Vakantieserie: op verkenning in het Vaticaan (2)

deel 2

Frans Wijnands neemt ons verder mee op zijn verkenningstocht door het Vaticaan.

 

 

De paus woont drie hoog, op de hoek…

 

Drie hoog, de hoekvensters rechts. Iedereen die ooit op het Sint Pietersplein in Rome heeft gestaan kan precies aanwijzen waar de paus woont. En wie er ’s zondags is kan het zelf zien, als de paus de ramen van zijn studio, naast zijn slaapkamer open zet – of laat zetten – om de menigte pelgrims, gelovigen en andersdenkenden toe te spreken. Het Angelus, om twaalf uur. Een kort toespraakje; een mix van gebed, actuele toespelingen op het wereldgebeuren en  behartigenswaardige overpeinzingen.

De ene pastorie is de andere niet en ook bisschoppelijke paleizen verschillen vaak hemelsbreed van elkaar wat betreft grootte en inrichting. Het Apostolisch Paleis in Rome – met daarin onder meer het appartement van de paus – is met geen enkel ander bisschoppelijk paleis te vergelijken. Al was het maar omdat je er als bewoner vanuit je slaapkamer zonder inkijk vrij zicht hebt op de Sint Pieter en het Sint Pietersplein. Vroeger hing in alle pastorieën de geur van sigarenrook en verwaaide wierook. Dat was in de tijd van het Rijke Roomse Leven. Pausen wonen rookvrij en wierook is een kerkenlucht die je liever niet moet ruiken in je slaapkamer of eetkamer.

Paus Pius IX werd in 1870 gedwongen naar Vaticaanstad te verhuizen waar hij op de eerste verdieping van het Apostolisch paleis ging wonen. Pas sinds 1903 wonen de pausen wat dichter bij de hemel: drie hoog. Het appartement van de paus is licht, ruim en tegelijk bescheiden. Tien vertrekken waaronder de slaapkamer, badkamer, studio, eetzaal en bibliotheek annex ontvangstruime En natuurlijk de privékapel. Paus Paulus VI liet in 1964 de bezem halen door het pauselijke appartement. De zwaar-barokke meubels gingen er uit en het hele interieur werd lichter, moderner en tegelijk sober.

Nadien heeft de ene na de andere paus wel iets aangepast of veranderd. Zoals de Amerikaanse presidenten dat ook doen als ze in het Witte Huis gaan wonen: ander behang, een ander kleurtje , andere meubels, andere schilderijen. Maar sinds een eeuw hebben er geen ingrijpende verbouwingen plaatsgevonden. Hooguit werden behang en gordijnen vervangen. Of kregen enkele vertrekken een andere bestemming. Johannes Paulus II liet zijn echte privé-vertrekken wit schilderen. En natuurlijk bracht iedere nieuwe bewoner zijn eigen familiefoto’s of favoriete schilderijen mee.

Johannes XXIII erfde de kanarie van zijn voorganger, maar liet – ter herinnering aan zijn tijd als patriarch van Venetië – een Venetiaanse kroonluchter in zijn woonkamer ophangen. Zijn voorganger, Pius XII at altijd alleen. Dus ook aanvankelijk Johannes XXIII. Totdat hij bij de chef protocol informeerde waarom dat eigenlijk was. ‘Ingesteld door de paus’, was diens antwoord. ‘Wel, kijk aan. Nu ben ik paus en kan die regel dus afschaffen’. Sindsdien heeft hij, net als al zijn opvolgers, altijd een paar naaste medewerkers en/of gasten aan tafel gehad.

Paus Benedictus XVI woonde voor zijn uitverkiezing in de Borgo, de volkse wijk vlakbij de Sint Pieter. Hij was er op zijn woon-werk-wandelingen goeie maatjes geworden met een paar zwerfkatten die hij hartelijk in Beiers dialect toesprak. De buurtbewoners hebben hem die poezen mee willen geven, maar dat zagen ze in het Vaticaan toch niet zo zitten… Zelfs de vleugel bleek te groot en dus speelt Benedictus af en toe op een kleinere piano; bij voorkeur Mozart.

Blijft interieur en bekleding van het appartement bij elke pauswisseling grotendeels intact, de keuken verandert met iedere nieuwe paus ingrijpend, althans het menu. De meeste pausen blijken gehecht aan de geuren en smaken van hun geboortestreek of –land. Johannes XXIII liet al kort na zijn verkiezing een aantal nonnen uit zijn geboortestreek rond Bergamo naar Rome komen omdat hij in de Romeinse keuken de nodige pittigheid miste en Johannes Paulus II zette een paar Poolse nonnen in de keuken omdat hij tussen alle soorten pasta door ook wel eens rechttoe-rechtaan Poolse bietensoep wilde eten;  de borsjt met ui, runderbouillon, zure room. En bieten natuurlijk.  Terwijl er nu af en toe Beierse specialiteiten op tafel komen.

 

 

Niet gecategoriseerd