column september 2009

Het schip in

20  

Het schip in

 

Begin september las ik op internet, dat bisschop Hurkmans met zijn twaalf nieuw benoemde dekens ‘het schip in ging’ naar Schiermonnikoog, om daar te wandelen en te fietsen. De bedoeling daarvan was, om tot teambuilding te komen met het oog op 2020, wanneer het fusieproces uiteindelijk 57 nieuwe parochies moet opleveren. Merkwaardig dat voor deze operatie de uitdrukking ‘het schip in gaan’ gebruikt wordt. Blijkbaar weten ze op het bisdom niet, wat deze uitdrukking betekent. Het schip in gaan betekent volgens het Van Dale Idioom Woordenboek: ‘Een financiële strop hebben, benadeeld worden’ en meer algemeen ‘verliezen’.
Volgens de eigenlijke betekenis van deze uitdrukking levert het fusieproces dus alleen maar verlies op, verlies van de eigen aard van de 230 parochies, die ons bisdom telt. Natuurlijk is dat door het bisdom niet zo bedoeld. Daar zien ze het verlies eerder als winst. Zonder het zich bewust te zijn mikken ze echter op verlies.

Dat verlies manifesteert zich in de teloorgang van het gezicht van de kerk aan de basis, waar het Godsvolk bezig is zich een eigen plaats te verwerven in het instituut ‘kerk’. Het is de beweging van beneden naar boven, terwijl het instituut blijft vasthouden aan de beweging van boven naar beneden. Uiteindelijk wordt door het fusieproces immers het hiërarchisch model van de kerk gehandhaafd, sterker nog bevorderd. In de gefuseerde parochies moet namelijk Eucharistie gevierd kunnen worden en dat kan alleen als er gewijde voorgangers (priesters) zijn en die zijn er per definitie te weinig. Intussen gaat men finaal voorbij aan het eigen karakter van de parochies, die zelf hun wijze van samenkomen en samen vieren moeten bepalen. De uiteindelijke reden van het fusieproces is dus het gebrek aan priesters en niet het aantal parochies. Feitelijk wordt daarmee het paard achter de wagen gespannen, een oneigenlijke oplossing voor het eigenlijke probleem.

Intussen gaat het fusieproces zijn eigen gang, want wat van bovenaf wordt opgelegd, moet doorgang vinden, wat voor verwoestingen dit ook zal aanrichten. Globaal genomen zal dit proces drie gevolgen kennen. Velen zullen afhaken en niet meer ter kerke gaan, omdat de hoofdkerk te ver weg ligt of omdat men niet de mobiliteit bezit die daarvoor nodig is. Andere goedwillenden zullen die mobiliteit wel bezitten en naar de bedoelde hoofdkerk gaan. Tenslotte zullen er zijn die hun plaatselijke kerk in ere houden en bijeenkomsten beleggen, waarin geen Eucharistie gevierd wordt, maar waar men wel samenkomt, om de eigen gemeenschap te beleven en te vieren, hoe dan ook. Misschien is deze laatste groep wel het meest authentiek. Zij zullen hun eigen waardigheid, roeping en opdracht beleven naar de bedoelingen van de Heer.

Wat voor het bisdom winst lijkt, zal in feite verlies zijn. Zij gaan er – om zijn eigen woorden te gebruiken – het schip mee in. Ik hoop dat er vele gemeenschappen zullen zijn, die zo krachtig zijn dat ze hun eigen gezicht bewaren. Zij zullen zich niet uit het veld laten slaan, maar zelf te velde trekken, om een nieuwe toekomst op te bouwen.

 

TB