Wil Derkse geeft vijf adviezen: ‘Doe nu eens een uur niks’
Oud en Nieuw is een moment voor goede voornemens. Maar waar begin je? Wil Derkse, kenner van de Benedictijnse kloosterspiritualiteit, helpt je graag op weg met vijf adviezen. ‘De hoofdtaak is God zoeken. In alles.’
door Jacolien Viveen in het Nederlands Dagblad
DEN BOSCH
Wil Derkse (70) bewoont sinds kort een klein appartement in hartje Den Bosch, met veel boeken, een klavecimbel, kunst en goede koffie. Op loopafstand van de Sint-Janskathedraal waar hij graag zingt in het koor en iedere ochtend een korte dienst volgt. Fit, jawel maar ‘vanmiddag komt de thuiszorg om mijn been te zwachtelen, kleine slijtages zogezegd’.
Zijn leeftijd en pensionering weerhouden hem er niet van om continu nieuw werk te creëren. Zo wil hij nog schrijven over wetenschap en geloof. Of over de Duitse mystica, componist en abdis Hildegard von Bingen die rond het jaar elfhonderd al ‘meer schreef dan welke vrouw ook uit de twintigste eeuw en ondertussen kloosters bouwde en rioleringen liet aanleggen – ze had niet alleen steeds visioenen’. Dat klinkt druk, maar hij doet het in alle rust. Dankzij de benedictijnse spiritualiteit. Dat kan de ND-lezer ook, met deze vijf goede voornemens.
- 1. zoek God – permanent
‘Monniken en monialen (vrouwelijke monniken) verbinden in hun vormingsperiode de Benedictijnse spiritualiteit aan een aantal goede voornemens. Die vormingsperiode is nooit afgesloten, die gaat gewoon door tot je tachtig plus bent. Je werkt daar dagelijks aan. Die voornemens zijn voor iedereen hetzelfde. Hoe je het invult, is voor iedereen anders. Je doet als eerste de belofte van de stabiliteit. Dat is de kunst van het erbij blijven, niet weglopen.
Het werken aan de realisering van iets waar je heel erg naar verlangt. Dat specifieke verlangen is heel uiteenlopend. Maar voor alle monniken, monialen en oblaten geldt: de hoofdtaak is God zoeken, in alles. Het klinkt misschien gek maar als iemand zegt: “Ik heb God al gevonden”, dan is hij niet geschikt voor het klooster.
Ik nam ooit een groep studenten mee naar een kloosterweekend in Doetinchem. Ze raakten onder de indruk van een oude monnik, pater Helwig, van 88. Op de laatste middag dronken we een glas wijn met hem en één van de studenten zei: “Het valt ons op, pater Helwig, dat u zo weinig over God praat.”
‘De Heer verschijnt in de gast, de irritante medebroeder die er een halve toon naast zit en in de iets te veeleisende leider.’
Waarop de oude monnik zei: “Dat doen we eigenlijk nooit, want dat vinden we oneerbiedig. God zingen wij toe, vijf keer per dag.” Dat is een van de goede voornemens: permanent God zoeken en permanent God prijzen. Dat zoeken gebeurt meestal in contact met je medemens. Het aantal verschijningen in het klooster is beperkt.
Maar de Heer verschijnt in de gast, de irritante medebroeder die er een halve toon naast zit, en in de iets te veeleisende abt of abdis. De leider van wie je denkt: hadden we maar een ander gekozen. Je werk volhouden, dat is de stabilitas, de dagelijkse volharding.’
Lees verder in het Nederlands Dagblad
Wil Derkse
Filosoof Wil Derkse is in 1952 geboren in Nijmegen. Hij was veertien jaar scheikundeleraar in Den Bosch. Later volgde een carrière als onder meer hoogleraar Wijsbegeerte. De rooms-katholieke Derkse is, evenals zijn broer, als oblaat (lekenlid) verbonden aan de Benedictijner Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem. Hij schreef vele boeken, waaronder drie over benedictijnse spiritualiteit: Een levensregel voor beginners, Gezegend leven en Benedictijnse stuurmanskunst.
Derkse heeft twee dochters en een kleinkind. Sinds vijf jaar is hij weduwnaar.
beeld: https://guanfelix.com/