Van ‘voltooid leven’ naar ‘levensbeëindiging’?

Eeuwenlang was euthanasie een zaak voor de arts en zijn geweten: de beslissing ertoe en de verantwoording ervan lagen in zijn handen. Vanaf het einde van de vorige eeuw krijgt – althans in België en Nederland – de patiënt zelf het initiatiefrecht om euthanasie te vragen. En het bleef daar niet bij. Vrij vlug groeide de gedachte een vrijwillig, zelf gekozen levenseinde wettelijk mogelijk te maken om niet-medische redenen, bijvoorbeeld omdat men ‘klaar is met leven’, ‘aan het leven lijdt’, ‘levensmoe is’.

Termen

Een kort overzicht van deze evolutie. Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet Toetsing Levenseinde en hulp bij zelfdoding (2001) worden reeds termen als ‘klaar met leven’, ‘geen levenswil’, ‘levensmoe’ door elkaar gebezigd. Het gaat om mensen, veelal “op hoge leeftijd, die zonder dat zij in medisch opzicht lijden”, oordelen dat voor hen de “waarde van het leven zodanig is afgenomen” dat zij de dood verkiezen boven verder leven.

Een medische grondslag is volgens het laatste wetsvoorstel niet meer nodig, een weloverwogen doodswens volstaat

De initiatiefgroep Uit Vrije Wil, opgericht in 2010, gebruikt voor het eerst de term ‘voltooid leven’ waarmee wordt bedoeld: “De toestand waarin een oudere tot de conclusie is gekomen dat de waarde en de zin van zijn leven zodanig zijn afgenomen, dat hij of zij de dood gaat verkiezen boven het leven.”

Existentieel lijden

Ten slotte dient te worden vermeld het rapport van de Adviescommissie Schnabel (2016) die in opdracht van de regering moest onderzoeken of er in dat verband nood was aan nieuwe wetgeving. Volgens de commissie heeft het begrip ‘voltooid leven’ betrekking op “mensen op leeftijd, die naar eigen oordeel geen levensperspectief meer hebben, met als gevolg daarvan een persisterende actieve doodswens”. De commissie oordeelde dat een vorm van existentieel lijden steeds ten grondslag ligt aan deze gevallen, maar volgens haar is er geen nieuwe wetgeving nodig.

In oktober 2016 verwerpt de Nederlandse regering het rapport van de Commissie Schnabel en spreekt zich uit voor een wetgevend initiatief over ‘stervenshulp’ aan ouderen met een voltooid leven. Een aanvullende wet dus naast de Euthanasiewet. Daarop dient D66 een wetsvoorstel in: voortaan zullen “ouderen die weloverwogen menen dat hun leven voltooid is, die uitzichtloos lijden aan het leven, (…) in staat worden gesteld dit leven op een voor hen waardige wijze af te sluiten”. Geen medische grondslag meer om hulp bij levensbeëindiging te vragen, een duurzame, weloverwogen doodswens op grond van existentieel lijden volstaat. Voor deze hulp kan men beroep doen op een ‘levenseindebegeleider’ of ‘stervenshulpverlener’.

Containerbegrip

Onderzoek in 2015 van Els van Wijngaarden wijst uit dat de term ‘voltooid leven’ een containerbegrip is voor allerlei beperkingen die de oude dag met zich meebrengt: lichamelijk hulpbehoevend worden, minder levenskracht, weinig of geen bezigheid meer, eenzaamheid, kortom, allerlei onaangename bevindingen die het leven minder zinvol maken. Het begrip ‘voltooid leven’ dient als verpakking voor dit alles. In dit onderzoek worden geen oplossingen gegeven, wel gepleit voor meer inzicht om beter te begrijpen wat deze ouderen nodig hebben.

Evenwicht

Al eeuwen kan volgens de ethiek de arts tot euthanasie overgaan in geval van ‘noodtoestand’. Kenmerken van de noodtoestand zijn: een uitzichtloze toestand, ondraaglijk lijden dat niet kan worden gelenigd. Welnu, de Nederlandse en Belgische euthanasiewetten steunen op het evenwicht tussen enerzijds het recht van de patiënt euthanasie te vragen, en anderzijds het oordeel van de arts dat in casu ‘noodtoestand’ kan worden ingeroepen. Daaruit volgt dat de grondslag van de vraag van de patiënt naar levensbeëindiging zijn autonomie is, het recht van zelfbeschikking.

Wat deze ouderen nodig hebben, is vooral een cultuur van verbondenheid

Maar dit recht blijkt dus niet absoluut te zijn: de burger kan wel autonoom beslissen, maar niet afdwingen dat levensbeëindiging wordt uitgevoerd; er dient immers een bij wet bepaalde verantwoording te worden gegeven die opweegt tegen het wettelijk verbod iemand anders te doden, en deze verantwoording ligt in het hierboven vermelde evenwicht.

Noodtoestand?

Ter besluit: beantwoorden de situaties die onder ‘voltooid leven’ worden gerekend, aan wat in de ethiek als ‘noodtoestand’ wordt beschouwd? Uit het onderzoek van Van Wijngaarden blijkt dat niet het geval te zijn. Maar dan had de commissie Schnabel gelijk dat er geen nieuwe wetgeving nodig is. Wat deze ouderen wellicht nodig hebben, is een degelijke welzijnszorg, en vooral een cultuur van verbondenheid, medeleven en dienstvaardigheid.

bron: igniswebmagazine.nl

Niet gecategoriseerd