Gesprek met prof.dr. mr. Kees Schuyt
Door Leon Goertz
Rond het Binnenhof in Den Haag bevindt zich het scheppend hart van de Nederlandse samenleving. Daar zijn velen bezig om haar een goede vorm te geven. Dit gebeurt door wetten te maken die de mensen tot hun recht laten komen en paal en perk stellen aan elke vorm van onrecht. Hoe past de katholieke kerk van vandaag in dit geheel van onze democratische regelgeving? Een gesprek met prof. Kees Schuyt, lid van de Raad van State. De beleving en visie van een rechtsgeleerde.
Prof. dr. mr. Kees Schuyt is in 1943 geboren en groeide op in een keurig katholiek gezin van tien kinderen, vijf meisjes en vijf jongens. Zijn basisopleiding krijgt hij op het internaat van de passionisten en op het Aloysius College van de jezuïeten in Den Haag. ‘Het was een goede tijd daar’, zegt hij ‘maar achteraf gezien: een kind van twaalf jaar zo vroeg van huis weg is niet goed. Dan hoort het nog thuis in de geborgenheid van het gezin.
‘Hoe oordelen?
Zijn vervolgopleiding is sociologie in Leiden, hetgeen wil zeggen: kijken wat er aan de hand is; mensen en hun gedrag observeren en proberen te begrijpen. Maar feiten alleen als objectief gegeven is op den duur te weinig. Je gaat je afvragen of wat mensen doen en niet doen allemaal door de beugel kan? Zijn er ook onuitstaanbare feiten en gedragingen en hoe beoordeel je die dan? Zo kom je als socioloog al gauw ook bij recht en ethiek terecht. Daarom studeert Schuyt ook Nederlands Recht en doet hij zijn ervaring elders in Europa en Amerika op. In de loop der jaren zijn er talrijke publicaties op het terrein van de rechtssociologie op zijn naam komen staan.
Humane samenleving
Naast zijn wetenschappelijk werk als hoogleraar in de rechtssociologie te Nijmegen en in de empirische sociologie te Leiden en Amsterdam, laat hij vijftien jaar lang door middel van zijn column in De Volkskrant regelmatig zijn licht schijnen over verschijnselen en gebeurtenissen in de Nederlandse samenleving. Hij ontvangt talrijke onderscheidingen, waaronder de eervolle dr. J .P. van Praag prijs van het Humanistisch Verbond voor zijn wetenschappelijke en journalistieke bijdragen aan een humanitaire samenleving. Als lid van de Raad van State maakt hij nu deel uit van het adviescollege van de regering dat elk wetsontwerp op zijn democratische en ethische waarde beoordeelt. Zo levert hij zijn bijdrage aan een humane samenleving. De vraag is nu: hoe de katholieke geloofsgemeenschap op dit moment in Nederland past binnen het grote geheel van ons democratisch bestel? Is zij een wezenlijke bijdrage daaraan, of doet zij er soms mogelijk zelfs afbreuk aan?
Zijn ontwikkeling
Over zijn katholieke opvoeding in het ouderlijk gezin en bij de paters niets dan lof. Maar dat is niet het éigenlijke leven. De overgang naar het studentenleven is eerst een shock, maar al gauw een openbaring en bevrijding uit te gesloten kringen. Schuyt zegt: ‘De vrije omgang onder de studenten, de gretige openheid naar wetenschap en cultuur, dat is een verademing, een venster naar het volle leven. Wetenschap en wetenschappelijk onderzoek werden mijn grote hartstocht. Ook op het gebied van het geloof komen de studenten daar uit hun bekrompen godsdienstige hokjes.’ Hij is enthousiast lid van de studentenvereniging en doet mee met de studentenecclesia in Leiden. Die is voluit oecumenisch. Deze openheid naar elkaar toe is het gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie van 1965 dat veel goede aanzetten gaf voor een ontspannen en wereldgericht omgaan met elkaar. Zo ligt het voor de hand dat zijn huwelijk met Trees van Etten – ook katholiek – in 1967 in oecumenisch verband gevierd werd.
Hoeft niet meer
Even later in 1968 is het Pastoraal Concilie te Noordwijkerhout druk bezig om het katholieke erfgoed in de geest van het zich heel sterk kan vinden in wetenschappelijke waarheidsvinding, legt Schuyt dan het altijd aanwezige conflict tussen geloof en wetenschap uit in het voordeel van de wetenschap. Of beter gezegd: de interesse voor alles wat met katholiek te maken heeft schiet bij hem fors omlaag en bereikt zowat het nulpunt. Voor hem hoeft het allemaal niet meer.
