De kunst van het kunnen stoppen en loslaten

verandering als een kans

Interview op Domradio.de met Stefan Burtscher pastoraal werker in de Keulse binnenstadparochie St. Severin en daklozenpastor)|  

Het leven omvat veel kleine afscheidsmomenten. Sommige zijn pijnlijk, andere zijn goed. Het is het beste als je zelf kunt beslissen wanneer het tijd is. Daarom is het kunnen stoppen een luxe waar je jezelf op moet trakteren.

DOMRADIO.DE:  In een artikel in de parochieblad schrijf je dat het soms bevrijdend kan zijn om iets tot een goed einde te brengen, zodat je verder kunt gaan met iets nieuws. Toch is het lastig om het vertrouwde achter je te laten. Wanneer heb jij voor het laatst iets los moeten laten?

Stefan Burtscher: Dat was eind maart. In de wintermaanden is er ons “nachtcafé” voor dakloze gasten die altijd één nacht per week bij ons in de parochiezaal slapen. ‘s Avonds worden ze ontvangen met een warme maaltijd en de volgende ochtend krijgen ze een ontbijt. Omdat dit jaarlijkse aanbod alleen voor het koude seizoen bestaat, was het voor mij de afgelopen weken ook een tijd van loslaten.

Nu vraag ik me af hoe gaat het met deze mensen die bij ons en in andere gemeenschappen een tijdelijk onderkomen hadden gevonden? gaat het nu? Waar kan ik de een of de ander ontmoeten tijdens de zomer? Misschien zien we elkaar pas volgende winter weer? Dit baart mij zorgen omdat het de stopzetting is van iets dat voor mij persoonlijk en voor de vele vrijwilligers veel voldoening geeft. Het valt mij niet mee om dit project, waar ik heel blij mee ben en dat goed loopt, de zomerpauze in te laten gaan.

Een ander moment, niet zo lang geleden, kreeg ik een grote breuk in mijn persoonlijke leven. Na mijn studie theologie in Innsbruck kreeg ik onverwachts de kans om hier te werken op de daklozenbediening in Keulen en in St. Severin. Ik hoefde er niet lang over na te denken omdat ik het als een kans zag en het totaalpakket voor mij heel harmonieus was. Toch was de beslissing een keerpunt omdat ik plotseling alles wat ik wist en waarmee ik vertrouwd was, moest achterlaten – ik ben geboren in een klein, rustig stadje in Vorarlberg/Oostenrijk, waar iedereen iedereen kent – om van nu af aan verder te kunnen gaan. om meteen te vertrekken naar een voor mij onbekende grote stad, midden in de pandemie. Dat betekende een compleet nieuw begin – zij het met blije verwachting.

DR.:  Ze zeggen het:  afscheid betekent vaak dat je naar nieuwe oorden vertrekt; een dynamiek die deel uitmaakt van ons leven. Toch stellen veranderingen ons altijd voor uitdagingen. Daarin schuilt een soort dilemma. Maar hoe komt het toch dat we vaak lang vasthouden aan wat we gewend en wat we weten?

SB.: Waaraan we gewoon zijn en wat vertrouwd is, geeft ons geborgenheid en ook een zeker thuisgevoel. Weten wat we iedere dag kunnen verwachten, geeft ons ook gemoedsrust. En ergens thuis zijn betekent ook daar willen zijn, daar blijven en niet per se verder willen om deze vertrouwde plek in te ruilen voor onzekerheid en het onberekenbare. Daarom houden wij graag vast aan de routines van het dagelijks leven. Maar het vergt inspanning, moeite en moed om er vanaf te komen. Stilstaan en stoppen past eigenlijk niet in onze haastige, non-stop samenleving. Je kunt adviezen krijgen over allerlei onderwerpen: zelfontdekking en zelfverwerkelijking, zelfs succesvol mislukken, maar niet hoe je met iets kunt stoppen. Dat is nogal opmerkelijk.

Daarnaast zijn mensen gewoonte- en kuddedieren die zich prettig voelen in een gemeenschap. En vraagt nieuwsgierigheid en bereidheid om ergens uit te breken om achter te laten wat houvast geeft. Maar soms moet je in het onbekende ‘springen’. En niet iedereen heeft die moed.

DR.:  In uw artikel in de parochiekrant gaat over “het kunnen stoppen”, dat vraagt actie op eigen initiatief. Niemand van buitenaf dwingt je dus om te stoppen: met een relatie, met een baan, met een gewoonte… In hoeverre is er ruimte om tijdig en geheel vrijwillig tot een besluit te komen?

SB.: Om te kunnen stoppen is een vooruitziende blik nodig. Het vinden van het juiste moment om te stoppen is erg waardevol. Dankbaar – zelfs met een zekere weemoed – uit eigen vrije wil stoppen voelt heel anders dan moeten stoppen omdat druk van buitenaf daartoe dwingt. Zelfs de auteur van het oudtestamentische boek Ecclesiastes wist dat alles zijn tijd heeft. Daarnaast vergt stoppen meestal ook dankbaarheid. Hoe geweldig is het om dank te kunnen zeggen voor wat je hebt meegemaakt en bereikt, zonder enige bitterheid, teleurgestelde hoop en geheime onvervulde wensen. En ook de magie van een nieuw begin en vrijheid hoort er bij. Alleen wanneer bestaande verplichtingen, om ‘t even of je die met plezier of met moeite op je nam, niet langer bestaan, kan er iets nieuws ontstaan. Je kunt je dan aan andere dingen wijden – uiteindelijk is het een win-winsituatie voor iedereen. 

Het krampachtig vasthouden aan iets vertroebelt het zicht op ontwikkeling en de winst aan vrijheid. Aan de andere kant kan stoppen met werken verandering en verandering mogelijk maken, zelfs in een gemeenschap waar sommige mensen jarenlang, soms tientallen jaren, hetzelfde werk doen. Dit is ongetwijfeld waardevol en verdient respect, maar het is ook een kans als iemand anders met een nieuw, briljant idee komt. Het maakt in ieder geval een groot verschil of je zelf kunt beslissen of iets goed en voorbij is en te kunnen zeggen dat iets succesvol was, en dat het goed was maar dat het nu tijd is voor iets anders. en voor andere mensen, … misschien is de vreugde nu weggevallen en voel je alleen nog de last van de verantwoordelijkheid. Het is belangrijk om de tekenen des tijds te herkennen – en ook te onderkennen dat wat een paar jaar geleden belangrijk was, vandaag de dag niet langer aan de orde is: niet voor mij, niet voor de samenleving en niet voor de kerk. 

DR.: Vooral de kerk heeft het bijzonder moeilijk met veranderingen… 

SB.: Waar het om draait is hoe je met gewoontes omgaat. Houd jij vast aan tradities omdat iets altijd precies hetzelfde is geweest en niet in twijfel wordt getrokken? Dat kan toch niet. Tradities mogen geen doel op zichzelf worden, dat verwordt tot traditionalisme.. Het verschil tussen moeten stoppen en kunnen stoppen ligt juist in het besef dat iets misschien niet meer die innerlijke geest ademt of innerlijke kracht heeft die iets uitstraalt. Wij hebben het hiermee in de kerk zo moeilijk omdat we een schat aan tradities hebben die veel voor mensen betekenen. Maar daardoor missen we misschien de kans om na te denken over de vraag of de inhoud ervan nog steeds relevant is, of we sommige dingen alleen voor de show doen, of dat bestaande behoeften op andere manieren kunnen worden bevredigd. 
Het helpt om ideeën uit te wisselen, contact te zoeken met anderen en hen vragen te stellen. Iedereen die alleen maar in zijn eigen bubbel leeft, loopt het risico persoonlijke ervaringen, gevoelens en overtuigingen tot universele standaard te maken. Last but not least gaat het om innerlijke vrijheid: namelijk niet blijven hangen, maar juist openstaan ​​voor wat er op dat moment speelt en jezelf ook openstellen voor nieuwe dingen die misschien nog in het verborgene liggen. Dan word je nog meer gespitst op de roep van God.

DR.:  Daarmee raak je de spirituele dimensie …

SB.: Het ‘Onze Vader’ is voor ons een goed kompas: ‘Uw Rijk kome, uw wil geschiede…’ staat er. En niet mijn wil. Het gaat hier om de vraag in hoeverre iemand daadwerkelijk betrokken raakt op God. En dat gaat misschien makkelijker als je in moeilijke situaties al hebt ervaren dat God er was en mij droeg. Dan is vertrouwen makkelijker. Als ik mij God voorstel als een verbindende brug in mijn leven, zie ik Hem misschien niet op elk van de vele pijlers oplichten, maar ik heb ik er toch vertrouwen in: ik kan deze brug oversteken. Ze draagt me.

