Het gaat niet om het Latijn

Kardinaal Raymond Burke, 10 augustus 2019 (Foto:  Wikimedia Commons)

Brief uit Rome

Door Robert Mickens Vaticaanstad |

Katholieken lijken in de war over waarom paus Franciscus de pre-Vaticaan II-vorm van de mis wil uitfaseren. Een lange en weinig verheffende strijd hebben Engelssprekende katholieken gevoerd over de nieuwe vertaling van het Romeins Missaal.

Het was eigenlijk een gevecht over de beste vertaling van de nieuwe en laatste editie van het missaal, dat Johannes Paulus II in 2002 had uitgegeven. Dit was de “derde typische editie” ( editio typica ) van het missaal dat werd gebruikt voor het vieren van de eucharistie – de derde na de liturgische hervormingen van Vaticaan II.
Paus Paulus VI, die actief betrokken was bij het toezicht op die hervorming, vaardigde in 1970 de eerste editie uit van gebeden voor de herziene ritus.
Hij bracht een tweede editie uit in 1975. En telkens moesten deze essentiële liturgische teksten vertaald worden in het Engels en andere talen. Waarom? Omdat de officiële taal van het Romeins Missaal — in alle drie de typische edities van 1970-2002 — Latijn is.

En hoe zit het met het motu propio “Traditionis custodes” (hoeders van de traditie)?
In feite vieren we in de westerse kerk volgens de Latijnse ritus – of we nu teksten gebruiken die zijn vertaald in het Engels, Italiaans, Pools of Chinees. Wij zijn katholieken van Latijnse ritus.
Je zou dat misschien niet op dat idee komen als je leest wat talloze katholieke commentatoren hebben gezegd over dat recente “motu proprio”.
Een beroemde priester met een zeer grote aanhang schreef een lang en veelgeprezen stuk om de nieuwe tekst te verdedigen, waarin hij uitlegde waarom hij “graag” de mis opdraagt ​​in het Engels in plaats van in het Latijn. Alsof dit iets te maken heeft met de redenen waarom de paus – die in de Sint-Pietersbasiliek regelmatig de mis viert in het Latijn – het nieuwe document uitgaf.

Het gaat om de vorm
Franciscus publiceerde het “motu proprio” om de viering van de mis in zijn pre-Vaticaanse II-vorm in te perken – en, zo lijkt het, uiteindelijk af te schaffen. Het gaat daarbij niet om de taal waarin maar om de vorm waarin. Deze oude vorm wordt gewoonlijk de Mis genoemd in de Tridentijnse Ritus, die volgt op het Romeins Missaal dat paus Pius V in 1570 kort na het Concilie van Trente uitgaf. Dit missaal is in de loop van de eeuwen (enigszins) geactualiseerd of gewijzigd, tot 1962 toen Johannes XXIII zijn laatste editie uitgaf net voordat Vaticanum II van start ging.

De bisschoppen van Vaticanum II en liturgische hervorming
Het is deze 1962-editie van het Tridentijnse missaal die Benedictus XVI toestond voor wijdverbreid en vrij gebruik toen hij in juli 2007 het “motu proprio” Summorum Pontificum publiceerde. Benedictus gaf daarbij toestemming om terug te keren naar een andere vorm van het ritueel – een vorm die de bisschoppen op het Tweede Vaticaans Concilie met een overweldigende meerderheid wilden hervormen. Het ging dus om de vorm, niet om de taal, de officiële taal van het huidige post-Vaticaan II-missaal is immers het Latijn!

Volledige deelname van de gelovigen
De bisschoppen van Vaticanum II wilden vooral de viering van de mis vereenvoudigen met als doel de volledige deelname aan de viering van alle leden van de gelovige gemeenschap.
Traditionalistische katholieken omarmen en verdedigen de oude ritus niet vanwege het Latijn. Als het alleen om de taal ging, zouden ze heel gemakkelijk de editio typica van het post-Vaticaan II-missaal kunnen aanvaarden en er gelukkig mee zijn. Nee, ze betwisten ronduit de geldigheid van de hervormde liturgie, of ze beschouwen haar als inferieur aan de Tridentijnse Mis. Ze beweren eigenlijk (ten onrechte) dat de post-conciliaire hervorming een gloednieuw type mis heeft uitgevonden.

Kardinaal Burke berispt Franciscus voor het ondernemen van “ernstige en revolutionaire actie. Geloof het niet? Luister naar wat kardinaal Raymond Burke hierover te zeggen heeft:
“Wat er gebeurde na het Tweede Vaticaans Concilie betekende een radicale verandering in de vorm van de Romeinse ritus, met de eliminatie van veel van de gebeden, belangrijke rituele gebaren, bijvoorbeeld de vele kniebuigingen, en het veelvuldig kussen van het altaar, en andere elementen die rijk zijn aan de uitdrukking van de transcendente werkelijkheid – de vereniging van hemel met aarde – die de heilige liturgie is.”
De in Rome wonende Amerikaanse kardinaal, de meest vooraanstaande en prominente voorstander van de Oude Mis, bekritiseerde deze week paus Franciscus dat hij door het uitvaardigen van ‘Traditionis custodes’ een ‘ernstige en revolutionaire actie’ had ondernomen. In een verklaring van vijf pagina’s met meer dan 3.000 woorden noemt Burke het Latijn slechts één keer. En dan nog alleen maar als klacht dat de paus geen “Latijnse of officiële tekst” van het nieuwe “motu proprio” heeft gepubliceerd. Het echte probleem van de 73-jarige kardinaal ligt bij de hervormde ritus zelf, die volgens hem niet overeenkwam met “de feitelijke leer” van Vaticanum II, zoals gevonden in de grondwet over de liturgie, Sacrosanctum Concilium.

De hervorming aanvechten
Hij herhaalt slechts de grijsgedraaide plaat die de traditionalisten al draaiden nog voordat de hervorming van start ging. Vanaf het allereerste begin van het Concilie maakten ze bekend dat ze zich zouden verzetten tegen elke substantiële hervorming van de liturgie. En in een poging om de hervorming zelf in diskrediet te brengen, hebben ze kwaadaardig laster en leugenachtige geruchten verspreid over degenen die toezicht hielden op het werk ervan. Vooraanstaande liturgische experts hebben bij voortduring de valse beweringen van de traditionalisten weerlegd. Maar het echte probleem is dat mensen zoals Burke, die bekennen een “intensieve band met” de Oude Ritus te hebben, geloven dat deze superieur is aan de hervormde ritus. Er zijn zelfs hele gemeenschappen en hun priesters die alleen en uitsluitend de pre-Vaticaan II-misritus en de andere sacramenten zullen gebruiken.

“Lex orandi, lex credendi”
Het verschil tussen de oude ritus en de hervormde ritus komt neer op de oude christelijke uitspraak – lex orandi , lex credendi, onze manier van bidden weerspiegelt wat we werkelijk geloven. Onze liturgie weerspiegelt ons denken over God en over de kerk.
De meeste katholieken — waaronder paus Franciscus — geloven dat het Tweede Vaticaans Concilie een keerpunt was in het leven van de Kerk dat, onder leiding van de Heilige Geest, ons hielp nieuwe inzichten te verwerven en nieuwe formuleringen van onze geloofstraditie te ontwikkelen. Door wat er gebeurde in Vaticanum II, komt de Kerk van Rome vandaag de dag naar voren als een belangrijke speler in de oecumenische beweging en is ze actief betrokken bij de interreligieuze dialoog. Zij is een voorvechter van religieuze vrijheid (niet alleen voor katholieken!) en heeft het idee van het Tridentijnse tijdperk opgegeven dat fouten geen rechten hebben. Het gaat uiteindelijk om de worsteling om de kanker van het klerikalisme te elimineren en een actievere rol te vinden voor de niet-gewijden, vooral vrouwen, tot in onze liturgische vieringen toe. Uiteindelijk gaat het om het geloof dat wij allen in de Kerk een roeping tot heiligheid hebben en niet alleen de “heilige bedienaren” of de “gewijde maagden”.

Er is veel veranderd in de manier waarop we ons geloof begrijpen en uitdrukken sinds – en vanwege – het Tweede Vaticaans Concilie. De liturgische hervormingen weerspiegelen dat. De Tridentijnse Ritus doet dat niet, zou dat zelfs niet kunnen, zelfs wanneer ze -wat een schrikbeeld!- in een moderne taal zou worden gevierd.

Volg mij op Twitter @robinrome

Read more at: https://international.la-croix.com/news/letter-from-rome/its-not-about-latin/14703

vertaling en bewerking redactie van deze site

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *