Column mei 2012

Nieuwe adem

‘Ecclesia semper reformanda, de Kerk moet altijd hervormd worden’ is een oud adagium dat door de eeuwen heen van kracht is geweest. Altijd opnieuw waren er hervormingsbewegingen binnen de kerk, althans pogingen daartoe. Maar meestal mislukten ze of werden door de leiding teruggedraaid zoals een halve eeuw geleden gebeurde met de hervormingen die door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) in gang werden gezet. Het adagium duidt echter aan, dat de dynamiek van de hervormingen altijd in de bestaande vormen aanwezig blijft, ook al wordt zij niet steeds geactualiseerd.

 

Eén grote hervorming heeft door de reactie van het instituut kerk tot een ramp geleid, waardoor de Hervorming via Luther een feitelijke breuk betekende die zich vandaag aan de basis gelukkig min of meer aan het herstellen is.

Na de hervormingsbeweging die door het Concilie in gang werd gezet is er binnen de kerk geen gebeurtenis geweest die meer verontrusting en rumoer heeft veroorzaakt dan die van het seksueel misbruik van kinderen. Veel mensen hebben hierdoor de kerk de rug toegekeerd. Wellicht meer dan door de grote Hervorming enkele eeuwen geleden, in ieder geval meer verspreid over de wereld als geheel. De verontwaardiging over het seksueel misbruik heeft wellicht nieuwe adem gegeven aan de hervormingsgezinde bewegingen die binnen de kerk aanwezig zijn. Hun eisen klinken al sinds het Concilie, maar werden telkens weer vanuit de kerkelijke overheid ontkend of doodgezwegen.

Het merkwaardige is dat de eisen van de her-vormingsgezinde bewegingen op een of andere manier in relatie staan tot de problematiek, die in de kwestie van het seksueel misbruik aan de orde kwam. Was het daar de gefrustreerde lichamelijkheid die zijn tol eiste, in de vragen van de hervormingsgezinde bewegingen komen zaken aan de orde die te maken hebben met een evenzeer negatieve kijk op lichamelijkheid, maar dan van bovenaf. Dit is duidelijk in de positie van de vrouw in de kerk en in een verkeerde inschatting van het verplichte celibaat. Vanuit de basisintuïties van het Tweede Vaticaans Concilie pleiten deze en nog meer vragen voor een meer collegiale en democratische kerkordening, voor overleg en inspraak, voor samen gedragen verantwoordelijkheid en voor meer gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen, tussen gewijden en toegewijden.

Onze generatie en de generaties vóór ons hebben verwachtingen geput uit hun verlangen naar een meer seculiere kijk op onze werkelijkheid dan de sacrale die de Kerk nog steeds hanteert. Ik hoop dat de Kerk – dat wil zeggen de leiding – haar ogen opent voor de werkelijkheid die aanwezig is en zulke negatieve gevolgen heeft gehad, maar ook dat zij oog zal krijgen voor de terechte verlangens van de gelovigen aan de basis.

T.B.