DR.:  Anders gezegd: bestaat er ook een moment dat je de boot mist? Is het ooit te laat om ergens mee te stoppen? En wat betekent dat omgekeerd? Niet voor niets bestaat er een gezegde over “stoppen op het hoogtepunt”…

SB.:  Wat het geestelijke aspect betreft, is het zeker nooit te laat voor God. Hoe vaak we zijn uitnodigingen ook negeren of afwijzen, er zal altijd een nieuwe mogelijkheid zijn waar we ja op kunnen zeggen. Het woord ‘gemiste kans’ is hier slechts in beperkte mate van toepassing. 

In het alledaagse leven is dat anders. Er bestaat zoiets als een ‘kairos’, dat is het juiste moment om van een kans te profiteren – of niet – en misschien zelfs achteraf spijt te hebben dat je die kans hebt gemist. Ook hier helpt het om attent te zijn op signalen van buitenaf. Dit geldt vooral voor de huidige situatie in de kerk, waarin veel van wat we weten een houdbaarheidsdatum heeft en kansen benut moeten worden zodat nieuwe dingen kunnen groeien. Het kan een grote opluchting zijn om erop te vertrouwen dat er iets nieuws in het verschiet ligt nadat je bent gestopt, immers het verlangen van de mens naar God blijft bestaan. En degenen die in hun leven dichtbij God staan, die hun relatie met Hem beleven, zullen niet ondersteboven zijn van veranderingen. Ze zullen nieuwe vormen willen vinden die hun geloof grond onder de voeten geven. 

We hebben het hier in Keulen nog steeds erg gemakkelijk. Er is een breed aanbod aan misvieringen. Maar wat als een groot deel ervan voor eens en voor altijd wegvalt? Ik zie bij het teloor gaan van veel goede tradities een grote kans dat mensen zelf actief worden en nadenken over met wie ze hun geloof gaan vieren en hoe ze dat in de toekomst gaan doen. Juist voor jonge mensen zijn er veel mogelijkheden om op zoek te gaan naar nieuwe vormen van geloofsbeleving. Loslaten en ophouden met iets wat gebruikelijk was kan daardoor veel vrijheid geven.

DR.:  Kun je dat leren, een punt te zetten? 

SB.:  Zeker, met kleine stapjes. Een zekere innerlijke vrijheid helpt om jezelf los te maken van verwachtingen, beperkingen en druk van buitenaf. En het helpt om duidelijk te zijn over wie ik ben, wat voor mij belangrijk is in het leven, wat mij betekenis geeft, waar ik steun en een innerlijk spiritueel thuis vind. Ik ben ervan overtuigd dat je thuis voelen enorm helpt bij het kunnen los laten. Zelf maak ik me helemaal geen zorgen erover dat ik in een gat zal vallen als ik gestopt ben. 

DR.: Kent u verhalen uit de Bijbel die u moed geven om te kunnen stoppen?

SB.: Een goed voorbeeld zijn de roepingsverhalen van de leerlingen. Ze worden uit hun dagelijks leven weggeroepen om Jezus te volgen. Ze laten hun oude leven achter zich, zeggen ‘ja’ zonder mitsen of maren en storten zich in een avontuur met een onzekere uitkomst. Dat is moedig. Wie durft dat! Ze hadden geen speciale kwalificaties of zelfs maar een universitair diploma, vroegen niet naar voorwaarden of annuleringsverzekeringen, maar lieten alles vallen en storten zich in het nieuwe. Het is geruststellend dat Jezus precies zulke leerlingen koos. En dat hij hen trouw bleef, ook al begrepen ze nauwelijks iets van wat hij hen leerde. 

Of het verhaal van Elia en Elisa uit het Oude Testament, dat de opvolging van de ene profeet op de andere beschrijft. Net als Elisa voorbij komt, slaat Elia de mantel om hem heen als teken dat er nu een nieuwe tijd aanbreekt. Dat is een mooi voorbeeld van vertrouwen: namelijk dat er iemand anders na jou komt. Hij kan veel anders doen, andere accenten leggen, een ander charisma met zich meebrengen, maar hij zal er zijn. 

Voor mij is het een hele geruststellende gedachte dat deze starre, krachtige en intens levende Elia begrijpt dat nu de tijd is aangebroken voor zijn opvolger. Dat is een krachtig beeld. Het verlicht mij enorm om te weten dat het kerk- en gemeenschapsleven hier in St. Severin niet alleen van mij afhankelijk is. Ik ben slechts een van de vele stukjes van de puzzel en de rol die ik vervul is niet de belangrijkste. Ik kan mijn plaats ook opgeven en het gaat nog steeds door.

Het interview werd afgenomen door Beatrice Tomasetti.

beeld: shutterstock, © Mariia Korneeva 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *