Het goede de kans geven – Erik Borgman over de verkiezingen (3)

De vraag is niet hoe ik effectief opkom voor mijn eigen belang, maar hoe ons weer duidelijk wordt dat we geroepen zijn op te komen voor elkaars belangen.
Foto Judy van der Velden

Borgman relativeert de maakbaarheid van de samenleving  en pleit voor een contemplatieve politiek. “Ons heil komt niet van verkiezingen. Ons heil kan alleen komen van de mensen en de dingen waaraan wij ruimte geven.”

Door Erik Borgman

Misschien is het projectie van mijn kant en zie ik mijn eigen vermoeidheid bij hen terug. Maar ik heb de indruk dat zelfs onze politici zelf niet helemaal met hun hart bij de campagne zijn. Ze doen wat ze denken dat er van ze verwacht wordt, maar soms lijkt het dat ze de holheid van veel van hun eigen retoriek zelf ook beseffen. ‘Tijd voor verandering’ (Groen Links)? Wanneer hebben we dan de rust om na te denken over de verandering die we moeten nastreven? ‘Keuze voor een beter Nederland’ (CDA)? Beter in welke zin en voor wie? ‘Samen vooruit’? (Partij van de Arbeid)? Maar wie bepaald wat voor- of achteruit is, en wie horen er bij dat ‘samen’? ‘D66 krijgt het voor elkaar’? Ik ben benieuwd.

Opkomen voor elkaars belangen

De Nederlandse bisschoppen hebben tot mijn opluchting onlangs in een brief duidelijk gemaakt dat het in de verkiezingen uiteindelijk natuurlijk niet gaan over de kwesties die politici aandragen. De bisschoppen schrijven:

In het stemhokje staan we voor de vraag hoe we, in het licht van het Evangelie, met onze stem op korte en lange termijn kunnen bijdragen aan een samenleving die is gebaseerd op menselijke waardigheid, solidariteit, grondrechten zoals de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs, sociale gerechtigheid, subsidiariteit, verdraagzaamheid en vrede tussen godsdiensten en culturen.

De aartsbisschop van Utrecht, kardinaal Willem Eijk, citeert in zijn vastenbrief in dit verband Jezus Sirach: ‘Velen zijn gesneuveld door de snede van het zwaard, maar niet zoveel als er gesneuveld zijn door de tong’ (Sirach 28,20). De vraag is niet hoe ik het meest effectief opkom voor mijn eigen belang. De vraag is hoe ons weer duidelijk wordt dat we geroepen zijn op te komen voor elkaars belangen. Zoals de Amerikaanse activiste Dorothy Day (1897 – 1980) schreef gaat het in de politiek niet direct om een goede samenleving, maar om een samenleving waarin het gemakkelijker is goed te zijn. Als ik met deze bril de partijprogramma’s lees, is mij snel duidelijk op welke partijen ik niet kan stemmen. Maar op welke partij wel?

Mogelijkheden geven

Maar misschien is dat uiteindelijk ook niet echt het belangrijkste. Misschien moeten we de verkiezingstijd maar gebruiken om weer te ontdekken dat wij ten diepste verlangen dat er iemand is die voor mij opkomt. En dat we dat voor elkaar opkomen na de verkiezingen dan ook gewoon weer gaan doen! De verantwoordelijkheid om de ander te zien in wat zij of hij vraagt, nodig heeft, ten diepste verlangt – ik noem dat: deel willen uitmaken van een contemplatieve samenleving – hoeft niemand ons te geven. Die verantwoordelijkheid is meegegeven met ons menszijn.

Op 24 september 2015, in een toespraak tot het Amerikaanse Congres, zei paus Franciscus het uitermate scherp. Wij kennen allemaal de zogenoemde Gulden Regel, die ons voorhoudt dat je anderen moet behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden. Deze regel wordt in het Nieuwe Testamant in de mond van Jezus gelegd. Deze Gulden Regel, zegt de paus, wijst ons in een duidelijke richting:

Behandelen wij de anderen met dezelfde genegenheid en hetzelfde meevoelen, waarmee wij behandeld willen worden! Zoeken wij voor de anderen naar dezelfde mogelijkheden die wij voor onszelf wensen! Begeleiden we de anderen in hun groei, zoals wij zelf graag begeleid zouden willen worden. Kort gezegd: als we ons zekerheid wensen, dan moeten we zekerheid geven; als we ons leven wensen, dan moeten we leven geven; als we ons mogelijkheden wensen, dan moeten we mogelijkheden beschikbaar stellen.

Gemeenschap komt niet tot stand doordat wij anderen dwingen te doen wat wij als normaal beschouwen. Gemeenschap komt tot stand doordat wij anderen de ruimte bieden met ons gemeenschap te vormen. Op hun eigen manier die zij moeten ontdekken, zoals wij onze manier moeten ontdekken.

Geloof dat het goede gebeurt

Het is niet moeilijk bij elkaar aanleiding te vinden voor kritiek en het maken van verwijten. Dat doen we dan ook voortdurend en in de verkiezingstijd doen we daar nog een schepje bovenop. Het gevolg is dat vrijwel iedereen zich aangevallen voelt, miskend, niet gezien in wat zij of hij werkelijk verlangt en probeert te realiseren. Geen overheid kan ervoor zorgen dat wij erkend worden, serieus genomen worden, waardevol gevonden worden. Dat kunnen wij zelf ook niet. Wij kunnen alleen zelf beginnen. Opnieuw met de woorden van paus Franciscus:

Authentieke liefde is altijd contemplatief, zij maakt het ons mogelijk de ander te dienen, niet uit noodzaak of ijdelheid, maar omdat hij mooi is, ondanks alle schijn.

Ons heil komt niet van deze verkiezingen, of van welke verkiezingen dan ook. Ons heil kan alleen komen van mensen en dingen aan wie en waaraan wij ruimte geven. Vanuit het geloof dat het goede wel gebeurt, maar doorgaans te weinig kans krijgt om echt door te breken. Het is aan ons het goede de kans te geven. ‘Het rijk van God is nabij’. Dat is niet soft, dat vraagt moed. En het vraagt geloof dat, zoals de apostel Paulus schrijft, het niet aangaat kwaad met kwaad te vergelden. Kwaad kan alleen worden overwonnen door het goede (Romeinen 12, 17 en 21). Hoe zwak dat goede ook lijkt.

Erik Borgman is hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University. Zie hier eerdere bijdragen van zijn hand.

leven-van-wat-komt_300dpiErik Borgman, Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving, Meinema, 192 blz., € 16,95. (Presentatie: 28 maart a.s.)

 

 

 

 

 

Zie ook de brief van de Nederlandse bisschoppen, getiteld:  ‘Gezamenlijk verantwoordelijk voor het algemeen welzijn’. En de vastenboodschap van kardinaal Eijk, getiteld ‘De gunstige tijd’.

Niet gecategoriseerd