Duitse historicus: misbruik geen ‘modern’ probleem

Historicus en theoloog Ulrich Lehner 

Lehner presenteert nieuw boek over jezuïeten

Ulrich Lehner, een Duitse historicus heeft misbruik in kerkelijke kringen, m.n. die van de Jezuïeten uit de afgelopen eeuwen onderzocht. Hij ruimt in deze publicatie misvattingen op. Bijna alle problemen waren al bekend in de 17e en 18e eeuw.

Interview voor Domradio en kath.ch door Annalena Muller

De Duitse historicus en katholieke theoloog Ulrich L. Lehner (47) van de gerenommeerde Universiteit van Notre Dame in de VS heeft een boek geschreven over seksueel misbruik onder de jezuïeten. De wetenschapper en belijdend katholiek Lehner werd tijdens zijn onderzoek bij vlagen ‘echt onpasselijk’. Hij schreef het boek omdat niemand anders het wilde doen.

Vraag: Meneer Lehner, waarom schreef u “Staged Chastity”?

Lehner: Het was nooit mijn bedoeling dit boek te schrijven. Sinds 2010 heb ik er op conferenties en publicaties herhaaldelijk op gewezen dat de geschiedenis van zedendelicten onder de geestelijkheid, ook vóór 1945, grondig moet worden onderzocht. Ik heb zelfs de bronnen en archieven beschikbaar gemaakt waar men informatie kan vinden. Maar niemand pakte de draad op. Dus ik voelde me gedwongen om het zelf te doen, om zo te zeggen.

Vraag: Waar gaat uw boek Staged Chastity ‘Geprententeerde kuisheid’ over? Ulrich Lehner

Lehner: Het boek onderzoekt seksueel misbruik onder de jezuïeten in de 17e en 18e eeuw. De jezuïeten portretteerden zichzelf graag als een bijzonder kuise orde. Dit imago werkte omdat gevallen van seksueel geweld tegen studenten en ordeleden geheim werden gehouden. Delinquenten werden eenvoudigweg naar de seculiere geestelijkheid afgeschoven, ook al was dit in strijd met de statuten van de orde. Prominente daders daarentegen werden in de orde gelaten en die werden verborgen gehouden.

Vraag: Waar hebben we dat meer gehoord?

Lehner: Ja, de mechanismen waren vergelijkbaar met die welke we ervaren in de huidige misbruikcrisis. Zelfs toen waren er geruchten die mensen niet wilden geloven. Mensen werden gewoon verplaatst. Het probleem was ook dat de slachtoffers nooit als slachtoffers werden gezien.
Het boek wil ook een heroverweging aanmoedigen van de polemiek tegen jezuïetenscholen als plaatsen van ‘pederastie’ die aantijging die historici nooit serieus hebben genomen.

Vraag: U bent een wetenschapper en praktiserend katholiek. Hoe was het voor u om aan dit onderwerp te werken? 

Lehner: Het was verschrikkelijk. Vooral toen ik de index voor het boek maakte en alle details opnieuw moest opsommen – welk type penetratie, met of zonder ejaculatie enzovoort – werd ik er onpasselijk van. De gedetailleerde verslagen die ik ook uit de Spaanse en Portugese literatuur putte, herinnerden me voortdurend aan de aangrijpende verhalen over het hedendaagse Duitse en Amerikaanse misbruik. Al in de 17e en 18e eeuw waren er geïsoleerde kringen van daders die hun slachtoffers gebruikten om elkaar aan te vallen, verkrachting niet uit de weg gingen en slechts in zeldzame gevallen met de volle kracht van de wet werden gestraft. Zelfs als ervaren historicus kon ik mijn woede moeilijk onder controle houden.

Vraag: In de huidige crisis is het verdoezelen van misbruik door de leidinggevenden een groot probleem. Is dit eerder gebeurd?

Lehner: Ja, absoluut. De beschuldiging van een doofpotoperatie werd vooral vanaf de 19e eeuw geuit. Uiteraard moet je rekening houden met de historische context. Het ideaal van transparantie zoals we dat nu kennen bestond toen nog niet. Maar het feit dat men zelfs zonder dit ideaal aanvaardde dat een uit de orde ontslagen priester zijn wandaden elders zou voortzetten, is niet te geloven.

Vraag: Kunt u meer uitleggen over hoe de doofpotaffaire destijds plaatsvond?

Lehner: In het geval van jezuïeten die volledig geprofest waren – en dat waren er niet zoveel – werd ontslag alleen in extreme gevallen overwogen. Ze werden meestal overgebracht naar andere plaatsen. Bijvoorbeeld in het geval van Theodoric Beck (+1676). Hij was biechtvader van kardinaal Friedrich van Hessen. Beck dwong talloze middelbare scholieren die hem waren toevertrouwd tot seks. Toen de Beierse historicus Karl Ritter von Lang in 1804 enkele van deze zaken voor het eerst publiceerde, vielen de jezuïeten hem aan en beschuldigden hem ervan te liegen of de seksuele misdaden te bagatelliseren.

Vraag: Het beschermen van uw goede reputatie was destijds boven alles? 

