De burgeroorlog en de strijd met Islamitische Staat (IS) heeft in Irak een spoor van vernieling nagelaten. Dat is des te meer het geval in regio’s met een eeuwenlange christelijke aanwezigheid. Onder meer in de Ninevevallei kunnen de inwoners pas nu, na de herovering van het terrein op IS, opnieuw ervan kunnen dromen naar hun huizen terug te keren. Maar vaak rest er niets meer van hun woningen, omdat IS bij zijn terugtrekking de tactiek van de verschroeide aard heeft gebruikt. Volgens Kerk in Nood werden in twaalf christelijke dorpen in de regio door IS 669 huizen volledig verwoest. In de hele Ninevehvlakte raakten meer dan 12.000 huizen ernstig beschadigd door de aanvallen van IS. De kosten voor de wederopbouw worden geschat op 200 miljoen dollar (ongeveer 182 miljoen euro).
Een enquête bij 1.300 christelijke families, die hun toevlucht zochten in Erbil in Noord-Irak, leert dat 41% van deze gezinnen graag wil terugkeren. 46 procent overweegt een terugkeer. Volgens Kerk in Nood vond er een duidelijke mentaliteitsverandering plaats bij deze christenen. Bij de lancering van het offensief in november dacht slechts 3 procent van de ondervraagden aan terugkeer.
Kerk in Nood wil bijdragen tot hun terugkeer met de oprichting van een fonds om de heropbouw van de christelijke nederzettingen in Noord-Irak mogelijk te maken. Financiële steun is daarvoor essentieel. Volgens 57 procent van de ondervraagden werden hun eigendommen geplunderd, 22 procent meldt de volledige vernietiging van hun huizen. Ook aan openbare voorzieningen, zoals scholen, ziekenhuizen en kerkgebouwen is zware schade toegebracht.
Bron: Kerk in Nood/Katholisch.de
In Batnaya (Irak) leefden 850 christelijke gezinnen, tot aan de doortocht van IS © Kerk in Nood