Feestje met een fikse kater…

Column


‘Hé, leef jij ook nog?!’. Het klonk bijna verwijtend, alsof ‘ie teleurgesteld was.
Maar zo bedoelde ’n oude bekende van me het niet, toen we elkaar toevallig tegen kwamen.
We hadden elkaar een tijd niet gezien, vandaar z’n hartelijk bedoelde begroeting.
Ik knikte. ‘Zoals je ziet, we zijn er nog. Ach ja, we zijn er wel een tijdje tussen uit geweest.
Familiebezoek, onze dochter, in Amerika’.

‘Leuk, en je hebt hier intussen niet veel gemist’. Dat idee had ik ook al.
Al herinner ik me ooit een zin te hebben gelezen, boordevol genegenheid: ‘Ik mis je zo
graag…’.
Ik voelde zijn volgende vraag aankomen. ‘Verder alles goed?’.
Bijna alles, had ik kunnen zeggen. Want het is natuurlijk nooit altijd allemaal goed.
Maar dan moet je weer gaan uitleggen wat er niet goed is of was, en zo intiem kende ik die
kennis nou ook weer niet.
Ik knikte weer; ‘alles prima’.

‘Mooi’, zei hij handenwrijvend, ‘en nou gaan we richting winter. Ik ben benieuwd wanneer ik
m’n schaatsen uit het vet kan halen. Want de winters zijn niet meer zoals ze ooit waren’.
Alsof ‘ie op een open deur klopte. En het is met de huidige opwarming van de aarde dan ook
zo goed als zeker dat de eerstvolgende Elfstedentocht op de feestdag van Sint Juttemis wordt
gereden.

Ik heb m’n sneeuwschuiver al jaren geleden naar de Kringloop gebracht. Die was overbodig
geworden, bij gebrek aan sneeuw en een eigen stoep.
Waar is de tijd gebleven dat je ’s ochtends wakker werd in je onverwarmde slaapkamertje en
er ijsbloemen op de ramen stonden? Ze smolten voor je ogen als je dicht bij het raam ging staan en dan flink uitademde. IJsbloemen?, ze zijn net zo zeldzaam als pinguïns in de Sahara.
Ik vertelde hem gauw die grap van twee eskimo’s die een zandvakantie hadden geboekt met
onder meer een woestijnwandeling onder leiding van een lokale gids. Want die weten precies
over welke zandpaden je moet lopen.
Zegt de ene eskimo tegen zijn metgezel: ‘Wow, ze hebben hier flink gestrooid zeg’.
(Excuus: eskimo mag je niet meer zeggen. Het zijn Inuits, inwoners van Groenland).

Ik was na die Amerikaanse vakantie net op tijd terug om het feest van de democratie mee te
maken: verkiezingsdag. Het is een feestje met een fikse kater geworden.
Jarenlang kon ik in m’n kennissenkring aardig inschatten wie op de PVV stemde, dat waren er
trouwens niet zo heel veel. Maar nu wordt het moeilijk.
Want bijna een kwart van mijn landgenoten heeft op Wilders gestemd; misschien ook wel een
kwart van de mensen die ik ken. En dat is akelig veel.
Temeer, omdat het niet anders kan dan dat het mensen zijn die het vooral op één punt met
Wilders eens zijn: grenzen dicht voor ongewenst vreemd volk; moslims met name.

Vreemdelingen zijn alleen welkom als we ze kunnen gebruiken voor (onderbetaald) werk
waar we zelf de pest aan hebben.
Ga maar eens kijken in de bouw en in de tuinbouw, van het Westland tot de aspergegronden in
Limburg en Brabant.
Twee dingen vind ik opvallend bij de winst van de PVV. We krijgen straks (misschien) een
premier die onvoorstelbaar on-Nederlands beveiligd is en moet worden.
Rutte kon zijn vanzelfsprekende vrijheid soms overdrijven om op de fiets en zonder helm
door Den Haag te zwieren, of op de sloep van een goede vriend een stukje de Amstel af te
tuffen.
Dat zullen we Wilders dus nooit zien doen. Integendeel: zijn peperdure beveiliging zal alleen
nog maar worden opgeschroefd.
En het tweede wat me opvalt is dat zowat iedereen het ineens over ‘de milde Wilders’ heeft.
Alsof ‘ie na zijn monsteroverwinning plotsklaps een stuk aardiger, vriendelijker, menselijker
is geworden. Forget it.
Zijn moslimhaat is er sinds woensdag geen greintje minder om.

Hij wil nog steeds het liefste een hek om Nederland zetten en hij heeft onverminderd een
hekel aan Europa en de euro.
Toen Donald Trump, na een angstaanjagende campagne vol vreemdelingenhaat, verholen
racisme en eng nationalisme, tot veler verrassing en afschuw tòch president van de Verenigde
Staten werd hoorde je ook zeggen dat ‘ie – eenmaal in het Witte Huis – zijn toon wel zou
matigen. Dat hij zich meer ‘presidentieel ‘zou gaan gedragen, minder grof gebekt.
Maar dat was naïef gedacht. Eenmaal president werd het van kwaad tot erger.
En dat gaat ook met Wilders gebeuren.
Nu hij meer aanhang en bijbehorende regeermogelijkheid/macht heeft gekregen, zal hij zijn
nationalistische gedachtegoed in praktijk gaan brengen.
Het is even wennen: dat we van tolerant, polderend, liberaal voorbeeldland in rap tempo
dreigen te veranderen in een ordinaire extreemrechtse samenleving.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *