Synodale wind in katholiek Nederland, voorzichtig briesje?

ANALYSE door Hendro Munsterman in het Nederlands Dagblad

 Waait eindelijk iets van een heus synodaal windje door katholiek Nederland? Gelovigen mogen opnieuw meepraten over kerkvernieuwing en er is door de bisschoppen zelfs een landelijke werkgroep synodaliteit opgericht. Maar het moet allemaal heel snel en tegelijk voorzichtig.

AMERSFOORT

Slechts twee maanden hebben parochies, kloosters, geloofsgemeenschapen en andere katholieke bewegingen en organisaties om opnieuw te praten over kerkvernieuwing. Op 15 mei moeten de Nederlandse bisschoppen een samenvatting van de reacties uit Nederland naar Rome sturen. Een maand eerder willen ze aan het maken van die samenvatting beginnen. 

Dat betekent dat alles op alles gezet moet worden. Een ‘landelijke handreiking’ voor parochies en andere groepen moet daarbij helpen. Om dat allemaal te organiseren hebben de bisschoppen een Landelijke Werkgroep Synodaliteit, ‘met een brede samenstelling’ opgericht. 

De samenstelling ervan is inderdaad breder dan in de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk gewoonte is. Al kan het natuurlijk nog beter. Migrantenkerken zijn bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd. Zeven van de acht leden zijn bisschop, priester of aan een religieuze orde, congregatie of beweging verbonden. De decaan van de katholieke theologische faculteit is de enige ‘echte leek’. Vijf mannen en drie vrouwen. 

De Utrechtse hulpbisschop Ted Hoogenboom, eveneens lid van de landelijke werkgroep, was afgelopen herfst tevreden en zelfs enthousiast teruggekomen van de eerste sessie van de bisschoppensynode. In Rome was vier weken gesproken over wat er twee jaar lang door gelovigen uit de hele wereld aan ideeën voor vernieuwing van de kerk naar Rome was gestuurd.

Daar hadden Hoogenboom en de andere leden een voor de zo hiërarchische Rooms-Katholieke Kerk volstrekt nieuwe gesprekscultuur leren kennen. Meningsverschillen werden open besproken, mijlenver van de kerkelijke angstcultuur die in sommige Nederlandse bisdommen nog heerst.

Lees de volledige analyse in het Nederlands Dagblad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *