Een wilde priester – In memoriam Omer Gielliet

omer-gielliet-portret-web

Hij was een wilde priester, een pastor, profeet en kunstenaar. Zo typeert Marinus van den Berg de Zeeuwse priester-beeldhouwer Omer Gielliet die bekendheid verwierf met zijn houtsculpturen. Afgelopen zondag, 7 mei, overleed hij, bijna 92 jaar oud. “Zonder mensen zoals deze Omer lijdt de heilige Geest ademnood.”

Door Marinus van den Berg

In mijn Almelose tijd (1984-1998) leerde ik een vrouw kennen die als kind met haar moeder in een Jappenkamp was geweest. Daar mocht ze niet huilen, want dan kreeg haar moeder slaag. De meeste gesprekken met haar waren gevuld met huilen. Het was uitgesteld huilen.

“Ik ken haar als een vrolijke vrouw”, zei haar vriendin, “maar ze wist dat ze bij u kon huilen. U was haar huildeur.” Na haar sterven kreeg ik via een zus een uit hout gesneden gelaat van een intens verdrietige Christus. Dat gelaat was op een stuk aangespoeld hout gesneden door de priester Omer Gielliet uit Breskens. Zij had het van hem gekregen.

Jarenlang lag het beeld op de kale altaartafel op ‘Goede Vrijdag’ tijdens de dienst in de kapel van het verpleeghuis Antonius IJsselmonde (1998-2015). In dat huis was ook ander werk van Omer te zien: ontworteling en hoop.

Gehoorzaam

Hij heeft heel wat verbeeld, maar zonder last te krijgen van eigengerichte zelfverbeelding. Misschien is al werkend en luisterend naar mensen wel zijn eigenwijze verbeelding gegroeid. Hij was op een geheel eigen wijze gehoorzaam.

Die gehoorzaamheid begon met luisteren naar de nood en het lijden van deze tijd. Niet alleen van mensen maar ook van de natuur. Hij had een diepe eerbied voor wie en alles wat werd verworpen. Hij voelde zich nauw verwant met Franciscus. Dat is te proeven in zijn vele houten Franciscussculpturen. Maar ook zijn kruiswegen zijn vol van mededogen.

Eenmaal heb ik ‘zijn parochiekerk’ in Breskens mogen bezoeken en ook hem ontmoet. Hij beschouwde niets als van hemzelf. Alles was van anderen. Zonder twijfel zullen bestuurders hun wenkbrauwen hebben opgetrokken maar er is ook een wijsheid geweest die weet dat je verborgen talenten niet moet snoeien maar een kans moet geven. Warm zijn de woorden van zijn bisschop, Huub Ernst, in het boek over Gielliet van Ton Bakker. Dat is een reden voor dankbaarheid.

Priester-kunstenaar

Omer Gielliet, die 91 werd en nu is overleden, werd een priester-kunstenaar genoemd. Zo staat het op de omslag van het boek dat Bakker over hem samenstelde. Het dikke boek staat vol met foto’s van de vele werken van Omer, maar ook met teksten die hij bij zijn werk schreef.

Omer mag van mij ook profeet en pastor genoemd worden. Hij heeft op zijn manier getuigenis van de hoop afgelegd. Hij had, om het met de woorden van Erik Borgmans nieuwste boek te zeggen, een contemplatieve kijk.

Op vele plaatsen zag ik werk van Omer zoals bij de Salesianen in Assel (Apeldoorn). In de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge, waar jaarlijks tienduizenden komen kijken naar de Madonna met kind van Michelangelo, staat ook een opmerkelijk werk van hem: een uit een grote boom gehouwen kersttafereel. Hier geen marmeren schoonheid maar een schoonheid met oog voor de vaak bizarre werkelijkheid.

In 2016 was er een tentoonstelling van veel van zijn werk in Het Warenhuis in Axel. Het was een reis met trein en bus waard. Op de terugweg zaten er veel asielzoekers in de bus, die door de chauffeur toen zij waren uitgestapt, vakantiegangers werden genoemd. De sfeer tussen de chauffeur en mij verijsde.

Ik voelde de adem van Omer Gielliet die beelden heeft geschapen die meer zeggen dan woorden kunnen zeggen. Gielliet heeft me geleerd dat zwijgen een eigen vorm van spreken kan zijn.

Wild

Afgelopen middag ben ik naar een kapper geweest en heb me weer kort laten knippen. Omer zag er wild uit met zijn lange haar. Misschien gaf hij wel nooit geld uit aan een kapper. Hij was een wilde priester, pastor, profeet, kunstenaar… Zonder mensen zoals deze Omer wordt het kaal en lijdt de heilige Geest ademtekort. Hij is misschien in Zuid-Nederland en Vlaanderen bekender dan boven de rivieren. Maar dat kan veranderen. Ik noem graag nogmaals het boek van Ton Bakker als inspiratiebron.

———

Ton Bakker, Omer Gielliet in Beeld, Durenkam, 2015.
Erik Borgman, Leven van wat komt, Meinema, 2017.

Omer Gielliet ontving in 1950 zijn priesterwijding. In 1967 kwam hij in de kleine parochie van Breskens, eerst als kapelaan, sinds 1969 als pastoor. Hij verwierf bekendheid door zijn houtsculpturen, die hij sinds 1967 begon te vervaardigen na een persoonlijke crisis. Hij gebruikte de grillige vormen van natuurlijk of gebruikt hout, zelfs hout van 30.000 jaar oud dat opgebaggerd werd.

Omer Gielliet werd op 14 mei 1925 geboren in Biervliet (Zeeuws-Vlaanderen). Zijn priesterschap kwam naar eigen zeggen pas echt tot zijn recht toen hij in hout kon uitbeelden wat hij eigenlijk wilde zeggen.

Thuisbasis voor beide roepingen was de afgelopen tientallen jaren de Sint Barbarakerk in Breskens. Zijn kunstwerken uit hout zijn daar te vinden, maar ook elders in Nederland en België verwierf hij faam en vonden zijn beelden hun weg. Over zijn werk werden meerdere boeken geschreven.

Gielliet préékte niet alleen naastenliefde, maar bracht die ook in de praktijk. Hij haalde vluchtelingen in huis en zette zich in voor het milieu. Daarbij nam hij soms een loopje met de regels – als die niet strookten met zijn rechtvaardigheidsgevoel, koos hij immer voor dat laatste. Afgelopen zondag, 7 mei 2017, overleed hij op 91-jarige leeftijd.

Bron PZN/Wikipedia

 

 

Leestip: Interview met Omer Gielliet in NRC.nl: ‘Ik ben ik, en anders nie’

Verwant artikel: Vreemde vakantiegangers

   

 

Niet gecategoriseerd