Naar een gelukkig leven moet je niet al te hard streven

boekbespreking

door Pieter Anko de Vries (Website Het Goede Leven)

Hoe kun je gelukkig leven? Daarvoor kunnen we te rade gaan bij filosofen. Die van de Oudheid maar ook modernere denkers, zo leert filosofe en docent Miriam van Reijen ons.

Je struikelt tegenwoordig over boeken en cursussen die je leren hoe je gelukkig kunt worden. Heel vaak wordt daarbij een activistische, assertieve houding verwacht. De woorden ‘streven’ en ‘hebben’ spelen daarbij een belangrijke rol. Eerst als ik dít heb bereikt kan ik gelukkig zijn. Filosofe Miriam van Reijen veegt in haar onlangs verschenen boek Stoïcijnse levenskunst. Evenveel geluk als wijsheid de vloer aan met deze opvatting.

Aan de hand van denkbeelden van verschillende filosofen uit de Oudheid, maar ook van die van Spinoza en Sartre komt ze tot een heel andere conclusie. Gelukkig en het werkwoord ‘zijn’ horen bij elkaar. In de eerste opvatting (‘hebben’) is geluk afhankelijk van bepaalde zaken of omstandigheden, terwijl de andere (‘zijn’) inhoudt dat de staat van geluk daarvan onafhankelijk is. Geluk heeft te maken heeft met je eigen bewustzijn en instelling. De eerste opvatting verbindt geluk met streven handelen, waar juist risico’s aan verbonden zijn. Terwijl gelukkig ‘zijn’ altijd in het hier en nu mogelijk is.

Eigen gedachten

De auteur haalt de stoïcijnse filosoof Epictetus aan. Die zei al dat mensen niet lijden door gebeurtenissen of door andere mensen, maar door hun eigen gedachten over die gebeurtenissen en die andere mensen. ‘Het zijn altijd irrationele aannames, gemeenplaatsen en vooroordelen die lastige en niet-constructieve emoties als irritatie, angst, teleurstelling, jaloezie en schuldgevoel veroorzaken.’

Seneca schrijft dat deze emoties energie vreten; gemoedsrust is niet alleen een prettiger gevoel, maar maakt ook effectiever handelen mogelijk. Je wordt dan niet afgeleid door zaken die er in wezen niet toe doen, maar die je wel afhouden van dingen die je zou kunnen doen, of vooral níet doen, om een beter leven te hebben.

Tegenwoordig gaan psychologen over vragen van geluk. Maar vroeger waren dat de filosofen. Na de ondergang van het Romeinse Rijk verdween hun functie. De laatste decennia komt daarin weer verandering.

Levenskunst

Als je één woord als thema van het boek zou moeten kiezen is het misschien wel ‘levenskunst’. Pijnlijke gemoedsaandoeningen zijn de grootste bedreigingen voor het geluk en het goede leven. Gemoedsrust is de basis voor geluk.

Dat betekent dat je moet proberen los te komen van nodeloze onzekerheid voordat je keuzes maakt en zinloze spijt achteraf. Dat kan door rustig en kritisch na te denken, te filosoferen, door de rede. Dan kun je een leider zijn in plaats van een lijder.

De Romeinse filosoof Seneca wist het al. Als je dankzij de rede geen vrees en onvervulde begeerte kent ben je gelukkig. Met andere (ook in de Bijbel gebruikte) woorden: tel je zegeningen, wees blij met wat je hebt. En dat is niet bedoeld als onderdrukkingsmechanisme, maar als vorm van vrijheid. Seneca had misschien – en dat was ook de kritiek tijdens zijn leven op hem – als rijk en invloedrijk man makkelijk praten. En hij antwoordde dan dat hij ‘het kon hebben’. Hij was geen slaaf van zijn bezit. Hij genoot ervan zolang hij het had, maar als het minder met hem ging (wat ook gebeurde) was het ook goed. Dat was volgens hem onafhankelijk zijn van eer en bezit. Het recept voor geluk.

Stoïcijnse levenskunst. Miriam van Reijen. ISVW Uitgevers, 17,50 euro

Niet gecategoriseerd