gods Scheppingsplan. Dus niet vaccineren. Niet tegen griep, mazelen of corona. Tegen niks. Maar wèl laten opereren bij een acute blindedarmontsteking? Wèl een nieuwe heup? Wèl een ontstoken kies laten trekken?

Geloof is iets heel persoonlijks. Net als ongeloof, of bijgeloof. In ons gezin is het al sinds jaar en dag vanzelfsprekend dat we tegen elkaar zeggen ‘Denk aan Christoffel!’ als een van ons op reis gaat. Christoffel, je weet wel, de patroon’heilige’ van de reizigers, van katholieke reizigers natuurlijk! Stel je voor dat we elkaars heiligen zouden omarmen: boeddhisten, christenen, hindoes, moslims. Dan hadden we op aarde al een veelbelovend voorschot op het latere Paradijs.

Christoffel, geschrapt uit de officiële Vaticaanse heiligenlijst, maar ik moest toch even aan ‘m denken toen ik afgelopen week weer eens een paar uur op de snelweg zat. Met als stelregel ‘Safety first’. Daar heeft de heerlijke rijmelaar John O’Mill een fraai limerickje over gemaakt:

Een autobestuurder in Bombay
was iemand die alles zo domday
dat al het verkeer
bij het zien van dat heer
maar liefst over Eindhoven omray

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *