Pastoor van Ars kerk Geleen, wordt mogelijk gesloten
‘De nieuwe bisschop wacht een zware opdracht’
Limburg ontkerkelijkt in sneltreinvaart. Er is gebrek aan gelovigen, priesters en vrijwilligers. En een overschot aan kerkgebouwen. In Rome zoekt men een nieuwe bisschop voor Roermond. De uitdagingen zijn groot.
door Sanne Gerrits in het Nederlands Dagblad
‘Ik hoop dat we niet lang hoeven te wachten op een nieuwe bisschop’, zegt René Maessen. Deze Limburgse geestelijke staat als waarnemend bestuurder al een jaar aan het hoofd van bisdom Roermond. Bisschop Harrie Smeets was al die tijd ziek en overleed onlangs. ‘Veel beslissingen worden nu – volgens de regels van het kerkelijk recht – uitgesteld.’ Er liggen op de bisdomkantoren onder andere diverse plannen klaar voor broodnodige ‘parochie-revitalisering’. De verkoop van de bisdomgebouwen en andere kerken ligt noodgedwongen stil, vertelt Maessen.
‘De nieuwe bisschop wacht een zware opdracht,’ vermoedt kerkhistoricus Peter Nissen. Limburg had eigenlijk altijd een wat uitzonderlijke positie in rooms-katholiek Nederland: Het was het meest katholieke gewest. De contouren van bisdom Roermond vielen precies samen met de provinciegrenzen. In het verleden was het een soort twee-eenheid. Het hele maatschappelijke leven, de cultuur, het onderwijs, de gezondheidszorg, het was allemaal sterk met de kerk verbonden.
‘Dat katholieke Limburg is helemaal verdwenen. De ontkerkelijking deed zich iets later voor dan in de rest van Nederland, maar inmiddels wijken de cijfers niet meer af. Nog maar minder dan de helft van de Limburgers noemt zich katholiek en van hen gaat nog maar zo’n 2,5 procent naar de kerk.’ vertelt Nissen. Welke uitdagingen staan de nieuwe bisschop te wachten?
Uitdaging 1: Veel kerken sluiten
De kerkverlating is ook in Houthem-Sint Gerlach merkbaar. Jos Lodewick beheert er het kerkhof. ‘Er zijn nog aanzienlijk wat uitvaartdiensten vanuit de kerk, maar ook dat is minder dan eerst. In de kerk zitten nu nog zo’n vijftig mensen als je alle weekendvieringen bij elkaar optelt. Vroeger waren dat er zeker een paar honderd. Toen ik dertig jaar geleden bij ons kerkkoor kwam, waren we veertig koppen groot. Nu zijn we nog met zeven man.’