Christendom als vijgenblad

column

Verdedigers van onze nationale identiteit wijzen graag naar het christendom als bron van westerse beschaving. René Grotenhuis voelt zich daar niet prettig bij. “Als universeel geloof is het christendom nooit bezit van één volk of één continent.” Bovendien: is onze samenleving wel zo christelijk? 

 

Door René Grotenhuis

Onlangs heeft CDA fractieleider Sybrand van Haarsma Buma duidelijk gemaakt dat wat hem betreft de Nederlandse identiteit vooral behouden moet blijven. Diversiteit is niet iets om na te streven en de joods-christelijke wortels van de Nederlandse cultuur mogen niet ter discussie staan. Ook zijn SGP-collega van der Staaij en CU-collega Seegers hebben in het verleden een lans gebroken voor het vasthouden van de joods-christelijke wortels.

Zo lijkt er een brede eensgezindheid te zijn in de christelijke politiek in het identiteitsdebat. Aanhakend bij het nog niet zo ver verleden wordt deze visie op de Nederlandse cultuur en identiteit als vanzelfsprekend gepresenteerd. Niet alleen overtuigde gelovigen, ook veel cultuur-christenen zullen zich in deze stellingname herkennen. Ze mogen dan wel niet meer actief en meelevend kerklid zijn, de nestgeur van de katholieke en protestantse traditie is hun nog vertrouwd en eigen.

Ongemakkelijk

Ik voel me om twee redenen ongemakkelijk bij deze toe-eigening van de christelijke traditie en bij het inzetten van het christelijk geloof als instrument en wapen in het debat over identiteit. Er is sprake van toe-eigening omdat met dit benadrukken van de joods-christelijke wortels de indruk wordt gewekt dat onze West-Europese cultuur de ware drager is van de erfenis van het christendom. Die opvatting wordt direct gerelativeerd als we ons realiseren dat dat de joods-christelijke wortels ook de basis zijn van de cultuur van Latijns-Amerika en van grote delen van Sub-Sahara Afrika. Zo specifiek Europees zijn die wortels niet.

Als universeel geloof is het christendom nooit bezit van één volk of één continent. Het christelijk geloof laat zich heel goed combineren met een veelheid van culturen, politieke en sociaal economische systemen. Of steekt hier een oude koloniale missiereflex zijn kop op: het christendom is in wezen een West-Europese godsdienst die dankzij missie en zending over de rest van de wereld is verspreid, zodat alle andere landen  uiteindelijk schatplichtig zijn aan de West-Europese wortels van Rome en Reformatie.

Weinig christelijks

De tweede reden om de westerse toe-eigening van de christelijke traditie met scepsis te benaderen is dat er alle reden is om juist vanuit het christelijk geloof uitermate kritisch te zijn op de westerse cultuur zoals die zich de laatste veertig jaar heeft ontwikkeld. Ik vind weinig christelijks in de manier waarop we de afgelopen decennia onze samenlevingen hebben georganiseerd. Inmiddels is vrijwel alles onderdeel geworden van competitie in een niet aflatende wedloop om het eigen aandeel veilig te stellen, ook als dat ten koste gaat van anderen. We laten zonder al te veel scrupules de ongelijkheid groter worden: wie het slimst is, de beste opleiding heeft, de meeste macht kan verwerven kan betrekkelijk schaamteloos zijn positie en bezit versterken. Dat anderen daar niet aan kunnen tippen is hooguit een bevestiging dat hun maatschappelijk rendement lager ligt.

Deze cultuur heeft zich de afgelopen decennia dankzij de globalisering razendsnel verspreid over grote delen van de wereld en is ook buiten Europa steeds meer gangbaar geworden als de vanzelfsprekende wijze waarop de bovenlaag van de samenleving zichzelf ziet en de samenleving organiseert.

Vijgenblad

Het jaar van de barmhartigheid dat paus Franciscus eind 2015 afkondigde was niet alleen een mooie gelegenheid om een oude christelijke deugd af te stoffen. Het was ook een noodzakelijke kritiek op een cultuur die een groot gebrek aan barmhartigheid ten toon spreidt

Ik begrijp wel dat christelijke politici die joods-christelijke wortels aangrijpen in het identiteitsdebat. Voor het zich bedreigd voelende christelijke volksdeel (bedreigd door secularisatie, atheïsme en groeiende niet-christelijke godsdiensten) is het een welkome manier om de eigen positie en relevantie te verdedigen. Voor wie het christelijk geloof dierbaar is, zou het een zorg moeten zijn dat het christendom steeds vaker als vijgenblad wordt gebruikt in het politieke identiteitsdebat.

René Grotenhuis »Lees ook andere artikelen van René Grotenhuis

 

bron: debezieling

 

Niet gecategoriseerd