Column februari 2012

Een beschamend rapport

Enkele maanden geleden verscheen het rapport Seksueel misbruik bij minderjarigen in de Rooms Katholieke Kerk, opgesteld door drs. Wim Deet­ man op verzoek van de Nederlandse bisschop­ pen en de hogere oversten van de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR). Deetman vroeg vooraanstaande wetenschappers met hem samen te werken, om een verantwoord rapport te kunnen maken. De uitkomsten ervan zijn schrijnend en ingrijpend. Van de kant van de bisschoppen en de religieuzen past een diepe en ernstig gemeende verontschuldiging, die intussen door hen ook gegeven is. Nu na de aanvankelijke explosie het stof wat gezakt is, kunnen de feiten met wat meer zicht bekeken worden.

Er zijn in de pers al vele woorden aan besteed, maar enkele zaken die duidelijk moeten wor­ den gesteld zijn wellicht te veel vergeten. Voor­ eerst is duidelijk, dat het beeld als zou seksueel misbruik van minderjarigen een zaak zijn die primair de r.-k.kerk raakt onjuist is. Door de pers zou die indruk ontstaan kunnen zijn. Sek­sueel misbruik van minderjarigen komt breed voor in de Nederlandse samenleving, zoals de laatste tijd ook gebleken is in o.a. het Amsterdamse kinderdagverblijf ‘t Hofnarretje. Het is ook niet waar dat het misbruik hoofdzakelijk in onderwijsinstellingen binnen de
r.-k.kerk heeft plaatsgevonden. Hier doet zich wel een speci­fiek probleem voor. Het risico dat een kind misbruikt wordt is binnen die instellingen aanzienlijk groter dan daarbuiten, maar dit geldt ook voor zulke instellingen in het algemeen. Waar de pers minstens de schijn wekt dat het probleem een specifiek katholiek probleem is, spreken de feiten dit tegen. Dit doet overigens niets af aan de ernst van het probleem. Seksueel misbruik is binnen de kerk – en nog wel door hen die een dienende taak binnen die kerk hebben – schrijnender dan daarbuiten.

Wellicht is nog erger – wat het rapport vaststelt – dat er sprake was van een kerkelijke cultuur, waarin niet openlijk over seksualiteit en sek­sueel misbruik gesproken werd; de zogeheten zwijg- of doofpotcultuur. Tijd of omstandighe­den kunnen niet als excuus aangehaald worden voor het leed aan kinderen en hun families aan­ gedaan. Aantasting van de lichamelijke en gees­telijke integriteit van iedere mens en zeker van kinderen is altijd verwerpelijk; des te meer als dit gebeurt door priesters en religieuzen.
In onze Kerk is er voor deze praktijk geen plaats. Daarover geen onduidelijkheid. Bij een vermoeden van seksueel misbruik moeten de nodige kerkrechtelijke en civielrechtelijke maat­regelen genomen worden. Het Rapport Deetman dringt daarom aan op zorg en verantwoordelijkheid voor hulp, genoegdoening, openbaar­heid en transparantie jegens de slachtoffers. We moeten Deetman en zijn medewerkers dank­baar zijn, dat zij wat verborgen was aan het licht hebben gebracht. Wat mij betreft, ik voel me langzamerhand wat ongemakkelijk om te bekennen dat ik katholiek ben. Maar Jezus is vanaf het begin gewend aan beschamend gezelschap.

Ton Baeten