Lehner: Ja, ze wilden de reputatie van de orde niet schaden door deze berichten. Er waren echter ook klokkenluiders binnen de orde die het met hun geweten niet konden verzoenen om alles in de doofpot te houden. Ze hebben veel zaken aan het rollen gebracht gebracht.

Vraag: Kunt u een typisch voorbeeld beschrijven van een misbruikzaak die u in uw onderzoek bent tegengekomen?

Lehner: Het bekendste geval is dat van de Augsburgse jezuïet Jakob Morell (+1727). Morell was een zedendelinquent en misbruikte decennialang studenten. Velen van hen kwamen uit invloedrijke families, zoals de familie Fugger. Toen Morell werd ontdekt, werd hij aanvankelijk uit de orde ontslagen. Er was echter nooit sprake van strafrechtelijke vervolging of zelfs gevangenisstraf.

Vraag: Wat gebeurde er daarna voor Morell?

Lehner: Hij werd snel opnieuw opgenomen. De generaal in Rome werd zo overgehaald door de petities van Morell dat hij hem slechts een jaar later terugnam. Morell werd overgebracht naar de verste uithoek van Hongarije. Maar van daaruit werd hij elke twee jaar – 27 jaar lang – overgeplaatst naar een andere Oostenrijkse universiteit. In veel steden was Morell als biechtvader verantwoordelijk voor middelbare scholieren. Het is moeilijk voor te stellen dat zo’n zedendelinquent zou stoppen. Hij zal alleen voorzichtiger zijn geworden. Deze man heeft waarschijnlijk bijna 50 jaar lang studenten misbruikt.

Vraag: Vooral in traditionalistische kringen zeggen mensen graag dat misbruik in de kerk een modern probleem is waarvan de jaren ’68-ers de schuld hebben. Aartsbisschop Georg Gänswein (secretaris van Benedictus XIV) is een beroemde vertegenwoordiger van deze stelling. Wat denkt u daarvan?

Lehner: Dat is aantoonbaar onjuist.
Pius XII (1939-1958) werd tot paus gekroond door een man die volgens de politie van Rome al tientallen jaren een pederast was.
Zijn voorganger Pius XI (paus van 1922-1939) wordt op vrijwel alle officiële foto’s omringd door twee hooggeplaatste geestelijken, over wie in politiedossiers vergelijkbare gegevens kan lezen. David Kertzer vermeldt dit ook in zijn boek “The First Deputy”. Misschien was de omvang vóór 1968 minder. Ik weet het niet en ik doe geen statistische uitspraken. Maar het feit dat er dergelijke gevallen waren – en veel meer dan aangenomen – is een feit.

Vraag: Welke reacties heb je tot nu toe op je boek gekregen?

Lehner: Ik was bijzonder blij met de welwillendheid en behulpzaamheid van de jezuïetenorde. De mensen daar zijn echt geïnteresseerd in de verwerking ervan. Tot nu toe heb ik alleen maar reacties van collega-historici gekregen – en die waren alleen maar positief.

Vraag: Als historicus, theoloog en katholiek: welke hervormingen zou u graag zien in de katholieke Kerk, zodat zij eindelijk grip krijgt op het probleem van misbruik?

Lehner: Paus Franciscus doet het niet beter. Je hoeft alleen maar eens te kijken naar de rehabilitatie van bisschop John Nienstedt (tot 2015 aartsbisschop van Saint Paul en Minneapolis) een paar weken geleden. Tien jaar na zijn aftreden wordt de gelovigen nu gevraagd, zonder enige rechtvaardiging of enig bewijs, om de hoogste Vaticaanse rechtbank te vertrouwen dat er geen waarheid zat in de beschuldigingen tegen Nienstedt. Maar: Vertrouwen is als een brug waarmee je een rivier oversteekt. Je stapt er alleen op als je goede redenen hebt om aan te nemen dat de planken niet verrot zijn. Omdat we de afgelopen jaren herhaaldelijk in het diepe zijn gevallen omdat we blindelings vertrouwden op wat ons vanaf de overzijde werd gezegd. Katholieken vandaag de dag hebben goede redenen nodig om zich op deze brug te wagen.

Vraag: Een vonnis zonder de motivering ervan te publiceren is tegenwoordig niet meer voldoende? Is de Vaticaanse Brug te verrot na alle schandalen en doofpotaffaires?

Lehner: Precies. Maar autoritair als hij is, begrijpt Francis dit niet. Hoe kun je iemand vertrouwen voor wie transparantie over misbruikkwesties een vreemd concept is – zie Theodore McCarrick (ontslagen voormalig aartsbisschop van Washington en kardinaal)? Of die mensen naar het hoogste ambt promoveert die bewezen hebben daders van misbruik te beschermen, zoals het hoofd van het dicasterie van de geloofsleer kardinaal Victor Manuel Fernandez. En die geen tekenen van koerswijziging laat zien, zoals de eerder genoemde Nienstedt-zaak laat zien.

Dit is geen manier om het vertrouwen te herwinnen.

Lees meer over prof. Lehner

bron: domradio.de/kath.ch

beeld: https://al.nd.edu/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *