Kardinaal Hollerich: Kerk moet veranderen.

Het dalende aantal gelovigen in Europa, de strijd van de Kerk om een rol te blijven spelen in de westerse samenleving, het debat over het priestercelibaat en nieuwe opvattingen over seksualiteit…Kardinaal Jean-Claude Hollerich – de 63-jarige jezuïet aartsbisschop van Luxemburg leidt en voorzitter van COMECE (de Commissie van de Bisschoppenconferenties van de Europese Unie) – spreekt openhartig over deze en andere actuele kwesties in dit exclusieve interview met Loup Besmond de Senneville van La Croix .

Enkele kernpunten uit dit interview

Kardinaal Hollerich was jarenlang werkzaam in Japan. Hij beschrijft zijn ervaringen toen hij tien jaar geleden terugkwam in Europa. “ Ik moest opnieuw beginnen. Om eerlijk te zijn, dacht ik dat ik het katholicisme zou vinden dat ik in mijn jeugd had achtergelaten. Maar die wereld bestond niet meer. Vandaag, in dit geseculariseerde Europa, moet ik net als eerder in Japan: God zoeken. Europa is missiegebied geworden, is dat al lang. In principe geloofden mensen vroeger niet meer dan tegenwoordig, zelfs niet als ze naar de kerk gingen. Ze hadden een soort culturele zondagse gewoonte, maar die was niet geïnspireerd door de dood en opstanding van Jezus. Een soort cultureel katholicisme dat deels nog bestaat. Maar Covid brengt daar verandering in. In mijn aartsbisdom hebben we een derde minder kerkgangers, ik weet zeker dat zij die gingen niet meer terugkomen. Dit tijdperk eindigt,
We weten nu dat we een minderheid zijn en zullen zijn. We moeten hierdoor niet verrast of bedroefd zijn. Ik heb de zekerheid dat mijn Heer vandaag in Europa aanwezig is. Daar twijfel ik niet aan.
Toen ik jonger was, beleefde ik dat anders, maar nu weet ik dat ik slechts een instrument van de Heer ben. Er zijn vele anderen. Dit besef maakt me altijd een beetje wantrouwend tegenover al diegenen die zeggen dat ze de onverslaanbare formule hebben om God aan te kondigen. Is er geen magisch recept?Nee. Er is alleen de nederigheid van het evangelie. …

Waarom is de boodschap van het christendom vandaag de dag nog steeds relevant? Omdat mensen in tweeduizend jaar niet zijn veranderd. We zijn nog steeds op zoek naar geluk en vinden het niet. We zijn nog steeds dorstig naar het oneindige en lopen tegen onze eigen grenzen aan. We begaan onrecht dat ernstige gevolgen heeft voor andere mensen, wat we zonde noemen. Maar we leven nu in een cultuur die de neiging heeft om het menselijke te onderdrukken. Deze consumptiecultuur belooft menselijke verlangens te vervullen, maar slaagt daar niet in. Maar op momenten van crisis, van shock, realiseren mensen zich dat er een hele reeks vragen in hun hart sluimeren. De boodschap van het evangelie speelt bijzonder fris in op deze zoektocht naar zingeving en geluk. De boodschap is nog steeds relevant, maar de boodschappers verschijnen soms in kostuums uit vervlogen tijden, wat de boodschap zelf dreigt te ontkrachten. Daarom moeten we ons aanpassen, niet om de boodschap zelf te veranderen, maar zodat deze begrepen kan worden, zelfs als wij degenen zijn die hem aankondigen. De wereld zoekt nog steeds, maar kijkt niet meer onze kant op, en dat doet pijn. We moeten de evangelieboodschap zo presenteren dat mensen zich op Christus kunnen oriënteren.

Maar zoals paus Franciscus zegt: het is de Heilige Geest die de bouwmeester is. We moeten ruimte laten voor de Heilige Geest. We kunnen niet langer tevreden zijn met het geven van opdrachten van boven naar beneden.
De Kerk moet zich aanpassen, zoals ze in de loop van haar geschiedenis altijd heeft gedaan. We hebben nu een theologie die niemand over 20 of 30 jaar zal begrijpen. We hebben een nieuwe taal nodig, gebaseerd op het evangelie.

