De internationaal vermaarde Nederlandse componist Louis Andriessen, grondlegger van de Haagse School, is vandaag op 82-jarige leeftijd overleden in een woonzorgcentrum in Weesp.
Louis Joseph Andriessen werd op 6 juni 1939 in Utrecht geboren, als lid van een buitengewoon muzikale familie. Zijn vader was Hendrik Andriessen, docent orgel, improvisatie en gregoriaans aan de rooms-katholieke Kerkmuziekschool in Utrecht. In 1934 werd hij organist en dirigent van de Sint-Catharinakathedraal van het Aartsbisdom Utrecht. In interviews zei Louis Andriessen dat hij vanwege het beroep van zijn vader enorm is beïnvloed door de liturgische muziek.
Louis Andriessen was onder meer bijzonder hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. De wetenschappers die Andriessen hadden voorgedragen voor deze functies noemden zijn werk en de rol van de componist eminent, essentieel en een inspiratie voor velen. Hij had veel leerlingen.
Zijn werk vindt erkenning in binnen- en buitenland. De New York Philharmonic bijvoorbeeld zette de al veel gelauwerde Nederlandse componist nog niet zo lang geleden in het zonnetje met het festival The Art of Andriessen.
Andriessen kreeg in 2019 een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam omdat zijn werk zo vernieuwend was. “Hij is een van de grondleggers van de Haagse School, een avantgardistische en minimalistische stroming uit de tweede helft van de vorige eeuw. Ook was hij eind jaren zestig een van de initiatiefnemers van Aktie Notenkraker, waarin een groep Nederlandse componisten zich sterk maakte voor nieuwe muziek”, prees de UvA de musicus, die volgens zijn vrouw vaak zei: “Het gaat niet om mij, maar om de noten.”
In 2018 ging zijn laatste opera in première: Theatre of the World, over de droomwereld van de Duitse jezuïet Athanasius Kircher, de laatste universele renaissancemens.
De laatste compositie is May, een werk voor koor en orkest, op fragmenten uit het gedicht Mei van Herman Gorter.
Zijn meest katholieke werk was Mysteriën, dat hij componeerde in opdracht van het Concertgebouworkest dat het stuk in 2013 uitvoerde. Het was geïnspireerd door ‘De navolging van Christus’ van Thomas a Kempis, het lijfboek van zijn vader. Andriessen nam er zes hoofdstukken uit en interpreteerde die in zes korte deeltjes als “een reeks fresco’s in een kloostergang”.
bron: kro-ncrv.nl/katholiek
beeld: https://donemus.nl