Column april 2014

 Praten over Marokkanen 

Geschrokken en kapot van verdriet was de elf jarige Amin Lachir uit Tilburg. Tijdens het bekijken van het fragment van Wilders op school TV weekjournaal, riep een groot deel van zijn klasgenoot jes van groep 7 ‘Minder, minder, minder’. In de klas hield hij zich groot. Maar thuis brak hij. De vader van Amin denkt dat zijn klasgenootjes niet doorhadden hoe vervelend het voor hem was. Dat denk ik ook. Op school valt nog een wereld te winnen.

Tweede kamerlid Achmed Marcouch (PvdA) wil in de klas gesprekken voeren over het bestaansrecht van Marokkaans-Nederlandse kinderen in Nederland. Geen overbodige luxe getuige het incident in Tilburg. Uit ervaring weet ik hoeveel vooroordelen er tussen leerlingen bestaan. En hoe ongeremd ze soms voor hun mening kunnen uitkomen. Dit geldt zowel voor autochtone als voor allochtone leerlingen. Die gesprekken plotseling heel belangrijk vinden en ad hoc organiseren lijkt me geen goed idee. ‘Vandaag gaan we het eens hebben over het bestaansrecht van Marokkaans-Nederlandse kinderen in ons land’ is vragen om ellende. Neen, het gesprek over identiteit, respect en tolerantie moet altijd plaatsvinden.

Ik heb het regelmatig meegemaakt; en met mij veel docenten vermoed ik. Een leerling die in de klas hardop uitspreekt dat wat hem betreft alle buitenlanders kunnen opsodemieteren. ‘Hoe kun je dat nu zeggen. In de pauze eet je altijd met Rarnazan,’ ‘Ja, maar Ramazan is een goeie Turk: Of een andere leerling die zijn petje niet wil afzetten zolang Zehra haar hoofddoekje draagt. ‘Als je dat per se wilt, jongen, dan mag je van mij ook een hoofddoekje om: Vervolgens gaat het petje af en heeft iedereen plezier. De vader van Amin heeft gelijk. Leerlingen weten vaak écht niet wat ze zeggen. En de soep wordt dikwijls niet zo erg heet gegeten. Maar gevoelige materie blijft het wel. Zeker wanneer de Islam erbij getrokken wordt.

Als leraar geschiedenis en godsdienst heb ik altijd geprobeerd ingewikkelde en gevoelige kwesties klein en persoonlijk te maken. En op die manier in gesprek met de klas de menselijke maat aan te houden. Een mens is namelijk geen statistiek of misdaadcijfer. En het verhaal van Amin gaat ook de meest geharde PVV’er door merg en been. Ik vind het zeker een taak van de school om kinderen dit bij te brengen en ze op te voeden tot democratische burgers. Uiteindelijk is dat maatschappelijk zeker zo belangrijk als begrijpend lezen en inzichtelijk rekenen.

Het maakt me eigenlijk niet zoveel uit of een school nog katholiek genoemd wordt of niet. Een goede school heeft altijd oog voor een gesprek over identiteit binnen de menselijke maat. Daar moet je niet mee beginnen als de emoties de pan uit rijzen. Dan ben je feitelijk te laat.

R.p.

Vreemd genoeg woont de vreemdeling in ons: het is de verborgen kant van ons eigen zelf …

Het vreemde is in mij; we zijn dan ook allen vreemdelingen.