Zorgvuldig omgaan met levenseinde

Essay: Van wilsverklaring naar waardengesprek

“Ik ben weggegroeid van het overzichtelijke ja of nee”, zegt Marinus van den Berg in onderstaande beschouwing over euthanasie en zelfgekozen dood. In plaats van eisen en verklaren, van felle woorden en stellige meningen pleit hij voor “luisteren naar de vragen achter de vragen. Niet vooraf weten maar samen ontdekken.”

Ik ben een boerenzoon, geboren in 1947, de oudste van veertien. Mijn ouders hadden koeien, kalveren, varkens, rogge, haver en fruitbomen. De koeien hebben het gewonnen. Mijn ouders waren katholiek zoals mijn hele familie en de school en de kerk. Er waren enkele protestanten in mijn omgeving, waaronder de buren, de huisarts en de veearts. De verhoudingen waren open en hartelijk. Ik kom uit een overzichtelijke wereld waarin voor mij christenen protestanten waren.

Wie nu een wandeling maakt van Heino naar Wijhe, die ziet een boerderij waar varkens vrij kunnen modderen, dat heet biologisch, je ziet woonboerderijen, enkele megastallen, een paar zorgboerderijen, kale maisvelden. En veel hoge heggen en bordjes waarop staat verboden toegang, privéweg en hier waak ik. Er zijn dus heel wat erven waar je niet zo maar mag komen. De wereld is veranderd van coöperaties, naoberschap naar red allereerst jezelf en denkt u aan zelfdoding dan kunt u bellen. U kunt hulp krijgen als u uw hulpvraag kent en uw nummers onthoudt. Wie gaat er nog naar iemand toe en kan stil zijn?

Leven moest

Van euthanasie hoorde ik ook op mijn priesteropleiding nog nauwelijks. Al verscheen toen Medische Macht en medische ethiek van J.H. van den Berg met eerste vragen over de alsmaar toenemende medische mogelijkheden Dat was rond 1970. Op mijn werk in het eerste verpleeghuis heb ik nog gezien hoe dementerenden die weigerden te eten gedwongen werden te eten. Ik onthoud u de taferelen. Leven moest, dood was een failure.

Maar het tij ging keren. Nu worstelen we met de vraag of een dementerende in een verzonken ik-fase nog een mens is. Een vraag die mij werd gesteld. We noemen zo iemand een kasplantje. Ik zei ja, maar wat was de vraag achter de vraag? Die ging over onmacht, pijn en afscheid. Een mens blijft voor mij een mens tot na de laatste adem en vraagt altijd om zorgvuldigheid. Laat ik daarin duidelijk zijn.

Lees het vervolg

bron: debezieling

Niet gecategoriseerd