‘Leer nú dingen…’

Hoewel gezegend met drie kinderen en evenveel kleinkinderen was het me totaal ontgaan:
afgelopen zondag was het Wereldkinderdag; althans voor de rooms-katholieke kerk.
Want er bestaan al twee soortgelijke dagen. Op 1 juni wordt in veel landen de internationale
Kinderdag gevierd; een feestdag waarop kinderen worden getrakteerd.

Turkije was trouwens het eerste land dat een Dag van het Kind instelde, al in 1920.
En in 1954 lanceerden de Verenigde Naties de Internationale Dag van de Rechten van het
Kind; die wordt wereldwijd op 20 november gehouden.

Geweldig toch?, al die dagen waarop het kind in onze belangstelling staat. Dagen waarop zo’n
beetje de hele wereld de kinderen het allerbeste toewenst, voor nu en in hun latere leven.
Jammer alleen dat ontelbaar miljoenen kinderen daar niks van merken.
Nu niet, en ook niet als ze – vaak veel te vroeg – de wereld van volwassenen in stappen, of in
worden geschopt.

Want kindermisbruik en kinderarbeid zijn kennelijk onuitroeibaar en er zullen helaas altijd
kinderen het onschuldige slachtoffer blijven zijn van oorlogen en vervolgingen, doelwit van
pesterij en discriminatie.
Dat nu ook de rk-kerk een speciale Kinderdag viert schuurt een beetje. Het kindermisbruik
binnen de kerk staat haaks op de pauselijke aansporing om goed voor onze kinderen te
zorgen. Maar als nu voortaan ook (sommige) geestelijken en religieuzen hun handen thuis
houden, dan zijn we al een eindje op de weg naar een veiliger samenleving voor kinderen.
‘De wereld verandert door kleine dingen’, schreef paus Franciscus in een speciale boodschap
ter gelegenheid van die Wereldkinderdag, zoals: ‘anderen begroeten, zich verontschuldigen,
toestemming vragen, dankjewel zeggen’.
Het zijn elementaire fatsoensregels die in ieder handboek voor opvoeders op pagina 1 staan.
‘Braaf zijn en luisteren’.

Natuurlijk heb ik dat ook wel eens of vaak tegen onze kinderen gezegd.
Tot ze hun eigen levenspad opwandelden en dan mag je blij zijn als ze daarna nog wel eens
naar je willen luisteren.
Luister op Youtube nog maar eens terug naar dat geweldige liedje ‘Op een mooie
Pinksterdag’, waarin André van den Heuvel zijn dochter toezingt: ‘Pas op m’n kind, dat
hondje bijt. Ze luistert niet…’.
Eugen Drewermann is een Duitse theoloog en oud-priester die vanwege zijn kritiek op de
autoritaire structuur van de rk-kerk in conflict kwam met de Vaticaanse hiërarchie.
Hij werd in de jaren negentig monddood gemaakt en geschorst als priester. In 2005, op zijn
65 ste verjaardag, hield hij het voor gezien en verliet de kerk.
Hij was een dwarsdenker en die zijn nergens welkom. Maar zijn levensopvatting is
universeel: even simpel als indrukwekkend: ‘De vraag is niet hoe lang we leven, maar hoe
goed we leven’.

Drewermann is niet de enige (theoloog/priester) die teleurgesteld raakte over de Vaticaanse
regelgevingen, ge- en verboden. Maar hij is niet bitter, of boos, en al helemaal niet zo rabiaat
als de kruisridder waar limerick-dichter John O’ Mill (1915-2005) over schreef:


Een fel papenvreter in Leiden
die alles wat rooms is wil mijden
heeft ook, consequent tot het bittere end,
het kruis uit zijn broek laten snijden

Afgelopen zondag was het stralend weer in Rome, een zonovergoten Sint Pietersplein, meer
dan 50.000 bezoekers onder wie heel veel kinderen. Wereldkinderdag.
De paus in een zetel onder een groot baldakijn met kinderen aan zijn voeten en een bijzondere
gastspreker: Roberto Beningi, beroemd geworden door zijn film La vita è bella.
Die vertelde in zijn sprankelende begroetingswoord dat ‘ie (zogenaamd) van een Zwitserse
Gardist te horen had gekregen: ‘U mag alles doen, maar één ding niet: de paus aanraken’.
Dus deed Benigni precies wat ‘ie niet ‘mocht’ doen: hij liep hij naar de paus en zei ‘Ik mag u
eigenlijk niet aanraken, maar ik kom u toch, namens alle kinderen hier op het plein, een kus
geven’. En zo geschiedde. (zie foto)

Een half uur praatte Begnini, bijna struikelend over zijn eigen woorden, grappend,
inspirerend. ‘Droom’, riep hij tegen alle kinderen. ‘Droom. Dat is het mooiste wat er is en ik vertel je ’n
geheim: om te dromen hoef je je ogen niet te sluiten. Je moet ze openen. Je moet je ogen
openen en lezen, schrijven, uitvinden’.
Hij had nòg een boodschap: ‘Ik weet dat je nu nog klein bent, je bent nog op ’n leeftijd dat je
niet weet wat je moet doen, je hebt veel twijfels. Maar maak je geen zorgen. Je zult volwassen
worden en dan zul je er nog méér hebben….
Toen ik klein was zei m’n moeder tegen me: ‘Robertino, leer nú dingen, want als je groot bent
zul je niets meer begrijpen…’.

beeld: Vatican News, divisione photo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *