‘Niet auto, maar oto…’

Zondagsmijmering |

Er zijn meerdere redenen waarom ik een zwak heb voor de schrijver/presentator Adriaan van Dis. Op de eerste plaats natuurlijk vanwege zijn schrijftalent. Maar daarnaast ook om zijn belezenheid, zijn ontwapenende bekaktheid, zijn doorvraag-interviewtechniek en zijn boos-relativerende kijk op veel dingen.

Ik heb nog eens het slot gelezen van een recent interview met hem in de NCR. Voor wie dat gemist heeft citeer ik delen van die slotalinea die begint met de mededeling dat in Van Dis ook een driftig mens zit:
‘Ik ben de hele dag in debat met de radio. Voortdurend bezig om mensen die ‘auto’ zeggen te leren om ‘oto’ te zeggen. Geen beginnen aan. Er zijn nog maar twee mensen die ‘oto’ zeggen: prinses Beatrix en ik. Op school leerde ik nog dat je ‘veurwiel’ moest zeggen. Doet niemand meer’. Ergernis is volgens Van Dis hèt middel tegen Alzheimer. ‘Honderd keer effectiever dan sudoku’s. Ik dwing mezelf om akelig rechtse columnisten te lezen. Want ik wil de geest scherpen. Ga dus vooral nooit rentenieren in Spanje, met elke dag om drie uur ’s middags een fles rosé en De Telegraaf. Dan ben je binnen drie jaar dement. Blijf hier, erger je wild en je wordt gezond stokoud’.  

Het is een advies naar m’n hart. Als ik nog de puf zou hebben om elders te gaan rentenieren dan zou het in Italië zijn. Maar op de Utrechtse Heuvelrug ben ik meer dan tevreden. Rosé drink ik alleen als er niks anders in huis is (en dat gebeurt maar zelden) en na ’n jaartje promotie-abonnement op De Telegraaf heb ik ‘m voorgoed opgezegd. 

Je wild ergeren en desondanks gezond stokoud worden? Voortdurende ergernis lijkt me niet goed vanwege evenredig stijgende bloeddruk. Omdat je ouder wordt hoef je natuurlijk niet alles voor zoete koek te slikken, maar hoort mildheid niet meer bij de ouderdom dan ergernis? Voor je het weet ben je een norse mopperkont en zo wil je toch liever niet herinnerd worden? 

De Vlaamse klassieke zender Klara zond een paar weken geleden gedurende ’n weekeinde de nieuwe Top-100 uit. Luisteraars mochten hun voorkeur opgeven. Het werd uiteraard van alles wat. Ergens in die uitzending werd een gedicht voorgelezen van een luisteraar die de Top-uitzending beluisterde in de keuken. Dat inspireerde hem tot een gedicht waar componisten en ingrediënten elkaar afwisselen. Koken met Klara, een culinair/muzikaal samenspel: 

Bij een nocturne van Chopin
begin ik aan de coq au vin…
Terwijl ik de sjalotten snij
komt er een wals van Strauss voorbij.
Ik hak de knoflook en het spek
bij een kwartet van Janacek.

De champignons zijn aan de beurt
als Wagner om Isolde treurt.
En als Peer Gynt wordt ingezet
sist heel de zwik al in het vet.
Ik bak de kip kortstondig aan
bij heerlijks van Reynaldo Hahn,
waarna er – hé, da’s Offenbach –
een flinke scheut cognac bij mag.

Die ik flambeer, spectaculair
op iets van J. S. Bach, De Air!
Dan voeg ik wijn toe en bouillon
en hoor dat Kol Nidrei begon.
Nu alles smeuïg wordt en zacht
krijt prompt Die Königin der Nacht.

‘k Heb aperitief in petto
Bij ’t vermaarde Adagietto:
een champagne, een exquise!
begeleid door Für Elise
die ineens schrikbarend slinkt
als het Stabat Mater klinkt.
Overheerlijk toch, zo’n Top:
de hele coq au vin is op.

Koken, kokerellen en naar muziek luisteren kan perfect samen. Op de maat van elke mars kun je kordaat en tegelijk subtiel allerlei hakwerk verrichten en het glazuren, bestrijken van alle soorten baksels, of het invetten van schalen, gaat als vanzelf als je dat doet op de maat van de Bolero van Ravel. 

Bezoek blijft een uitzondering, zowel gasten thuis ontvangen als bij anderen op bezoek gaan.  Een enkele keer loop ik bij de buurman binnen. Niet om hem bij wat dan ook te helpen, want hij is vele malen handiger dan ik. Een veelzijdige techneut. Toen ik vorige week belde of ik een momentje langs kon komen zei hij dat hij dat ’t even moeilijk uitkwam want hij was bezig met een aqua-thermische behandeling van keramiek, aluminium en staal in een beperkte omgeving en onder streng toezicht. Poeh!, het klonk indrukwekkend. Tot ik later hoorde dat ‘ie met heet water – samen met z’n vrouw – met de afwas bezig was… 

Ik herken het handschrift van m’n dochter als ik in ’n archiefmap een servetje vind. In haar karakteristieke, keurige handschrift heeft ze een bijna paradijselijk beeld opgeroepen met deze vraag:

                                              Wat
                                           als je je  
                                       kon omringen
                                   met zorgeloosheid
                                         en dat dat      
                                          je ruimte 
                                              was

beeld: unsplash

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *