Kan de Nederlandse kerk van de Belgische leren?

door Frans Wijnands    –

 

Ook in België – met name in Vlaanderen – worden kerken gesloten. Maar mondjesmaat. En worden parochies samengevoegd en omgevormd tot pastorale eenheden. Maar op lange(re) termijn en met brede inspraak.  En toch heerst er niet die brede ontevredenheid over parochiefusies en kerksluitingen zoals in Nederland, en dan met name in het aartsbisdom Utrecht.

Ligt het aan de Belgische gelovigen? Zijn ze volgzamer, meer berustend? Pakken de Vlaamse bisschoppen het anders aan dan sommige van hun Nederlandse confrères? Ook in België is het priestertekort nijpend en het aantal roepingen erg laag. Ook in Vlaanderen en Wallonië loopt het kerkbezoek terug en blijven veel kerken door de week, maar ook op zondag (vrijwel) leeg.

Sluiten dan maar?, of rigoreus fuseren? Geen van beide is aan de orde. ‘Ook al is de kerk op wandelafstand op den duur niet langer haalbaar’, meent Jürgen Mettepenningen. Hij is theoloog, doceert aan de Katholieke Universiteit Leuven en was gedurende enkele maanden woordvoerder van mgr. Léonard van het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Maar hun visie, hun aanpak liep dusdanig uiteen dat Mettepenningen het al snel voor gezien hield.

Vlaanderen telt bijna 1800 parochies. Dat moeten er op heel lange termijn nog maar 400 zijn. Maar de Belgische bisschoppen nemen er de tijd voor. ‘Het gaat voor alles om de mensen, om de gelovigen. Niet om de kerkstructuur of de kerkgebouwen’, zegt Olivier Lins, woordvoerder van de bisschop van Antwerpen.

Niets van boven op leggen, maar van onder af nieuwe structuren opbouwen, is het devies van de Vlaamse bisschoppen. Overal in België is de een-op-een-verhouding nog steeds standaard: één kerk per parochie. En dan liefst met een eigen pastoor. Dat laatste wordt moeilijker. Maar ook met minder priesters wordt getracht het Evangelie bij de mensen te brengen en het geloof levend te houden. Hoe?. Door zorgvuldig pastorale eenheden op te bouwen die tot over de traditionele parochiegrenzen heen kunnen reiken.

Want het geloof wordt niet alleen in de parochiekerk beleefd. ‘Maar ook in scholen, in gevangenissen, in ziekenhuizen en bejaardenoorden en bij jeugdverenigingen’, aldus Lins. In die pastorale eenheden krijgt de gelovige leek een veel grotere rol met bijbehorende verantwoordelijkheid.

 

Pastorale werkers/werksters, diakens en vrijwilligers  krijgen meer  taken toebedeeld; ook als er geen pastoor of priester als leider aanwezig is. In dat geval houdt de deken een oogje in het zeil.  Natuurlijk neigt die ontwikkeling naar fusering, naar grotere kerkgemeenschappen, althans groter dan de traditionele parochie.

Dat er desondanks in Vlaanderen en Wallonië maar mondjesmaat kerken worden gesloten of aan de eredienst worden onttrokken is historisch verklaarbaar en vindt z’n oorsprong in de Napoleontische tijd. Veel kerkelijk eigendommen werden toen onteigend, maar tegelijkertijd naam de wereldlijke overheid de verplichting op zich om die kerkgebouwen mede te onderhouden. Bovendien zijn veel kerken beschermd cultuurgoed en kunnen derhalve niet zonder meer gesloten, laat staan gesloopt worden. Wel wordt ook in België volop gezocht naar multifunctioneel gebruik van kerken, zodat ze toch rendabel blijven.

Priestertekort  en geldgebrek zijn in Nederland de twee hoofdredenen om kerken te sluiten en parochies te fuseren. Anders dan in Nederland staat er in het gros van de Vlaamse dorpen maar één kerk en niet meerdere zoals in veel Nederlandse dorpen. Waar in Nederland de kerkbesturen zelf voor de onderhoudskosten moeten opdraaien, kan de rk-kerk in België deels terugvallen op de overheid. Die past dan het financiële tekort bij. Al betekent dat geen vrijbrief voor de kerkbesturen. De mee betalende overheid eist zorgvuldig bestuur en vraagt om zoveel mogelijk multi-functioneel gebruik van veel kerkgebouwen.

Dat samenspel tussen kerk en overheid bestaat in Nederland niet. Maar ook de dialoog tussen de clerus en de gelovigen wordt in Vlaanderen gekoesterd. Er gebeurt niets overhaast; het belang van de gelovigen staat voorop. En alles verloopt correct volgens het canoniek recht, verzekert woordvoerder Lins. Temeer, omdat er kerkjuridisch een groot verschil tussen het fuseren of opheffen van parochies enerzijds, en het sluiten van kerken anderzijds, verduidelijkte de kerkjurist Kurt Martens onlangs nog eens. Parochies fuseren is voor een bisschop gemakkelijker dan kerken sluiten en aan de eredienst onttrekken.

Woordvoerder Lins : ‘Het is niet de bedoeling om veel kerkgebouwen af te stoten. Het is van essentieel belang dat er gebouwd wordt aan levende geloofsgemeenschappen die hoop, kracht en vreugde vinden in het Evangelie en zich openstellen naar de samenleving. Ook naar wie verder af staat van de kerkgemeenschap. Met paus Franciscus beleeft de Kerk een nieuwe lente. Ons verhaal neemt dus een nieuwe start’.

  

franswijnands@telenet.be

Niet gecategoriseerd