Congres in het Vaticaan:Europa (her)overdenken

‘De mens moet centraal staan in de Europese samenwerking’

–  door Frans Wijnands   –

 

Toen zestig jaar geleden de Europese samenwerking voorzichtig en tegelijk ambitieus van de grond kwam werd er hartstochtelijk gepraat over ‘de ziel van Europa’. In de eerste bijeenkomst van het kersverse Europese Parlement herinnerde Robert Schuman de afgevaardigden er aan dat ‘alle landen van Europa doordrongen zijn van de christelijke cultuur. Zij is de ziel van Europa die men het moet terug geven. Deze gezamenlijkheid moet en mag niet een economische en technische aangelegenheid blijven. Zij behoeft een ziel’.

In de daaropvolgende decennia bleven Europese politici nadruk leggen op die ziel, zoals Jaques Delors, toenmalig president van de Europese Commissie, die in een toespraak in de kathedraal van Straatsburg – in 1992 – beklemtoonde dat  ‘men Europa een ziel moet geven. Als ons dat in de volgende tien jaren niet gelukt – een spiritualiteit, een betekenis -, dan zullen wij de partij Europa verloren hebben’.

Maar welke ziel?, vroeg dr. Antoine Bodar zich in 2011 af in zijn afscheidsrede als bijzonder hoogleraar Christendom, cultuur en media aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Welke ziel heeft Europa nodig? Voor Bodar was het toen – en ongetwijfeld nu nog – de christelijke ziel. Europa is immers van oudsher christelijk. Maar de Europese identiteit is in de loop de eeuwen mede gevormd door invloeden van de Verlichting, het humanisme en zelfs van de Islam. Het christendom is al lang niet meer het herkenbare logo waarmee Europa zich aan de rest van de wereld toont. Religie en spiritualiteit zijn ondergeschikt geraakt aan technologie, economie en het grote geld.  

God is niet alleen uit Jouwert verdwenen, om met Geert Mak te spreken, maar ook uit de rest van Europa. Imposante kathedralen, kloosters en hemelbestormende kerktorens zijn niet langer de ijkpunten voor de gelovige christen. Het zijn eenzame en letterlijk vcrlaten restanten geworden van wat eens een intens beleefd christendom was. Het is de laatste tijd ‘bon ton’ geworden om religie belachelijk te maken. Wie zich op christelijke waarden in het publieke – laat staan politieke – debat mengt, wordt nauwelijks serieus genomen. Met name de rk-kerk heeft zich te lang en te dominant met de politiek en de samenleving bemoeit. De inmiddels geaccepteerde scheiding tussen kerken staat gaat zover, dat gelovigen huiverig zijn geworden om voor hun christelijke standpunten uit te komen.

Het Vaticaan heeft er zich de afgelopen decennia bij neergelegd dat Europa als christelijk bolwerk verbrokkeld is. Paus Johannes Paulus II en paus Benedictus XVI – allebei geboren en getogen in Europa, zij het in verschillende culturen – hebben tijdens hun pontificaat de Europese samenleving bij herhaling  aangespoord om de christelijke wortels niet te vergeten. Paus Benedictus waarschuwde er in 2011 nog voor dat in bepaalde landen van de EU de godsdienstvrijheid in gevaar kwam;  ‘landen die weliswaar groot belang hechten aan pluralisme en aan verdraagzaamheid, maar waar religie steeds vaker in de marge verdwijnt’. Woorden die Antoine Bodar zeker hebben aangesproken en die aansluiten bij zijn oproep om de christelijke identiteit van Europa te erkennen. ‘Een Europa zonder Christus ontkent zichzelf’, zei paus Benedictus tien jaar geleden tegen de Europese bisschoppen bij gelegenheid van de vijftigste verjaardag van het Verdrag van Rome: de bakermat van het zich verenigende Europa.

Nu zijn we tien jaar verder. Europa ‘viert’ de zestigste verjaardag van dat historische Verdrag en de christelijke kerken leveren hun aandeel in de feestvreugde. Onlangs verklaarden kardinaal Reinhard Marx en de Lutherse bisschop Christopher Hill in een gezamenlijke verklaring dat ‘alleen een verenigd Europa de vrede kan garanderen’. Ze deden dat na een ontmoeting met de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker.

Kardinaal Marx is voorzitter van de Commissie van Europese rk-bisschoppen (Comece). Bisschop Hill is voorzitter van een soortgelijke commissie (Cec) maar dan van protestants-christelijke kerken. Zij houden in samenspraak de dialoog met allerlei Europese instanties gaande en brengen zodoende de christelijke waarden onder de aandacht van politici, parlementariërs en ambtenaren.

Vaticaan en paus Franciscus erkennen de waarde van het samenwerkende Europa. ‘Er is immers geen weg terug’, zei kardinaal Marx aan de vooravond van een driedaags congres dat zijn bisschoppencommissie (Comece) dezer dagen in het Vaticaan organiseert met als thema: ‘Europa (her)overdenken’.

Meer dan 350 deelnemers onder wie politici, wetenschappers en geestelijken uit   alle EU-lidstaten beraden zich over de koers van Europa. Over het milieu en vluchtelingen, over democratie en over gelijke kansen voor iedereen. Misschien ook over inspirerende spiritualiteit? Veelzeggend is een recente uitspraak van de Vaticaanse staatssecretaris kardinaal Pietro Parolin dat ‘de mens en zijn waardigheid in het middelpunt van het Europese project moeten staan’. Over God wordt niet meer zo nadrukkelijk gesproken…

lees ook ons eerder bericht over dit congres

franswijnands@telenet.be

 

 

Niet gecategoriseerd