Vergeving: je ademt zuivere lucht in

 

door Tjerk de Reus

Het waren ooit de kroonjuwelen van de kerk: schuld en vergeving, zonde en kwijtschelding. Niet dat deze woorden uit de kerk verdwenen zijn, maar het lijkt erop dat ze nu meer dan ooit een rol spelen in de samenleving. Althans, vooral wat betreft ‘schuld’ en ‘vergelding’. Wie in de publieke sector een fout maakt, moet ‘aangepakt’ worden, liefst ‘keihard’. Misdaden moeten harder worden bestraft, vinden veel mensen, rechters moeten strenger oordelen. De seculiere samenleving spreekt in alle toonaarden over zonde en schuld. Dat je hiermee in een naargeestige sfeer terecht kan komen, juist ook als je zelf slachtoffer bent van een misdrijf of van verwaarlozing, wordt wel duidelijk uit het boek Vergeven van Svenja Flasspöhler (1975). Zij is een Duitse filosofe, voormalig hoofdredacteur van het Philosophie Magazine en tegenwoordig hoofdredacteur van Deutschlandradio Kultur.

Uit haar boek wordt duidelijk dat eindeloos vergelding nastreven je niet gelukkig maakt. Maar ook geldt: loslaten en vergeven, dat vraagt iets van je wat je te boven lijkt te gaan. Trouwens, wat is dat nu eigenlijk, vergeven? Flasspöhler schreef geen eenvoudig doe-boek, ze biedt geen ‘stappen om succesvol te vergeven’. Wel stelt ze drie vragen: betekent vergeven begrijpen? Betekent vergeven liefhebben? Of betekent vergeven vergeten?

Bovenmenselijk

Het begint heel persoonlijk, dit boek van Flasspöhler. Ze was veertien jaar oud toen haar moeder vertrok uit het gezin en de keuze maakte voor een andere man. Daarna bleek de interesse van deze moeder voor haar kinderen al snel te verdampen. Soms jarenlang nam ze geen contact op. Pas toen Svenja zelf moeder werd, kwam er weer iets van contact tot stand, voorzichtigjes en heel fragiel. Hoe ga je met dit alles om? ‘Ik heb mijn moeder nooit een verklaring geëist, haar nooit openlijk gehaat’, schrijft Flasspöhler. ‘En toch bestond er, geworteld in mijn machteloosheid jegens haar, de diepe wens dat ze gestraft zou worden. Dat, als ik het niet kon, ten minste de Weltgeist haar wreekt.’ Met die ‘Weltgeist’ lijkt ze een goddelijke instantie aan te duiden, maar God speelt op die manier niet zo’n grote rol in haar boek. Wel stelt ze dat ‘verontschuldigingsprocessen tussen mensen’ zich ‘steeds weer tot in het transcendente, bovenmenselijke uitstrekken.’ Een plat aards gebeuren is vergeven dus zeker niet.

Terugbetalingsmechanisme

De route die Flasspöhler volgt met haar vragen, loopt hoofdzakelijk via de filosofie. Zij gaat in gesprek met Friedrich Nietzsche, met Hanna Arendt, met Sloterdijk en Derrida en tal van andere denkers. Ze luistert aandachtig, maar spreekt ook tegen. Als de filosoof Derrida benadrukt dat vergeven voltrekt onvoorwaardelijk moet zijn, noteert Flass-pöhler: ‘Wat heeft een mens eraan af te zien van vergelding, te geven zonder er iets terug voor te vragen? Is dat niet een verliesgevende deal?’

Door het hele boek heen tekent Flasspöhler eigen ervaringen op, niet alleen met het oog op haar moeder, maar ook met mensen die interviewde. Bijvoorbeeld Gisela, die haar tienerdochter verloor; een zeventienjarige jongen schoot met het sportpistool van zijn vader vijftien mensen dood op een middelbare school in Duitsland. Deze Gisela is na fases van ontkenning en woede terechtgekomen in de sfeer van vergeving. Ze begon de dader als mens te zien, waarmee ‘de eerste mogelijkheid’ ontstond ‘een stapje richting vergeving’ te zetten.

Hoe is dat voor haar, vraagt Flass-pöhler. ,,Ontzettend bevrijdend”, antwoordt Gisela. ,,Het is alsof je tijdens een bergwandeling de boomgrens passeert. Je ademt vrijer, dieper. Je ademt zuivere lucht in.” Maar ook dit is geen recept, want andere mensen blijven rondlopen met wrok en bitterheid. En is hun punt dan niet terecht, dat schuld moet worden afbetaald, dat gerechtigheid moet geschieden? Inderdaad, zou je zeggen. Maar kan dat alleen door een terugbetalingsmechanisme? Flasspöhler is niet snel uitgevraagd, en haar vragen zijn indringend.

Auschwitz-overlevenden

Dat Flasspöhler een Duitse filosofe is, is niet zonder betekenis voor het thema vergeving. Al snel ligt de duistere geschiedenis van de Shoah op tafel: de vernietiging van de Joden, met de Duitsers als daders. Er is vermoedelijk geen land ter wereld dat zich sinds 1945 zozeer verplicht heeft gevoeld te herdenken en de eigen schuld onder ogen te zien.

Ontroerend is de ontmoeting die Flasspöhler heeft met twee Auschwitz-overlevenden, die op een heel eigen wijze met hun pijnlijke verleden hebben leren omgaan. De man zegt dat hij zich nooit slachtoffer heeft gevoeld, integendeel: ‘Hij heeft zichzelf altijd gezien als iemand wie het gelukt is mens te blijven.’ Hijzelf zegt: ,,Ik ken geen wraak- of haatgedachten. Dat heb ik te danken aan mijn voorbeeldige ouders.”

Een slotsom is er eigenlijk niet in dit boek, en dat kan ook nauwelijks bij zo’n complex thema. Maar dat maakt dit boek zeker niet minder waardevol. Er is trouwens wel een weg die gegaan kan worden, in elk geval voor Flasspöhler zelf. Vergeving ‘vindt niet plaats op een moment, maar voltrekt zich gedurende de tijd’, noteert zij op de slotpagina. En: ‘Het waarachtige vergeven is aan geen taaldaad gebonden. Het voltrekt zich zwijgend en toont zich in het doen.’

Vergeven. Omgaan met onrecht. Svenja Flasspöhler. Uitgeverij Ten Have, 19,99 euro

 bron: hetgoedeleven.com

Niet gecategoriseerd