Dit betekent niet dat de Kerk haar overtuigingen zou moeten opgeven. Wij moeten proberen de ander te begrijpen, bruggen te slaan met de samenleving. Om over een christelijke visie op de mens te spreken, moeten we ons baseren op de menselijke ervaring van onze gesprekspartner. Wat voor nut heeft het voor ons om te spreken als we niet gehoord worden?

De eerste voorwaarde om te kunnen luisteren is bescheidenheid. De Kerk heeft, zelfs als ze het zich niet per se bewust is, een uitstraling van een instelling die alles beter weet. Zonder bescheidenheid is een dialoog onmogelijk. We moeten laten zien dat we van anderen willen leren.
Hier is een voorbeeld: ik ben absoluut tegen abortus. En als christen kan ik geen andere positie innemen. Maar ik begrijp ook dat er bezorgdheid is over de waardigheid van vrouwen, en het discours dat we in het verleden hadden om ons tegen abortuswetten te verzetten, wordt tegenwoordig niet meer gehoord. Dus wat kunnen we nog meer doen om het leven te verdedigen? Als een discours niet langer gewicht in de schaal legt, moeten we niet koppig zijn in het gebruik ervan, maar naar andere manieren zoeken.

Als vrouwen en jongeren meer een stem hadden gekregen, waren deze dingen veel eerder ontdekt. We moeten ophouden te doen alsof vrouwen een marginale groep in de kerk zijn. Ze staan ​​niet aan de rand van de kerk, maar in het midden. En als we geen stem geven aan degenen die in het centrum van de kerk staan, hebben we een groot probleem. Vrouwen worden te veel genegeerd. We moeten naar hen luisteren, zoals we doen naar de rest van het volk van God. Bisschoppen moeten als herders zijn die naar hun volk luisteren. Ze moeten in het midden van hun kudde zijn.

Verder moet de vorming van geestelijken moet veranderen. Deze moet niet alleen gericht zijn op de liturgie, ook al begrijp ik dat seminaristen er veel belang aan hechten. Leken en vrouwen moeten inspraak hebben in de vorming van priesters. Het vormen van priesters is een plicht voor de hele kerk, dus de hele kerk moet deze stap begeleiden, met getrouwde en alleenstaande mannen en vrouwen.
Ook onze kijk op seksualiteit moet veranderen. Tot nu toe hadden we een nogal verdrongen visie op seksualiteit. Het gaat er natuurlijk niet om mensen te vertellen dat ze alles kunnen of om morele waarden weg te gooien maar we moeten zeggen dat seksualiteit een geschenk van God is. Dat weten we, maar zeggen we het ook? Ik weet het niet zeker. Sommige mensen schrijven de toename van misbruik toe aan de seksuele revolutie. Ik denk precies het tegenovergestelde: naar mijn mening vonden de meest verschrikkelijke gevallen plaats vóór de jaren zeventig.
Op dit gebied moeten priesters ook over hun eigen seksualiteit kunnen praten en gehoord worden als ze moeite hebben om celibaat te leven. Ze moeten er vrijuit over kunnen praten, zonder bang te hoeven zijn voor berisping door hun bisschop. Wat betreft homoseksuele priesters, en dat zijn er veel, het zou goed zijn als ze erover konden praten met hun bisschop zonder dat deze hen zou veroordelen.
Wat betreft het celibaat en het priesterlijke leven, laten we eerlijk vragen of een priester noodzakelijkerwijs celibatair moet zijn. Ik heb een zeer hoge dunk van het celibaat, maar is het onmisbaar? In mijn bisdom heb ik gehuwde diakens die hun ambt op schitterende wijze uitoefenen, die preken houden waardoor ze mensen veel krachtiger raken dan wij die celibatair zijn. Waarom zouden we niet ook getrouwde priesters hebben?

Lees het volledige interview op: https://international.la-croix.com/news/religion/leading-european-cardinal-says-church-must-change/15528

bron: La Croix International
Bewerking en vertaling: redactie www.deroerom.nl

beeld: aartsbisdom luxemburg