Predikant Margarithe Veen: “Etty Hillesum zag de kunst van het lijden”

Het favoriete boek van Margarithe Veen, voorzitter van de Friese Raad van Kerken,  is ‘Het verstoorde leven’ van Etty Hillesum. Die schreef haar legendarische dagboek over haar persoonlijke ontwikkeling en radicale ethiek in de periode van 1941 tot 1943. Etty Hillesum overleed  op 29-jarige leeftijd in concentratiekamp Auschwitz. Vanuit het concentratiekamp schreef zij dat het leven ondanks alles prachtig en groots is.

Door Cees Veltman

Margarithe Veen: “Bijzonder, Etty Hillesum komt bij innerlijke vrede uit.

“Al heel lang denk ik, verzin eens een ander favoriet boek, maar ik kom toch steeds weer uit bij ‘Het verstoorde leven’. Een jaar of vijftien geleden heb ik er een artikel over geschreven in het Friesch Dagblad, maar nu kijk ik er wel wat anders tegenaan dan toen. De visie van Etty Hillesum op geweldloosheid is me nog meer gaan boeien. Ook binnen de kerken zouden we daar weleens wat meer aandacht aan mogen geven. Een aantal citaten kan ik wel eindeloos voor mezelf herhalen, zoals: ‘Lijden is niet beneden de menselijke waardigheid. De meeste westerlingen verstaan de kunst van het lijden niet en ze krijgen er duizend angsten voor in de plaats. Dit is geen leven meer: angst, verbittering, haat, wanhoop. Leven wij niet iedere dag een heel leven? Ik ben bij de hongerden, bij de mishandelden, iedere dag, maar ik ben ook bij de jasmijn en bij dat stuk hemel achter mijn venster.’

Etty Hillesum wilde van minuut tot minuut het leven duizendvoudig leven en een plaats geven aan het lijden. Door het lijden heen. Een vraag die zich ook bij het geweld van vandaag aan ons opdringt: kunnen we zicht krijgen op nieuwe wegen om de wonden door het leven zelf of door wat we elkaar aandoen, te helen. Om voorbij het onrecht te komen en de schoonheid en wonderlijkheid van elke nieuwe dag te ervaren. Niet de dood maar de liefde heeft het laatste woord. Voor mij heeft dat een sterke verbinding met het evangelie van Jezus Christus dat je oproept om je weg te vinden in het visioen van gerechtigheid en vrede, al kun je nooit voorspellen hoe je zult reageren als het geweld je zelf treft. Nog steeds worden mensen volstrekt vernederd, door moderne vormen van slavernij, discriminatie en antisemitisme of denk aan gendervraagstukken.

Innerlijke vrede

Bij Etty Hillesum is het bijzondere dat zij uiteindelijk bij een innerlijke vrede uitkomt, bij geweldloosheid. Zij reikt woorden aan waarmee zij zelf verder kwam en waarmee wij verder kunnen. Zij laat zien dat er meer mogelijk is tussen het je volstrekt machteloos voelen en de wapens oppakken. Zij biedt een alternatief: verval niet tot haat maar blijf het leven koesteren, zelfs tot de laatste minuut. ‘Alles is altijd helemaal goed zoals het is, hoe ellendig ook, iedere situatie heeft het goede en het slechte in zich’, schrijft zij. Zo beschrijft ze hoe ze ’s avonds na een verschrikkelijke dag in het kamp ‘met veerkrachtige pas langs het prikkeldraad’ loopt, in de overtuiging dat mensen in de kern steeds sterker kunnen worden ondanks alle vernederingen en dat er een nieuwe tijd zal komen.

Etty bleef vasthouden aan haar visie op het leven, al was het noodlot in de jaren dat zij het boek schreef onontkoombaar. De moord op de Joden, de homo’s, de Roma en de Sinti en de politieke gevangenen was immers tot in detail voorbereid. Etty kon het in 1942 nog niet geloven, maar ze hoorde al van de moordpartijen. ‘Ik blijf in God geloven ook al vreten de luizen me straks op in Polen’, schrijft ze dan.

Medemenselijkheid

Ik was onlangs in Berlijn bij het Holocaustmonument. Daar is ook haar foto te zien en veel wanhopige kaarten die uit de treinen werden gegooid door de mensen die werden gedeporteerd. De verschrikkingen van toen en nu zijn immens, maar we moeten net als Etty Hillesum blijven geloven in de medemenselijkheid en die blijven uitstorten over iedereen om ons heen. Wanneer in de zomer van 1942 de Joodse mensen steeds meer wordt ontzegd en zij een paar dagen werkt bij de Joodsche Raad, schrijft ze: ‘Onbarmhartig, onbarmhartig, maar des te barmhartiger moeten wij innerlijk zijn.’

Opnieuw maakt zij de verbinding met de medemenselijkheid vanuit haar Godsgeloof wanneer zij schrijft: ‘Ergens ben ik zo licht van binnen, zo zonder enige verbittering en heb zoveel kracht en liefde in me.’ Zij wilde haar eigen weg gaan, al voelde ze dat ze in groot gevaar was. Ze verlangde wel naar de afzondering van het klooster, maar vond dat ze de wereld in moest gaan. Dat gevoel heb ik ook. De weg van vrede en rechtvaardigheid ligt open en er zijn al mensen die die weg gaan. Dat moeten we niet vergeten in de drukte die door de smartphone in onze hand bij ons binnenkomt. We krijgen dan hopelijk de kracht om aan die andere, verdiepende weg die ieder mens in zich heeft, vast te houden.

Vredesethiek

De laatste jaren ben ik me meer gaan bezighouden met vredesethiek en daar voel ik me erg bij thuis. Dat komt ook door mijn contacten met de oecumenische familie, de Wereldraad van Kerken. Dan hoor je de verhalen van mensen uit Colombia en Afrika over hun ervaringen met geweld en hoe ze zoeken naar wegen om verder te kunnen. Tijdens mijn studie in Bossey, het oecumenisch opleidingsinstituut van de Wereldraad, was ik een van de acht studenten van in totaal 35 studenten die nog nooit in een situatie van oorlog of geweld had geleefd, de anderen wel. Zij vertelden verhalen hoe zij een weg vonden door het lijden heen. Wie was ik? Van achter het bureau in Nederland kunnen we veel bedenken, maar anderen staan met de voeten in de modder en wordt groot onrecht aangedaan. En dan gaat het erom: wie zijn de broeders en de zusters die om hen heen gaan staan? Er blijven mensen nodig die opstaan.”

Etty Hillesum, Het verstoorde leven. Dagboek van Etty Hillesum 1941-1943, Balans, 272 blz., € 15,-.

bron:debezieling.nl

 

Niet gecategoriseerd