Artikel van de maand

Van jezelf uit

Geïnspireerd door de profeet Jesaja, en Theodore Roszak schreef Peer Verhoeven over onze eigen kracht.

In de godsverduistering van de huidige moderne tijd, kunnen we nergens anders te rade gaan dan bij onszelf. Terwijl we langzamerhand zijn geworden tot dat verscheurde en innerlijk gekwelde wezen dat moderne mens heet, ontdekken we alles wat we hebben verloren – ons visioen en monnikeninzet – weer opnieuw in het diepst van onszelf. Daar en nergens anders.
(naar Theodore Roszak 1933-2011)

Bij zijn kennismaking met hen wees een pastoor de parochianen erop, dat zij voor de parochie belangrijker waren dan hij. Want zij vormden de vaste gemeenschap en hij zag zichzelf slechts als passant die met enig geluk enkele jaren daar verbleef en mocht meedoen, maar dan zou verdwijnen. De goede man had niets van de sacerdos in aeternum boven en tegenover het volkje dat voor de bedéling van Gods gaven van hem afhankelijk zou zijn. Aan wat deze pastor zei en in de praktijk waarmaakte moest ik denken toen ik me dezer dagen afvroeg waarom parochies zich voor de dagelijkse gang van hun zaken zo afhankelijk opstellen. Er wordt in het veld gewacht totdat er eens een paus of bisschop komt die de volle gelijkwaardigheid van man en vrouw erkent, roeping niet meteen afhankelijk maakt van hoe iemand geaard of gevaren is en die het bijzondere priesterambt ziet als afgeleid van het algemeen priesterschap van de gemeenschap. Nog steeds ziet de kerk zich echter als Gods kerk, gesticht door Gods zoon. En Gods zoon staat volgens de nog steeds aangehangen leer ook aan het begin van de apostolische opvolging die paus en bisschoppen en in afgeleide zin priesters heel veel geeft en de gemeenschap heel veel ontneemt. Een paus die meegaand is en de tekenen des tijds verstaat kan daarom voor hetzelfde geld opgevolgd worden door een heilige vader die de klok van democratisering, emancipatie en holistisch organistisch denken en beleven terugdraait zo niet stilzet.

De moedeloze Jeremia ontdekte dat niet een ontvangen opdracht of een geloofsregel de goddelijke drijfveer voor zijn leven was, maar dat die stuwkracht in hemzélf huisde. Dit eigen innerlijk, dat uiteindelijk bepalend is, ontdekken mensen wanneer ze in ultieme situaties ‘op zichzelf worden teruggeworpen … zichzelf tegenkomen’. ‘Ons visioen en monnikeninzet ontdekken we weer opnieuw in het diepst van onszelf en nergens anders’, zei Theodore Roszak decennia terug. Het komt uit de mensen zelf voort. De geïnstitutionaliseerde kerk lijkt te zeer in zichzelf gevangen en zozeer in haar leer versteend, dat van haar nauwelijks een lijn naar de toekomst verwacht mag worden. Met toch steeds op paus en bisschop te wijzen en af te wachten tot zij iets uitvaardigen of toelaten, wekt ‘het veld’ de indruk zich aldus te willen verontschuldigen, de boot af te houden. Is het gebrek aan moed, tekort aan vertrouwen in wat mensen in zich hebben, kleingelovigheid? Jeremia ontdekte de ware goddelijke impuls uiteindelijk in zijn eigen binnenste. En dit ontdekt onze tijd ook weer. ‘Wie moet het gaan doen?’, vraagt Frédéric Lenoir zich af en hij antwoordt: ‘De moderne wereld heeft het individu op een voetstuk geplaatst en daarom zal de wereld pas veranderen wanneer individuen zichzelf veranderen … Laten we vooral niet wachten tot onze overheden het voortouw nemen: (Hoe we de wereld kunnen genezen, p.204)

Weetgierig als ik ben, daalde ik af
tot in het diepste van mijzelf
maar nog dieper trof ik Hem …

(Bernardus van Clairveaux, 1090-1153)

 

 

Als een gebed

Zou ik zeggen:
ik wil uw naam niet langer horen,
Gij bestaat voor mij niet meer.

Zou ik zuchten:
ik geef het op;
er is geen hoop,
geen doorkijk
door de dood,

dan zou ik losgeslagen
en in ademnood
mijn dagen zielloos slijten;
dan zou ik bang en beducht
mijn wegen gaan.

Want wie ben ik
als niet in U geborgen?
Wat is leven als niet met U,
met U mijn God, mijn ziel en zaligheid?

(Peer Verhoeven, geïnspireerd door  Jeremia’s klacht)

(© Foto’s: Ad Wagemakers) 

Niet gecategoriseerd