Zeer waardevol
Op het Tweede Vaticaans Concilie deed de katholieke kerk een poging om vanuit een toch wel wat religieus sektarisme door te groeien naar een werelds wereldbeeld waarin de mens gezien werd als een autonoom wezen die in eigen verantwoordelijkheid zijn weg moet zoeken en gaan om zo zijn eigen bijdrage te leveren aan een humane samenleving. ‘Dit is een vorm van bijbels humanisme dat zeer waardevol is en waarin ik nog altijd geloof. Iemand als Geert Groote en ook anderen uit het christelijk verleden spreken mij nog altijd erg aan. Zo blijft ook de gregoriaanse zang, bijvoorbeeld van de Requiemmis, een weldadige voedingsbodem voor het innerlijk leven van de mens.
‘Buiten de samenleving
Maar de ontwikkeling van de katholieke kerk in Nederland en daarbuiten zit in veel opzichten niet meer op de lijn van dat concilie. De onfeilbaarheid van de paus, het dictatoriale gedrag van de hiërarchie en vooral in veel opzichten de waardigheid ontkennen van de menselijke lichamelijkheid en de gehele wereldse werkelijkheid, zijn uitingen van een overtuiging en een kerkelijk beleid waardoor de katholieke kerk zich buiten de humane samenleving heeft geplaatst. Daarom hebben velen haar ook begrijpelijk en terecht de rug toegekeerd. Dit is jammer. ‘Religie, mythologie en mystiek zijn net als filosofie en poëzie belangrijke bronnen om ons leven enige spiritualiteit te geven en boven het alledaagse te verheffen, zodat het leven met zijn onbeantwoorde eeuwige vragen een respectabele humane vorm krijgt.’ Schuyt acht deze symbolische kennisvormen equivalenten van elkaar. Zelf schept hij genoegen in filosofie en poëzie, heeft daar meer dan genoeg aan en laat religie en mystiek graag aan anderen. Ieder zoekt zo wat hem of haar het meest inspireert.
Tolerant en autonoom
Terug naar de observatie van de socioloog en de vormgeving van de rechtsgeleerde. Deze disciplines blijven de kardinale steunpilaren voor een humane samenleving. Daarbinnen moet plaats zijn om alle individuen en groepen recht te doen. Dat geldt ook voor katholieken en voor christenen van allerlei slag. Het verdedigen van de vrijheid van godsdienst is een heilige plicht van onze rechtsstaat. Dit geldt dus ook voor het religieus aspect in de opvoeding op school. Als dit wegvalt, dan ligt daar al gauw het gevaar van louter materialisme op de loer. Als in het katholiek onderwijs aandacht besteed wordt aan bijvoorbeeld de grote kerkelijke feesten die hun oorsprong hebben in de bijbel en met name de humaniteit van Jezus naar voren brengen, dan is dat een verrijking van het persoonlijk en maatsschappelijk leven in zijn geheel. De religieuze opvoeding mag dan niet blijven steken bij de rigoureuze indoctrinatie in de vorm van eeuwige waarheden en het eigen gelijk alsof ze God in hun zak hebben. Dat is funest en blokkeert de gezonde ontplooiing van het kind naar een volwaardig leven in de samenleving. ‘Een opvoeding is geslaagd’, zegt Schuyt, ‘wanneer kinderen zo rond hun achttiende levensjaar een eigen, autonome keuze kunnen maken, het geloof der vaderen opnieuw kiezen of dat achter zich laten. Als het maar een keuze in vrijheid is.’
Zinnig
Of de katholieke kerk bereid en bezig is de lijn van repressie te verlaten en de ommekeer te maken naar de realiteit van de huidige democratische samenleving in Nederland, weet Schuyt niet zo goed. Ook niet of de inspanning van groeperingen als Mariënburg nog zin hebben om het kerkelijk tij te keren. Of men zich gelovig noemt of niet, voor iedereen is het belangrijk om de feitelijke werkelijkheid duidelijk onder ogen te zien en vanuit dat weten met zijn eigen overtuiging en talenten een bijdrage te leveren om iedereen tot zijn recht te laten komen. Dat is humaan gedrag en blijft een zinnige bezigheid.