Prins Jaime de Bourbon de Parme, “ik zit op Mars”

interview

Effectieve diplomatie vereist bekendheid met religies. Dat zegt prins Jaime de Bourbon de Parme (44), ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in Vaticaanstad. ‘In Nederland zijn we bijna religieus analfabeet. Voor de interne verhoudingen, seculieren onder elkaar, is dat niet zo problematisch. Maar wel in de diplomatie. Je contacten met de buitenwereld vergen inlevingsvermogen. Het vermogen om je te verplaatsen in mensen voor wie religie – welke dan ook – wel belangrijk is. Daar kan kennis van religie bij helpen. Als die dimensie geen rol zou spelen in de diplomatie kunnen misverstanden ontstaan, en kun je het alleen nog hebben over business deals. Dat is wel een erg smalle basis voor betekenisvolle betrekkingen.’

De ambassadeur was deze week in Groningen, waar hij sprak bij de opening van het academisch jaar van de faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap (GGW) en bij een College Tour voor studenten. Daar stelde hij vast, verwijzend naar de stijgende studentenaantallen, ‘dat theologie en godsdienstwetenschappen weer in de mode zijn’. 

‘We hebben in Nederland een tijd gehad dat geloof overwegend negatieve reacties wekte. Daarna ontmoette het geloof vooral onverschilligheid. Nu gaan mensen die het geloof niet van huis uit hebben meegekregen religiewetenschappen studeren. Uit nieuwsgierigheid, zonder negatieve bagage.’ Die trend zou niet aan andere disciplines voorbij mogen gaan, vindt prins Jaime. ‘Religie zou eigenlijk ook onderdeel moeten zijn van technische studies. Als aanmoediging voor studenten om meer stil te staan bij de ethische aspecten van technologische vernieuwing.’ 

Zelf heeft Jaime de Bourbon de Parme ooit overwogen kunstenaar te worden. Hij tekende goed. Kreeg A’s voor kunst aan de Amerikaanse Brown universiteit. ‘Maar ik besefte dat ik als kunstenaar de rest van mijn leven met mijzelf zou moeten worstelen.’ Hij koos voor ‘een meer naar buiten gericht leven’, wat in zijn geval betekende: de diplomatie. Al was het maar omdat ook de diplomatie een groot beroep doet op creativiteit. ‘Als diplomaat begeef je je voortdurend buiten de gebaande paden. Je moet buiten de hokjes kleuren. Je moet de randen opzoeken van je bevoegdheden. Je moet problemen op nieuwe manieren proberen op te lossen. En je moet telkens nieuwe bondgenootschappen zien te smeden.’

Ministaat

Die vaardigheden zette hij in als eerste secretaris van de Nederlandse ambassade in Bagdad, als politiek adviseur bij de vredesmissie in Afghanistan, als lid van het kabinet van eurocommissaris Neelie Kroes, en – sinds 2014 – als ambassadeur bij de Heilige Stoel. 

‘Ik zit op Mars’, zegt Jaime de Bourbon over zijn huidige post. Waarmee hij slechts wil zeggen dat Vaticaanstad, een soevereine ministaat als middelpunt van een wereldreligie met ruim drie miljard gelovigen, niet uitwisselbaar is met welke post dan ook. Neem alleen al het feit dat achter het Instituut voor Religieuze Werken een bank schuilgaat. En dat de werkzaamheden, ook voor diplomaten, zijn ingebed in eeuwenoude protocollen. ‘Alles vergt een vertaling in Vaticaanstad. En je moet er vooral geen haast hebben. Het Vaticaan is een bord spaghetti van instituties en conventies.’ 

Eigenlijk lijkt de diplomatieke vertegenwoordiging bij de Heilige Stoel nog het meest op die bij de Verenigde Naties. ‘De rooms-katholieke kerk is een soft super power met wereldwijd 220 duizend kerken, ruim dertienhonderd universiteiten, 139 duizend scholen, 165 hulporganisaties en priesters in vrijwel elk land ter wereld. De kerk is een venster op de wereld. Een mondiaal informatienetwerk.’ Het is zijn taak om die informatie af te tappen en waar mogelijk aan te vullen. ‘Het Vaticaan kan met zusters bellen die in Aleppo zijn achtergebleven, en met priesters in de Centraal-Afrikaanse Republiek, waar – bijna onzichtbaar voor de buitenwereld – een gruwelijke burgeroorlog woedt.’ Hoe belangrijk de positie van de moederkerk is, blijkt onder andere uit haar aandeel in de toenadering tussen Cuba en de Verenigde Staten en de wapenstilstand in Colombia tussen Farc en de regering. 

