Het belangrijke gesprek van christenen met moslims

Bisschop en dominicaan Yusuf Thomas Mirkis woont in Kirkuk. Hij is hartstochtelijk voor dialoog én somber over de islamitische wereld, die volgens hem almaar geslotener wordt. Theoloog Erik Borgman sprak met hem.

 

Erik Borgman

door Erik Borgman o.p.

“Maar waarom willen jullie dialoog voeren? Gaat het om sociale vrede? Maar sociale vrede is naar mijn overtuiging geen doel op zich. Het gaat erom of de waarheid gediend wordt.”

Door op deze manier de typisch dominicaanse vraag naar de waarheid in de interreligieuze dialoog centraal te stellen, legde bisschof Mirkis van Kirkuk wat mij betreft de vinger op een zere plek. Terwijl hij leeft in een situatie waar het belang van sociale vrede, van elkaar respecteren ook als men fundamenteel met elkaar van mening verschilt, onmiddellijk duidelijk is.

Bisschop Mirkis had ruim anderhalf uur uitgetrokken voor een gesprek met ons over de situatie en de perspectieven zoals hij die zag. Hij was duidelijk niet optimistisch. De islamitische wereld raakt steeds meer gesloten, is zijn observatie.

Het blijkt dat op twee verschillende manieren te bedoelen. Een fundamentalistische visie op de islam wordt steeds meer dominant, dat is de eerste manier waarop Mirkis zijn uitspraak bedoelt.

De islamitische gemeenschap wordt steeds dwingender, dat is de tweede. Afwijkingen worden niet getolereerd en de strijd tussen soennieten en sjiieten wordt steeds feller.

Archiefbeeld van bisschop Mirkis en een van de zusters dominicanessen, die gevlucht zijn uit Mosul.

Mirkis trekt een vergelijking met de Europese godsdienstoorlogen. In de zeventiende eeuw bestreden de verschillende vormen van christendom elkaar op leven en dood. Mirkis hoopt dat de moslims iets van de christelijke geschiedenis leren, maar hij ziet weinig aanwijzingen dat dit inderdaad gebeurt.

Maar het steeds sterker en beeldbepalender worden van de fundamentalistische vormen van islam baart Mirkis zo mogelijk nog meer zorgen. Hij zegt het scherp, in bewoordingen die soms zelfs even doen denken aan wat wij in onze contreien uit extreem-rechtse hoek horen.

Een democratische en verlichte islam bestaat niet, zegt hij, en mensen die zich tot de islam bekeren, hetzij als wat zij zelf beschouwen als het serieus nemen van de religieuze traditie waarin zij geboren zijn, hetzij vanuit een niet- of naders-religieuze overtuiging, maken zich een gesloten wereldbeeld eigen, een democratie-vijandige ideologie. Een wereldbeeld waarin de posities die zich met succes op de islamitische traditie weten te beroepen absoluut gevolgd moeten worden en het goed recht van een afwijkende positie en de waarde van een buitenstaanders principieel niet gezien kan worden.

Mirkis helpt en steunt moslims waar het maar mogelijk is. Tegelijkertijd vindt hij dat we niet naïef moeten zijn. Of het er nu altijd al ingezeten heeft en van Mohammed zelf stamt, of dat het pas in de negentiende eeuw de massief heersende visie werd, maar er is voor Mirkis ontegenzeggelijk een probleem met de islam zelf.

Wie de eigen visie als de enige en volledige waarheid beschouwt, die heeft geen noodzaak tot zelfkritiek, geen ruimte voor nieuwe inzichten, geen mogelijkheid om werkelijk iets nieuws te leren. Om deze waarheid lijkt het Mirkis te gaan: om de waarheid dat inzicht niet vanuit het denk- en geloofssysteem komt dat de wereld alleen in zijn licht ziet, maar afkomstig kan zijn van buitenstaanders en dat alle mensen een onvervreemdbare waarde toekomt.

Zo moeten zij tegemoet worden getreden, hoe ze zich ook voordoen of gedragen. Interreligieuze dialoog zou, zo begrijp ik hem, tot doel moeten hebben om dit inzicht te bevorderen en deze waarheid te versterken.

Br. Yusuf Mirkis in 23014 in het convent van de Parijse dominicanen.

Liefde als de grondslag van het leven en niet de wet. Een mens leeft van wat Hij genadig ontvangt en niet wat hem op basis van gehoorzaamheid toekomt. Het zijn centrale aspecten van de christelijke visie op de wereld en de nadruk op de genade als de enige mogelijke grondslag van een waarachtige menselijke cultuur, is tevens oer-dominicaans.

Toch keert Mirkis zich hartstochtelijk tegen wat hij noemt ‘proselitisme’, de poging anderen over te halen zich bij jouw religie aan te sluiten. Dan gaat het in zijn visie niet langer over waarheid, maar om de claim dat de ene religie meer waard zou zijn dan de andere en daarom meer macht zou toekomen.

Mirkis wil simpelweg laten zien wat het betekent om anderen als waardevol te zien en in het eigen gedrag duidelijk te maken dat het goed is een ander te geven wat hij of zij nodig heeft als dat in jouw vermogen ligt, ook wanneer je bang bent voor die ander of zij of hij zelfs een reële bedreiging voor je lijkt te vormen.

Mirkis gelooft uiteindelijk dat christenen uiteindelijk niet anders kunnen dan voedsel, kleding en onderwijs geven aan mensen die het hieraan ontbreekt.

Hij hoopt dat met name het onderwijs het inzicht doet groeien dat waarheid niet door dwang kan worden opgelegd, omdat – zoals de Middeleeuwse dominicaan Thomas van Aquino al heeft uitgelegd – men dan niet langer de waarheid gehoorzaamt, maar de macht waarmee zij geponeerd wordt.

Hij is er echter bepaald niet zeker van dat dit ook zal gebeuren en hij lijkt er zelfs niet eens veel hoop op te hebben.

Maar zelfs als het niets oplevert, dan moeten wij anderen geven wat wij zelf weten dat wij nodig hebben, want handelen in overeenkomst met de waarheid dat mensen intrinsiek waardevol zijn en het weerleggen van illusies en leugens die suggereren dat sommigen meer waard zijn dan anderen, is beter dan handelen op basis van deze illusies en leugens. Ook als gaat het om een prettige illusie en moet die worden ingeruild voor een buitengewoon ongemakkelijke waarheid.

Na dit gesprek staat de Utrechtse groep nu voor de niet zo eenvoudig te beantwoorden vraag naar de consequenties van Mirkis’ visie voor de interreligieuze dialoog in onze stad.

Zelf vind ik dat wij zijn kritiek op de ‘zachte’ vormen van interreligieuze dialoog uiterste serieus moeten nemen. Het gaat er immers niet om dat wij elkaar aardig vinden of vriendelijk tegen elkaar zijn. Sociale vrede is geen doel op zich, daar heeft Mirkis wat mij betreft volkomen gelijk in.

Het gaat er ook niet om dat wij onze verschillen laten vervagen vanuit de overtuiging dat alle religies toch uiteindelijk uit zijn op het goede en een aspect laten zien van de onbekende God die zich geheel en al aan onze inzichten zou onttrekken.

De overtuiging dat God macht uitoefent op een manier die verwant is aan de macht waarmee aardse heersers regeren, is niet te verenigen met de overtuiging dat in Gods ogen geven beter is dan nemen, ontvangen beter dan op eigen kracht voortbrengen en de bereidheid te minste te zijn een mens pas werkelijk verheft.

Waar andere religies aspecten van deze visie aan het licht brengen die het christendom niet aan het licht brengt, is de dialoog geboden. Dan moeten we onderzoeken dat we van elkaar kunnen leren. Maar maak daar maar eens een programma van dat een brede groep mensen het belang helpt te ervaren van het gesprek, maar ook de confrontatie tussen verschillende religieuze tradities!

Maar we zijn ook pas een dag in Kirkuk.

bron: nieuwsbrief dominicanen

Niet gecategoriseerd