Kanttekeningen bij een bisschoppelijk schrijven

Kanttekeningen bij een bisschoppelijk schrijven

Naar aanleiding van Sacramentsdag 2012 op 10 juni publiceerden de Nederlandse bisschoppen een brief over waardig communiceren. Bedoeld is op waardige wijze te communie gaan. Wim Hendriks, theoloog en exegeetpubliceerde enkele kanttekeningen. Die kunnen u een andere belichting geven dan de bisschoppen in hun brief naar voren brengen. 

De brief van de bisschoppen kunt lezen op de site van het aartsbisdom: www.aartsbisdom.nl

 

Misbruikt citaat
De bisschoppen beginnen hun brief met een citaat van de kerkvader Justinus uit het midden van de tweede eeuw. Dit citaat over de deelname aan de eucharistie luidt als volgt: ‘Niemand anders mag hieraan deelnemen dan hij die gelooft dat onze leer waar is, die gedompeld is in het bad ter vergeving van de zonden en tot wedergeboorte en die zijn leven volgens de overlevering van Christus inricht’ (Apologia I, § 66,1). (Zie GJM Bartelink, Twee apologeten uit het vroege Christendom: Justinus en Athenagoras, Kampen 1986). Helaas is dit citaat op onverantwoorde wijze uit zijn context gelicht.
 

Niet-aanwezigen
Aan het gegeven citaat gaat onmiddellijk vooraf: ‘Heeft de voorganger de dankzegging gesproken en heel het volk zijn instemming betuigd, dan delen zij die bij ons diakens heten aan ieder van de aanwezigen uit van het brood, de wijn en het water waarover de dankzegging uitgesproken is en brengen daarvan ook aan hen die niet aanwezig waren’ (Apologia I, § 65,5).

Zelfs de niet-aanwezigen gaan te communie onder beide gedaanten, niet alleen brood, maar ook wijn die vermengd is met water. (Zie hiervoor ook § 67,5).

 

Eucharistie én diaconie

Aan het eind van de door de bisschoppen aangehaalde tekst van Justinus (Apologia I, § 66,4) wijst deze het ritualisme van de Mithrasmysteriën af: daar wordt middels enige formules iets uitgespookt met brood en beker. Justinus spreekt hier van ‘de boze demonen’.

Onmiddellijk na § 66,4 vervolgt Justinus dan: ‘Wij nu herinneren naderhand elkaar stééds daaraan, helpen al degenen die gebrek lijden, voor zover het in ons vermogen ligt, en blijven elkaar voortdurend steunen’ (Apologia I, § 67,1).

Hieruit blijkt duidelijk dat eucharistie en diaconie met elkaar verbonden zijn, en wel onlosmakelijk: wat wij tot gedachtenis aan Jezus doen, impliceert niet alleen elkaar voortdurend steunen, maar ook allen helpen die gebrek lijden. Anders gezegd, geen eucharistie zonder voedselbank, geen pastoraal steunpunt zonder eucharistie.

 

De intentie telt

Verderop in hun brief verwijzen de bisschoppen naar het decreet Sacra tridentina synodus van Pius X (20 december 1905). Daar valt te lezen dat niemand in staat van genade en met een juiste en vrome instelling van de heilige tafel geweigerd mag worden. Dat geldt uiteraard voor alle gedoopten.

Men nadert de tafel des Heren ‘met de bedoeling God te behagen, zich meer in liefde met hem te verenigen en met dit goddelijk geneesmiddel de eigen zwakheden en fouten te verhelpen’. Het valt te betreuren dat de bisschoppen de ruimte die Pius X hier biedt, niet ruimhartiger ter sprake brengen.

 

Oecumene

Tot slot, een woord van de Heer: ‘Mijn broeders zijn zij die de wil van mijn vader doen’ (tweede brief van Clemens, 9,11; zie ook Mc 3,35 met parallellen). Dat betekent dat leden van andere christelijke denominaties broeders en zusters van de messias zijn, en derhalve niet zomaar weggestuurd mogen worden.

 

Wim Hendriks is gevormd door karmelieten en dominicanen, doctor in de theologie met licentiaat bijbelwetenschappen. Momenteel bestudeert hij de tekst van de evangelies bij de kerkvaders.


bron: nieuwsbrief dominicanen

 

Niet gecategoriseerd