Het Vaticaan kan, zoals Stalin smaalde, weliswaar geen divisies in stelling brengen – al is zijn Zwitserse Garde het oudste nog bestaande leger ter wereld – maar het vertegenwoordigt wel een groot moreel gezag. Zeker sinds het aantreden van paus Franciscus, in 2013, wiens autoriteit ook buiten de eigen geloofsgemeenschap wordt erkend. 

‘Het Vaticaan wordt niet gehinderd door geopolitieke belangen. Zijn politieke en economische zwakte is de bron van zijn morele gezag. De paus vermaant en inspireert. Hij zet morele kanttekeningen bij technische verhalen. Zo is er in Vaticaanstad binnenkort een conferentie over de gevolgen van circulaire economie voor de allerarmsten. Dan gaat het om vragen als: wat betekent het als schepen niet langer illegaal op de stranden van Bangladesh worden verschroot, maar op Chinese werven? Dit wordt als een vorm van vooruitgang gezien. Maar de paus vraagt zich af: wat betekent dit voor de Bengalezen die dat werk deden? Kan het niet met verbeterde werkomstandigheden voor Bangladesh behouden blijven?’ 

Als het gaat om dit soort kwesties – om armoedebestrijding, oorlog en vrede, klimaatverandering – zijn het Vaticaan en de Nederlandse regering in de regel bondgenoten. Anders is het met ethische vragen rondom leven en dood. Daarin bevinden het Vaticaan en Nederland zich aan de uiteinden van het spectrum. Als ambassadeur bij de Heilige Stoel heeft Jaime de Bourbon daar overigens niet veel last van gehad. ‘Ik had me heel grondig verdiept in het voltooid-levenvraagstuk en in het She Decides-initiatief van minister Ploumen, maar ik ben er vanuit het Vaticaan niet één keer over aangesproken. Wellicht is dit een vorm van hoffelijkheid van de paus tegenover de Nederlandse bisschoppen: het is aan hen om het maatschappelijk debat aan te gaan. Daarbij wil hij hun niet voor de voeten lopen.’ 

Het persoonlijk standpunt van Jaime de Bourbon over deze ethische vraagstukken doet volgens hem niet ter zake. ‘Ik ben katholiek opgevoed. Ik spreek Italiaans en kan de zorgen over, bijvoorbeeld, de euthanasiediscussie in Nederland dus wel vertalen. Maar dit staat mijn vermogen om het Nederlands standpunt te vertolken niet in de weg.’ 

Overigens heeft Jaime de Bourbon in Nederland meer uit te leggen over het Vaticaan dan omgekeerd. ‘In Nederland leven heel veel vooroordelen tegenover het Vaticaan. Die hebben te maken met het ontbreken van de scheiding tussen kerk en staat in Vaticaanstad, met de veronderstelde homovijandigheid van de kerk, natuurlijk met het kindermisbruik en ook nog een beetje met de protestantse identiteit van Nederland.’ 

Uit de berichtgeving over het recente staatsbezoek van koning Willem Alexander en koningin Máxima aan Vaticaanstad, in gezelschap van minister Koenders, maakte de prins echter op dat het antikatholieke geluid uit de mode is geraakt. 

‘Over dat bezoek is werkelijk geen negatief bericht verschenen in de Nederlandse pers. De klassieke framing van de rooms-katholieke kerk bleef achterwege. Dat zou een paar jaar geleden echt nog anders zijn geweest. Dit schept ruimte voor nog meer diplomatieke samenwerking.’ 

Jaime de Bourbon: ‘De rooms-katholiekerk is een soft super power met wereldwijd 220 duizend kerken, ruim dertienhonderd universiteiten, 139 duizend scholen, 165 hulporganisaties en priesters in vrijwel elk land ter wereld. De kerk is een venster op de wereld. Een mondiaal informatienetwerk.’

bron: RUGroningen, foto: Dick Vos

Niet gecategoriseerd