‘Do you speak English?…

We waren het al langer van plan; vier oud-collega’s, om weer eens genoeglijk bij te praten. Aan tafel, dat spreekt.
Lekker alles beter wetend lullepotten over het verleden en tegelijk op een paar bierviltjes een blauwdrukje maken om de wereld te verbeteren met als motto: Vrede op aarde.

Als je dan met vier pensionado’s eindelijk een geschikte datum hebt gevonden en aan tafel zit is meestal de eerste vraag: Praten we even over hoe het met onze (on)gezondheid is gesteld?, of toch maar eerst de menukaart bekijken?
Het hangt er ook een beetje van af wie aan wat lijdt. Als ’n tafelgenoot last heeft of had van nierstenen moet je natuurlijk niet aan de chef vragen of hij niertjes in rode wijn kan klaar maken. Wèl lekker, maar niet bepaald kieskeurig.

Omdat we letterlijk uit vier windstreken kwamen koos ik ’n restaurant in het belangrijkste spoorwegknooppunt van ons land: Utrecht.
Voor ons alle vier gemakkelijk per spoor, zonder overstappen te bereiken, en geen gedoe met (duur) parkeren.
Ik belde het uitgekozen restaurant op loopafstand van het centraal station en kreeg een vriendelijke mevrouw aan de telefoon die meteen vroeg of ik Engels sprak.
‘Yes’, zei ik. (Of course, wilde ik zeggen maar ik zei het niet).
‘Do you speak dutch?’, vroeg ik.
‘No’, zei ze. (Of course not, hoorde ik haar denken, maar ze zei het niet).
Dus heb ik een tafel in het Engels gereserveerd. Want dan om ’n Nederlandse tolk te vragen staat ook zo overdreven wereldvreemd.
Iets soortgelijks is me trouwens jaren geleden al eens in Lisse overkomen. Toch niet bepaald een wereldstad en al helemaal niet als je de Keukenhof niet meetelt. Toen ik daar ‘n eenvoudig hotel belde kreeg ik een hardnekkig en uitsluitend Duits sprekende receptioniste aan de lijn. Nun, es muss so sein…

Het is al langer een cocktail van globalisering, internationalisering en krapte op de arbeidsmarkt. Tal van horecazaken zitten om personeel verlegen en engelstalig is voor ’n sollicitant eerder een aanbeveling dan een minpunt. Zelfs in Helmond en Wildervank kun je met Engels terecht…

De Vlaamse journalist/schrijver Patrick van Gompel schreef onlangs een boek over ons karakter; de aard en eigenaardigheden van de Nederlanders.
Zijn kleinkinderen mogen van hem het woord leuk niet gebruiken. ‘Omdat jullie in Holland altijd alles leuk vinden, terwijl er genoeg synoniemen zijn: plezant, plezierig, fijn, prettig, geweldig. Maar asjeblieft niet altijd dat woordje leuk’.
Het is volgens hem een typisch voorbeeld hoe onze taal in rap tempo woord-armer wordt, voornamelijk door de duizelingwekkende opkomst van het Engels in onze hele samenleving.

Hij vreest zelfs dat we over enkele generaties in zowat heel Europa Engels spreken. Dat vind ik doemdenken. Taal is – en blijft – wat je van huis meekrijgt; we spreken niet voor niets over een moedertaal.
Andermans talen kun je leren, maar die heb je pas ècht onder de knie als je er in kunt dromen, liefhebben, schrijven, bidden, vloeken en schelden. En lezen natuurlijk.
En laat dàt nou net een probleem zijn. Want we lezen steeds minder en onze jeugd heeft internationaal een zorgwekkende leesachterstand, blijkt uit recent onderzoek. ‘Dat zijn wel erg veel lettertjes’, is de gekscherende standaardopmerking van onze dochter als ik haar een boek aanbeveel.    

De huidige generatie kinderen lijdt aan leesvrees en veel ouders hebben kennelijk steeds minder zin en/of tijd om te lezen, of voor te lezen.
“A day without reading is like… Just kidding. I have no idea…’
Begrijpend lezen is lastig en tegelijk is het gemakkelijker dan je denkt:
Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinrestsiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn.
Het enige wat  blegnaijrk is, is dat de eretse en de ltaaste ltteer op de jiutse palats saatn.
De rset  van de ltteers mgoen wliikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeen lzeen wat er saatt.
Dit kmot odmat we niet ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel.
En omdat we toch aan het ver-engelsen zijn alvast dezelfde tekst in het engels:
Aoccdrnig to a rascheearch at an Enilgshuinervtisy, it deonst ’t mttaer in waht oredr the ltteers in a wrod are.
The olny iprmoatnt tihng is taht the frist and lsat ltteer is at the rghit pclae.The rset can be a toatl mses and you can sitll raed it wouthit porbelm. Tihs is bcuseae we do not raed ervey lteter by itslef, but the wrod as a wlole.   

Ik blijf gewoon de letters in de goede volgorde schrijven; woord na woord, zin na zin….
Dan is het voor idreeen pirma te lzeen…  

beeld: istockphoto.com

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *