Meer subsidiariteit binnen de kerk nodig

De katholieke kerk zou het subsidiariteitsbeginsel (dat stelt dat besluiten op een zo laag mogelijk niveau moeten worden genomen) en dat zij zelf heeft uitgedragen, op zichzelf moeten toepassen. Hierop drong de jezuïet Klaus Mertes aan. Deze pater werd in Duitsland bekend om zijn rol in het blootleggen van het misbruikschandaal.

Globalisering heeft de tendens tot centralisatie vergroot. Het hoofdkwartier van de kerk in Rome ontving een overvloed aan vragen uit alle delen van de wereldkerk: “Kan ik dat? Kan hij dat?” Het gevolg is buitensporige eisen, waarschuwde Mertes. “De enige manier om uit deze val te komen, is om consequent de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op zo laag mogelijk niveau neer te leggen… zodat de top niet verstikt.”

De 66-jarige Klaus Mertes SJ was vanaf 2000 eerste rector van de jezuïtische middelbare school Canisius-Kolleg Berlin, waar hij gevallen van misbruik openbaar maakte en een schandaal veroorzaakte, maar ook een golf van herwaardering viel hem ten deel, toen hij directeur was van het St. Blasiencollege in het Zwarte Woud. Tegenwoordig is hij pastor in Berlijn. Dit jaar ontvangt hij de Theologische Prijs van de Salzburg University Weeks voor zijn voortdurend pleidooi voor slachtoffers van misbruik.

“Als St. Ignatius (1491-1556), de stichter van de jezuïetenorde, iets wilde schrijven aan zijn monnik in India, St. Francis Xavierius, dan duurde het anderhalf jaar voordat de brief de geadresseerde bereikte,” merkte Mertes op. “Tegenwoordig is slechts een muisklik nodig. …Het moet mogelijk zijn om in bepaalde landen beslissingen te nemen zonder dat deze wereldwijd door de kerk worden overgenomen. Als alles maar mondiaal wordt beslist en elke culturele pluraliteit wordt ontkend, dan reduceert de kerk zich tot een sektarische kern die zichzelf als de ware kerk beschouwt”, vreest Mertes. 

Synodale Weg Onderwerpen uit het taboe

Op de vraag of de Synodale Weg in Duitsland, getriggerd door de schok na het rapport over seksueel misbruik in de kerk, ergens toe zal leiden, was Mertes optimistisch. De resultaten van het onderzoek maakten duidelijk “dat het probleem van misbruik oorzaken heeft die in het systeem zijn verankerd”. Deze hadden op hun beurt betrekking op kernkwesties “die al decennialang vragen om hervorming”. De jezuïet noemde macht in de katholieke kerk, deelname van vrouwen, seksuele moraal en het begrip van het priesterschap.

Wanneer de belangen van de kerk niet langer boven de belangen van de slachtoffers worden gesteld, rijst de vraag: “Wat kunnen we in onszelf veranderen om het geluid van slachtoffers hoorbaar te maken?” Mertes legde uit dat “hij slechts een paar jaar geleden zich niet had kunnen voorstellen dat katholieke bisschoppen zouden pleiten voor het zegenen van homoseksuele paren, of dat bisschoppen zouden zeggen: de argumenten tegen de toelating van vrouwen tot de priesterwijding zijn voor mij niet langer logisch.” Zelfs als kardinaal Reinhard Marx veraderingen in het kerkelijke bestuure noodzakelijk acht, wijst dit op grote veranderingen. Zijn indruk was “dat, althans in de Duitse kerk, taboekwesties daadwerkelijk zijn verwijderd”, zei Mertes.

De jezuïet heeft er begrip voor dat deze ontwikkeling met een kritisch oog worden bekeken in delen van de universele kerk en vooral in Rome: “Hoe verder het hervormingsproces gaat, hoe dieper de verdeeldheid wordt. Dat kan steeds moeilijker ontkend worden.”

Mertes waarschuwde voor een “hypermoralisatie” van het discours in de kerk en de samenleving als geheel. Het onderscheid tussen goed en kwaad wordt verward met dat tussen goed en slecht. De laatste jaren constateert hij een toenemende verdeeldheid, : “Voor sommigen in de kerk is men meteen een ‘slecht’ mens, een ongelovige, als men twijfelt aan bepaalde standpunten van de katholieke morele leer.”

bron: weekblad “Furche” (actuele uitgave 30/2021).

beeld: https://www.kathpress.at/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *