Passiemuziek bij het lijden van moeder en zoon

Over het Stabat Mater en Bachs Matthäuspassion

Afgelopen weekend vond in het Noord-Brabantse Oirschot de jaarlijkse uitvoering plaats van het Stabat Mater, waarin niet het lijden van Jezus, maar dat van Maria centraal staat. De uitvoering, die inmiddels een lange traditie kent, steekt die van Bachs Matthäus Passion in Naarden naar de kroon. Ook elders krijgt het Stabat Mater de laatste jaren meer aandacht. Maar uiteindelijk verwijst het Stabat Mater naar de Passion. ‘Door Maria tot Christus’.

Door Martin J.M. Hoondert

Het Stabat Mater (letterlijk vertaald: ‘De moeder stond…’) is de treurzang over een moeder, over dé Moeder, die naast het kruis staat en getuige is van het lijden van haar Zoon. Vele componisten hebben zich door deze dramatische tekst laten inspireren. Meer dan 400 toonzettingen van het Stabat Mater zijn bekend, van de oudste gregoriaanse verklankingen tot en met de hedendaagse componisten Daan Manneke (2007) en Egon Kracht (2011).

Middeleeuwse vroomheid

Het Stabat Mater is ontstaan in de middeleeuwen en ademt de spiritualiteit van deze periode. De onbekende dichter (waarschijnlijk een franciscaan) heeft zich laten inspireren door twee passages uit de Bijbel. Het evangelie van Lucas (2,35) verhaalt dat Maria en Jozef naar Jeruzalem reisden om hun pasgeboren kind aan God op te dragen. Toen zij de tempel binnengingen, werden zij aangesproken door de oude Simeon. Deze nam het kind in zijn armen en voorspelde dat Maria’s ziel eens door een zwaard zou worden doorboord. In het evangelie van Johannes (19,25) wordt verteld dat bij de kruisiging van Jezus drie vrouwen bij het kruis stonden, onder wie zijn moeder Maria. In het Latijn luidt het begin van deze zin: Stabant iuxta crucem Iesu mater eius… De dichter heeft beide citaten in de eerste strofen verwerkt.

Het Stabat Mater is een rijmgebed, een vroom gedicht bestaande uit twintig strofen, of beter: tien dubbelstrofen, die rijmen volgens het schema aab-ccb. Het rijmgebed, dat allereerst voor de individuele devotie werd geschreven (daarom staat er ‘ik’ en ‘mijn’), mediteert over het verdriet van de Moeder om haar Zoon. De bidder-luisteraar wordt vervolgens bij dit verdriet betrokken:

Wie zou tranen binnenhouden
als hij dat verdriet aanschouwde
van de moeder bij haar kind?

Die betrokkenheid van de bidder-luisteraar zet zich om in het verlangen tot mede-lijden:

Vrouw van liefde en genade,
wil toch op mijn schouders laden
alles wat U lijden doet.

De verering van Maria wordt in het Stabat Mater verbonden met passiemystiek en met de nastrevenswaardige imitatio Christi, het verlangen om Christus na te volgen tot in zijn lijden. We herkennen hier de vroomheid van de middeleeuwen, en met name ook de franciscaanse spiritualiteit van de 13e/14eeeuw.

Meerstemmigheid

De gregoriaanse versies van het Stabat Mater waren voor gebruik in de officiële liturgie. Ze werden onder meer gezongen bij het feest van de Zeven Smarten van Maria, dat gevierd wordt op 15 september (in de middeleeuwen ook op andere data). De talloze meerstemmige zettingen werden ook bij andere gelegenheden gezongen, zoals bij vrome bijeenkomsten zoals een kruiswegprocessie of een lijdensmeditatie. Soms werden er maar enkele strofen van het Stabat Mater getoonzet en bovendien zijn er vele tekstvarianten.

De meest bekende en populaire meerstemmige versie van het Stabat Mater is die van Giovanni Battista Pergolesi. Hij schreef zijn compositie vlak voor zijn dood in 1736 voor de adellijke broederschap van deVergini dei Dolori in Napels. De opdracht was een Stabat Mater te componeren voor twee solostemmen (sopraan en alt) met strijkers en basso continuo (klavecimbel of orgel met een basinstrument voor de begeleiding). De versie van Pergolesi werd ongekend populair. Wie spreekt over het Stabat Mater, denkt allereerst aan de toonzetting van Pergolesi; er verschenen talloze bewerkingen. Vanwaar deze populariteit? Een reden zijn de dissonanten (‘wringende noten’) die Pergolesi gebruikt om de smart van Maria uit te drukken. In het eerste deel van zijn compositie schuiven de melodielijnen steeds over elkaar heen, waardoor een dissonant ontstaat, die weer oplost, waarna een volgende dissonant zich aandient. Het verdriet van de Moeder dat de tekst verwoordt, wordt door de muzikale werking het verdriet van alle luisteraars.

Populariteit

De jaarlijkse uitvoeringen van het Stabat Mater in Oirschot hebben een nieuwe traditie doen ontstaan. Naast of in plaats van de ‘Matteüs’ of ‘Johannes’ van Bach luisteren we nu naar de smarten van Maria. Er zijn, lijkt mij, belangrijke verschillen in de luisterervaring. Zo is het Stabat Mater korter, met twee of drie toonzettingen van het Stabat Mater is een boeiend en steeds wisselend concertprogramma samen te stellen. In Oirschot slaagt men daar jaarlijks uitstekend in. Een verschil zit ook in de inhoudelijke en daarmee de muzikale dynamiek. Het Stabat Mater eindigt hoopvol en optimistisch. Als we luisteren naar de meerstemmige versie van Pergolesi, dan horen we muziek die vertrouwen en optimisme uitstraalt. Het komt wel goed, lijkt hij te zeggen, geen gelovige is zover van ‘God los’ of Maria ziet kans om hem binnenboord te houden. Wie een toonzetting van het Stabat Mater heeft beluisterd gaat met een blij gezicht naar huis – uitzonderingen daargelaten – terwijl de Matteüs- en Johannespassie ons eerder ernstig stemmen.

Een reden voor de populariteit van het Stabat Mater is ook gelegen in de liefde voor Maria, vooral bij katholieke gelovigen. Maria is het toonbeeld van trouw, zij is de troostende moeder voor de vele mensen die jaarlijks pelgrimeren naar Lourdes, Fatima en al die andere plaatsen waar Maria wordt vereerd.

Tweeluik

In de middeleeuwse spiritualiteit werd het lijden van Maria en Jezus naast elkaar geplaatst, bijna evenwaardig. We zien dan ook in de middeleeuwen her en der het gebruik om de smarten van Maria te gedenken op de vrijdag vóór Goede Vrijdag, zodat het lijden van Moeder en Zoon als het ware een tweeluik vormen. Maar hoe mooi, dramatisch en troostrijk het Stabat Mater ook is, uiteindelijk gaat het niet om Maria – al lijkt de rooms-katholieke volksdevotie dat wel eens uit het oog te verliezen. Uiteindelijk gaat het om degene naar wie zij verwijst, keer op keer. In de woorden van Luther: solus Christus. ‘Door Maria tot Christus’ staat er op de poort van het Mariabedevaartoord in Heiloo (Noord-Holland). Maria zegt ons als het ware, keer op keer: zie deze mens die in leven en lijden teken werd voor alle tijden van wat liefde dragen kan. En zo verwijst het Stabat Mater naar de Passion. Oirschot en Naarden liggen dicht bij elkaar.

 

Voor informatie over het Stabat Mater zie: www.stabatmater.infoEen overzicht van Passieconcerten is te vinden op www.klassieke-agenda.nlwww.bachagenda.nl en op www.infonu.nl (kunst en cultuur).

Martin Hoondert (* 1967) is universitair docent ‘Muziek, Religie & Ritueel’ aan de Universiteit van Tilburg. In zijn onderzoek houdt hij zich bezig met muziek en de dood: het moderne Requiem als verklanking van visies op de dood, Requiemconcerten, muzikale repertoires bij uitvaartrituelen, muziek en rouw, muziek en troost. Daarnaast richt zijn onderzoek zich op rituelen en (muzikale) monumenten bij herdenkingen, met name herdenkingen van oorlogen (Eerste en Tweede Wereldoorlog) en genocide (met name Rwanda en Srebrenica). Martin Hoondert is hoofdredacteur van het Gregoriusblad (tijdschrift voor liturgische muziek), redacteur van het tijdschrift Vieren, en lid van de redactieraad van het Jaarboek voor liturgie-onderzoek en de boekenreeksen Meander, Netherlands Studies in Ritual and Liturgy en Liturgia Condenda. Tevens is hij dirigent van het liturgiekoor Katharsis (Tilburg. www.koorkatharsis.nl).

Dit artikel verscheen in meer uitgebreide versie in het tijdschrift VolZin maart 2010 en in VIEREN maart 2015.

Niet gecategoriseerd