Alles blijft voorbijgaan…


‘Kijk eens wie daar voorbij gaat’. Mensen wijzen elkaar vaak op medemensen die langs
lopen. Voorbijgangers bekijken is de meest geliefde bezigheid van veel terraszitters.
Kijken naar wat en wie voorbij komt, voorbij gaat. En dan soms zachtjes neuriën:
Die zien we nooit meer… terug!


Maar dat weet je maar nooit.
De dichter Jules Deelder (1944-2019) had z’n eigen kijk op de tijd:
Alles blijft
Alles gaat voorbij
Alles blijft voorbijgaan
Terwijl de journalist/dichter Jan Eijkelboom (1926-2008) in een van zijn gedichtenbundels
noteert: Wat blijft komt nooit terug.

Het zijn doordenkertjes waar je wakker van kunt liggen. Niet doen, althans niet te vaak, want er gaat niets boven een ongestoorde nachtrust, hoe kort ook. Nadenken kun je beter overdag doen, al moet je oppassen dat het niet doorslaat naar piekeren. Want dat is jammer van je tijd.

‘Denk eens even goed na…’.
Het is de meest gebruikte zin van alle soorten opvoeders, leraren en zelfs van betweters.
Ik hoor het mijn leraar algebra nog zeggen: ‘Gebruik even je verstand Wijnands, kijk eens
goed, het is niet zo moeilijk’.
Nee, voor hèm niet, anders was ‘íe geen leraar wiskunde geworden. Maar ik lag wakker van
die kloterige algebra-opgaven waar ik absoluut geen raad mee wist.
Pff, ik heb er in moeten berusten dat ik een alfa-mannetje ben en ben daarom des te trotser op
m’n twee kleinzoons.
Alle twee getalenteerde beta-mannen, maar die gelukkig nooit, als ze iets over hun studie
vertellen, tegen me zeggen: ‘Opi, kijk eens. Het is heel eenvoudig. Kijk…’.
En dan weet ik ècht niet waar ik naar moet kijken.

Alfa, bèta, het zal wel. Het gaat er tenslotte om dat je zoveel mogelijk wil weten. ‘Je moet ’s
avonds meer weten dan je ‘s morgens wist’, is een uitspraak van de Amerikaanse
wetenschapsfilosofe Donna Haraway.
Maar dan moet je natuurlijk ook iets wìllen weten. Nieuwsgierig zijn en niet te gemakkelijk
roepen ‘Weet ik veel’, want dan zeg je in feite dat je niks weet.
Verwonderd blijven, over van alles en nog wat. Volgens de Dominicaan en theoloog Thomas
van Aquino (1225-1274) is verwondering niets meer en niets minder dan verlangen naar
kennis. Meer willen weten over de levensvragen, over de zin van het zijn, of zoals Hamlet het zich
afvroeg: ’To be or not to be’.

In het toilet van een café in New York had iemand een paar variaties over die levensvragen op
de muur geschreven:
To be is to do (Sören Kierkegaard)
To do is to be (Jean-Paul Sartre)
To dobedobedo (Frank Sinatra)
Hongerig naar kennis, naar willen weten. Nieuwsgierig zijn. Dat ligt, net als de twijfel, aan de
basis van de wetenschap. Daarom verbaast het me dat er de laatste tijd op universiteiten in binnen- en buitenland studenten klagen dat ze zich niet op hun gemak voelen als er bepaalde onderwerpen aan de
orde komen en worden besproken.
En anderzijds klachten van hoogleraren en docenten die bang zijn om een standpunt ter discussie te stellen. Ja, alles willen weten en er met elkaar – en vooral andersdenkenden – over praten; zoveel
mogelijk kennis opdoen. Dat is toch de bedoeling van een universitaire opleiding?
Maar…, hoor je op veel universiteiten,… als het maar niet gaat over ongemakkelijke,
controversiële onderwerpen zoals antisemitisme, discriminatie, genocide, slavernij.
Te bang om iets te horen wat je niet wil weten?
Godzijdank mag ik in mijn land zeggen wat ik wil – binnen de grenzen van de democratische
wetten -, maar realiseer me tegelijkertijd dat ik, in alle vrijheid, ook op m’n woorden moet
passen…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *