Debat over de toekomst van de katholieke kerk

Wanneer en voor wie eeuwige waarheden niet meer overtuigen

Helmut Hoping en Magnus Striet zijn twee theologische tegenstanders. In een nieuw boek betogen ze of en welke hervormingen in de kerk nodig zijn. En ze laten zien dat de problemen dieper zitten dan verwacht. Wat is de toekomst voor de katholieke kerk? Welke hervormingen zijn nodig? 

Duitse katholieken hebben hier lang over gediscussieerd. Sinds 2019 bespreken zo’n 230 afgevaardigden – bisschoppen, religieuzen, vertegenwoordigers van de wetenschap en verenigingen – de Synodale Weg, zoals het hervormingsproject heet. De thema’s zijn: de plaats van de vrouw in de kerk, macht in de kerk, de rol van de priester en de seksuele moraal.

De laatste fase is voorzien voor 9 t/m 11 maart. Een voortdurend knelpunt is dat veel niet aan de Duitse kerk is om te veranderen maar uitsluitend aan Rome en m.n. de Paus, hij heeft in de katholieke kerk het laatste woord. Er zijn theologen die de mening voorstaan dat Duitsland allereerst moet helder krijgen wat de eigen competentie is en wat die van Rome, voordat het zin heeft voornoemde thema’s aan te snijden.

Voorbeeldige polemiek

De professoren Helmut Hoping en Magnus Striet, de eerste conservatief, de ander liberaal, doceren beiden al vele jaren in Freiburg. Zij zijn geen participanten aan de Synodale Weg, maar belichamen wel de spanningen die tijdens dit beraad naar boven komt.

Herder-Verlag puibliceert nu “God, vriend van de vrijheid”. Op 140 pagina’s worden de achtergronden van het debat geschilderd en ook waarom er zich steeds Romeinse pogingen voordoen de Duitsers op hun plaats te zetten.

De kwestie van het dogma

De kern van het probleem: eeuwenlang hebben theologen geworsteld met hoe God zich door de geschiedenis heen aan mensen laat kennen en hoe mensen over God kunnen spreken. Gaat het om onwrikbare waarheden of hangt alles wat mensen over God kunnen zeggen af van de tijd waarin ze leven en de situatie die hun denken en spreken beïnvloedt?

Vrijwel iedereen is het er over eens dat dogma’s, d.w.z. geloofsbelijdenissen die bepalend zijn voor de leer, niet uit de hemel zijn komen vallen, maar zich historisch hebben ontwikkeld. 
Conservatieven als Hoping zijn een andere mening toegedaan. Hij stelt dat geloof de zekerheid geeft dat de door de kerk overgeleverde God bestaat. En hij benadrukt dat het daarom mogelijk moet zijn “om definitieve beslissingen te nemen over geloofskwesties”.

Probleem sinds Vaticanum I?

Striet benadert het anders. Christenen hebben de Bijbel vanaf het begin als volgt begrepen: de opvatting dat men tot een bepaalde interpretatie heeft besloten als de enige juiste, moet beargumenteerd worden. Hij vraagt ​​wie eigenlijk bepaalt wat Gods wil is – en claimt zo het recht op interpretatie voor zichzelf.

Dit probleem spitste zich toe in de 19e eeuw. Het Eerste Vaticaans Concilie (1869/70) versterkte het pauselijke ambt en bevestigde de onfeilbaarheid ervan. Volgens die concilievaders kan een paus onder bepaalde voorwaarden geen fouten maken. Maar een blik op de 2000-jarige geschiedenis leert dat de kerkelijke leer niet helemaal onveranderlijk is, er zijn ook breuken.

Verschillende bindende overtuigingen

De kerk heeft daarom mogelijkheden gecreëerd om haar aanspraak op de onveranderlijkheid van de leer te combineren met de feitelijke ‘breuken’ – bijvoorbeeld door te zeggen dat er belangrijke en minder belangrijke dogma’s zijn die op verschillende manieren bindend zijn.

Twee theologen in debat met elkaar, een voorbeeld: wat gebeurt er met kinderen die ongedoopt sterven? Vanwege de leer van de erfzonde heeft de kerk lange tijd geleerd dat ze niet verlost kunnen worden. Paus Benedictus XVI gaf dit idee officieel op – omdat het slechts een wijdverbreide mening over de leer ging.

Verval van gehoorzaamheid

Striet pleit voor een soortgelijke correctie in het katholieke begrip van menselijke vrijheid. Tegenwoordig is dat in democratieën een grote troef, maar de kerk heeft het er moeilijk mee – ook al zegt ze vaak het tegenovergestelde. Volgens Striet zijn de meeste mensen alleen bereid te gehoorzamen in geloofszaken, als ze door agumenten worden overtuigd.

Beide auteurs stemmen overeen in de opvatting dat de tijden zijn veranderd. Ze trekken uit deze opvbatting verschillende conclusies:
Hoping: democratische processen kunnen de geloofswaarheden niet bepalen. 
Striet zegt: De geschiedenis leert dat er altijd over is onderhandeld. Wat Rome ooit als definitief heeft besloten, overtuigt zelfs sommige bisschoppen niet meer. Er blijven dus de nodige vragen over met betrekking tot toekomstige ontwikkelingen.

Bron. Domradio

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *