Artikel van de maand september 2010

Gesprek met prof.dr. mr. Kees Schuyt

Door Leon Goertz

Rond het Binnenhof in Den Haag bevindt zich het scheppend hart van de Ne­derlandse samenleving. Daar zijn velen bezig om haar een goede vorm te geven. Dit gebeurt door wetten te maken die de mensen tot hun recht laten komen en paal en perk stellen aan elke vorm van onrecht. Hoe past de katho­lieke kerk van vandaag in dit geheel van onze democratische regelgeving? Een gesprek met prof. Kees Schuyt, lid van de Raad van State. De beleving en visie van een rechtsgeleerde.

Prof. dr. mr. Kees Schuyt is in 1943 gebo­ren en groeide op in een keurig katholiek gezin van tien kinderen, vijf meisjes en vijf jongens. Zijn basisopleiding krijgt hij op het internaat van de passionisten en op het Aloysius College van de jezuïeten in Den Haag. ‘Het was een goede tijd daar’, zegt hij ‘maar achteraf gezien: een kind van twaalf jaar zo vroeg van huis weg is niet goed. Dan hoort het nog thuis in de geborgenheid van het gezin.

‘Hoe oordelen?
Zijn vervolgopleiding is sociologie in Lei­den, hetgeen wil zeggen: kijken wat er aan de hand is; mensen en hun gedrag ob­serveren en proberen te begrijpen. Maar feiten alleen als objectief gegeven is op den duur te weinig. Je gaat je afvragen of wat mensen doen en niet doen allemaal door de beugel kan? Zijn er ook onuit­staanbare feiten en gedragingen en hoe beoordeel je die dan? Zo kom je als socio­loog al gauw ook bij recht en ethiek te­recht. Daarom studeert Schuyt ook Neder­lands Recht en doet hij zijn ervaring el­ders in Europa en Amerika op. In de loop der jaren zijn er talrijke publicaties op het terrein van de rechtssociologie op zijn naam komen staan.

Humane samenleving
Naast zijn wetenschappelijk werk als hoogleraar in de rechtssociologie te Nij­megen en in de empirische sociologie te Leiden en Amsterdam, laat hij vijftien jaar lang door middel van zijn column in De Volkskrant regelmatig zijn licht schijnen over verschijnselen en gebeur­tenissen in de Nederlandse samenleving. Hij ontvangt talrijke onderscheidingen, waaronder de eervolle dr. J .P. van Praag prijs van het Humanistisch Verbond voor zijn wetenschappelijke en journalistieke bijdragen aan een humanitaire samenle­ving. Als lid van de Raad van State maakt hij nu deel uit van het adviescollege van de regering dat elk wetsontwerp op zijn democratische en ethische waarde beoor­deelt. Zo levert hij zijn bijdrage aan een humane samenleving. De vraag is nu: hoe de katholieke geloofsgemeenschap op dit moment in Nederland past binnen het grote geheel van ons democratisch bestel? Is zij een wezenlijke bijdrage daaraan, of doet zij er soms mogelijk zelfs afbreuk aan?

Zijn ontwikkeling
Over zijn katholieke opvoeding in het ouderlijk gezin en bij de paters niets dan lof. Maar dat is niet het éigenlijke le­ven. De overgang naar het studentenle­ven is eerst een shock, maar al gauw een openbaring en bevrijding uit te gesloten kringen. Schuyt zegt: ‘De vrije omgang onder de studenten, de gretige openheid naar wetenschap en cultuur, dat is een verademing, een venster naar het volle leven. Wetenschap en wetenschappelijk onderzoek werden mijn grote hartstocht. Ook op het gebied van het geloof komen de studenten daar uit hun bekrompen godsdienstige hokjes.’ Hij is enthousiast lid van de studentenvereniging en doet mee met de studentenecclesia in Leiden. Die is voluit oecumenisch. Deze open­heid naar elkaar toe is het gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie van 1965 dat veel goede aanzetten gaf voor een ont­spannen en wereldgericht omgaan met elkaar. Zo ligt het voor de hand dat zijn huwelijk met Trees van Etten – ook ka­tholiek – in 1967 in oecumenisch verband gevierd werd.

Hoeft niet meer
Even later in 1968 is het Pastoraal Con­cilie te Noordwijkerhout druk bezig om het katholieke erfgoed in de geest van het zich heel sterk kan vinden in wetenschap­pelijke waarheidsvinding, legt Schuyt dan het altijd aanwezige conflict tussen geloof en wetenschap uit in het voordeel van de wetenschap. Of beter gezegd: de interesse voor alles wat met katholiek te maken heeft schiet bij hem fors omlaag en be­reikt zowat het nulpunt. Voor hem hoeft het allemaal niet meer.

Zeer waardevol
Op het Tweede Vaticaans Concilie deed de katholieke kerk een poging om van­uit een toch wel wat religieus sektarisme door te groeien naar een werelds wereld­beeld waarin de mens gezien werd als een autonoom wezen die in eigen ver­antwoordelijkheid zijn weg moet zoeken en gaan om zo zijn eigen bijdrage te le­veren aan een humane samenleving. ‘Dit is een vorm van bijbels humanisme dat zeer waardevol is en waarin ik nog altijd geloof. Iemand als Geert Groote en ook anderen uit het christelijk verleden spre­ken mij nog altijd erg aan. Zo blijft ook de gregoriaanse zang, bijvoorbeeld van de Requiemmis, een weldadige voedings­bodem voor het innerlijk leven van de mens.

‘Buiten de samenleving
Maar de ontwikkeling van de katholieke kerk in Nederland en daarbuiten zit in veel opzichten niet meer op de lijn van dat concilie. De onfeilbaarheid van de paus, het dictatoriale gedrag van de hiërarchie en vooral in veel opzichten de waardigheid ontkennen van de mense­lijke lichamelijkheid en de gehele we­reldse werkelijkheid, zijn uitingen van een overtuiging en een kerkelijk beleid waardoor de katholieke kerk zich buiten de humane samenleving heeft geplaatst. Daarom hebben velen haar ook begrijpe­lijk en terecht de rug toegekeerd. Dit is jammer. ‘Religie, mythologie en mystiek zijn net als filosofie en poëzie belangrijke bronnen om ons leven enige spiritualiteit te geven en boven het alledaagse te ver­heffen, zodat het leven met zijn onbeant­woorde eeuwige vragen een respectabele humane vorm krijgt.’ Schuyt acht deze symbolische kennisvormen equivalenten van elkaar. Zelf schept hij genoegen in fi­losofie en poëzie, heeft daar meer dan ge­noeg aan en laat religie en mystiek graag aan anderen. Ieder zoekt zo wat hem of haar het meest inspireert.

Tolerant en autonoom
Terug naar de observatie van de socioloog en de vormgeving van de rechtsgeleer­de. Deze disciplines blijven de kardinale steunpilaren voor een humane samenle­ving. Daarbinnen moet plaats zijn om alle individuen en groepen recht te doen. Dat geldt ook voor katholieken en voor chris­tenen van allerlei slag. Het verdedigen van de vrijheid van godsdienst is een heilige plicht van onze rechtsstaat. Dit geldt dus ook voor het religieus aspect in de opvoe­ding op school. Als dit wegvalt, dan ligt daar al gauw het gevaar van louter mate­rialisme op de loer. Als in het katholiek onderwijs aandacht besteed wordt aan bij­voorbeeld de grote kerkelijke feesten die hun oorsprong hebben in de bijbel en met name de humaniteit van Jezus naar vo­ren brengen, dan is dat een verrijking van het persoonlijk en maatsschappelijk leven in zijn geheel. De religieuze opvoeding mag dan niet blijven steken bij de rigou­reuze indoctrinatie in de vorm van eeu­wige waarheden en het eigen gelijk alsof ze God in hun zak hebben. Dat is funest en blokkeert de gezonde ontplooiing van het kind naar een volwaardig leven in de samenleving. ‘Een opvoeding is geslaagd’, zegt Schuyt, ‘wanneer kinderen zo rond hun achttiende levensjaar een eigen, au­tonome keuze kunnen maken, het geloof der vaderen opnieuw kiezen of dat achter zich laten. Als het maar een keuze in vrij­heid is.’

Zinnig 
Of de katholieke kerk bereid en bezig is de lijn van repressie te verlaten en de om­mekeer te maken naar de realiteit van de huidige democratische samenleving in Nederland, weet Schuyt niet zo goed. Ook niet of de inspanning van groeperin­gen als Mariënburg nog zin hebben om het kerkelijk tij te keren. Of men zich ge­lovig noemt of niet, voor iedereen is het belangrijk om de feitelijke werkelijkheid duidelijk onder ogen te zien en vanuit dat weten met zijn eigen overtuiging en talen­ten een bijdrage te leveren om iedereen tot zijn recht te laten komen. Dat is humaan gedrag en blijft een zinnige bezigheid.

Niet gecategoriseerd