Hanneke Goudappel
Doopsgezinden en rooms-katholieken worden verenigd in de gezamenlijke weigering om de seculiere staat de uiteindelijke zeggenschap over ons te geven. Uiteindelijk geldt: ‘Wij zijn van Christus en Christus is van God’ (1 Korintiërs 3:23). Dat zei prof. dr. Erik Borgman gisteren tijdens een symposium in de Singelkerk in Amsterdam ter gelegenheid van zijn benoeming als visiting professor aan het Doopsgezind Seminarium aan de Vrije Universiteit.
Borgman zal aan het academische opleidingsinstituut van de doopsgezinden de komende twee jaren de wisselleerstoel Vrijzinnige theologie invullen. Met deze leerstoel wil het seminarium zich bezinnen op de positie en rol van de vrijzinnigheid in een geseculariseerde tijd. Borgmans benoeming is voor een dag per week.
Toen hij werd benaderd met het verzoek de eerste visiting professor te worden die de positie van de vrijzinnige theologie zou moeten behartigen, dacht Borgman dat dit ,,toch echt een vergissing moest zijn”, vertelde hij. ,,Ik had willen zeggen dat ik mijzelf helemaal niet beschouw als vrijzinnig. Ik geloof in dogma’s en ben overtuigd van het belang van de autoriteit in en van de kerk.”
Eensgezindheid
Toch kwam het tot een vervolgafspraak en daar ontstond al snel eensgezindheid over de invulling van de leerstoel. ,,Ik spreek blijkbaar zo vanuit dit orthodoxe geloof, dat ook vrijzinnigen zich erin herkennen. Dat vind ik een groot compliment”, zei Borgman.
,,Orthodoxie loopt altijd het gevaar de onderwerping te worden aan een gemeenschappelijk gedachtegoed, een groepsideologie die onderscheidt tussen binnengaanders van buitenstaanders”, stelde de hoogleraar theologie aan de Universiteit van Tilburg. ,,Dat maakt de meest verheven waarheid tot afgod. Vrijzinnigheid vraagt daartegenover: Is dat nu wel zo? Waar zie je dat dan? Wat vind ik overtuigend? Vrijzinnigen functioneren wat mij betreft als wat de Tsjechische psycholoog, theoloog en rooms-katholiek priester Tomás Halík aanduidt als de Zacheüssen, degenen die van enige afstand met scepsis toekijken naar wat er op het terrein van geloof en theologie gebeurt.”
Batseba
Borgman zoomde in op een schilderij van Rembrandt: Batseba met de brief van koning David, dat dateert uit 1654 en in het Louvre in Parijs hangt. ,,We zien hier een vrouw verbonden met een verleden via haar man Uria die een uitnodiging ontvangt van haar koning David om daarmee te breken ten gunste van de prachtige toekomst: Batseba zou uiteindelijk de moeder van Salomo worden, Davids opvolger als koning. De vrouw aarzelt duidelijk: moet zij orthodox vasthouden aan het verleden of moet zij vrijzinnig gaan voor de nieuwe mogelijkheden? Maar ondertussen belichaamt zij zelf het echte leven: zij is zwanger, haar kind zal onherroepelijk geboren worden en wat de geschiedenis ook verder brengen zal: het zal Gods geschiedenis zijn.”
Het gaat uiteindelijk niet om vrijzinnigheid of orthodoxie, tenminste niet in de zin van vasthouden van het verleden of zich rücksichtlos laten bepalen door nieuwe mogelijkheden, aldus Borgman. ,,Het gaat ook niet om een middenweg, die in de kerken feitelijk vaak gezocht wordt, met een variatie op een reclameslogan van een voedselproducent: een beetje van God – of van de Bijbel, of van de traditie – en een beetje van jezelf.”
,,Het gaat om de materiële en concrete geschiedenis, het vrouwenlichaam op het schilderij dat zwanger gaat van wat komt, leven en dood, pijn en vreugde, geluk en verdriet, maar tot in het verdriet de pijn en dood altijd uiteindelijk verbonden met en geleid door de vreugde en het geluk van het leven”, verwees Borgman naar het schilderij. ,,Als de kerk toekomst wil hebben moet ze opnieuw dit lichaam worden, in navolging van hem die volgens de hymne in de brief van Paulus aan de Filippenzen zichzelf ontledigd en vernederd heeft, om langs deze weg door God hoog verheven te worden.”
Intuïtie
Borgman doet als visiting professor onderzoek naar ‘Tradities van toewijding en de toekomst van de kerk’. ,,In de marge van de bestaande samenleving en het heersende denken, worden nieuwe wegen gevonden, zowel voor onze cultuur en voor de christelijke traditie.” Hij wil zich in het bijzonder bezighouden met ,,gemeenschappen die zich bewegen in deze onrustige en instabiele, maar vernieuwende en creatieve marge waar radicale navolging van Jezus opnieuw gestalte krijgt”. ,,Ik heb de intuïtie dat zij een richting wijzen naar de toekomst van onze wereld in het licht van Gods verborgen aanwezigheid en daarmee van de kerk.”
Bron: Het Goede Leven