God met ons?
Gott mit Uns stond op de koppelriem van Duitse soldaten in de Tweede Wereldoorlog. Niet dat ‘das Reich’ iets met God of godsdienst te maken had of wilde hebben. Maar het is altijd handig God voor je eigen doeleinden te kunnen misbruiken. Saddam Hoessein noemde zich het zwaard van Allah, maar deed alles wat God verboden heeft. President Poetin schijnt van hogerhand te hebben doorgekregen dat Onze Lieve Heer plannen met hem en moedertje Rusland heeft. En er zijn zelfs geestelijken binnen de katholieke kerk met wie God het altijd eens schijnt te zijn.
Het is niet zo ingewikkeld teksten uit welk boek dan ook zó te interpreteren dat ze voor je eigen politieke doeleinden bruikbaar zijn. Zo kun je als jood met de Thora in de hand beweren dat Israël inclusief de Palestijnse gebieden aan jou gegeven is. En dat Palestijnen wier land wordt afgepakt of wier huis wordt platgegooid, eigenlijk indringers zijn die niet zo moeten zeuren. ‘We bellen toch keurig op, wanneer we die bom gaan gooien? Nou dan!’
Als je sommige passages uit de Koran uit hun verband rukt kun je als gelovige moslim ongelovigen en christenen het hoofd afslaan, hele streken plunderen en brandschatten en je nog idealist noemen ook. Bovendien kun je andere moslims proberen uit te roeien, omdat ze een andere interpretatie van de islam voorstaan – en je bovendien politiek gezien in de weg zitten. Toch gemakkelijk als je God voor je karretje kunt-spannen!
In Thora, Bijbel en Koran staan de zogeheten tien geboden. ‘Gij zult niet moorden, gij zult niet stelen en gij zult niet liegen’ bijvoorbeeld. Woorden waar ook niet-gelovigen over het algemeen mee uit de voeten kunnen. Onze ‘gelovige idealisten’, christen, moslim én jood hebben daar wat meer moeite mee. Er staat ook: ‘Gij zult de naam van God niet ijdel gebruiken.’ Dat heeft, wat mij betreft, niets met een verbod op vloeken te maken. Daar staat klip en klaar dat je de naam van God niet voor je eigen doelen mag misbruiken. En dat is precies wat op grote schaal gebeurt.
Ik ben dat geboefte en die ‘idealisten’ zat; van welk geloof dan ook. De Belgische kunstenaar Willem Vermandere heeft het mooi verwoord: ‘Die god van ‘t eigen volk is nen gruwel. Die gott mit uns die tut mir so leit; ‘k geloof niet in een god tot de tanden bewapend, in dieu Ie veut en in god on my side. Zwijg mij van al de wrokkige goden, of het nu Jahweh dan wel Allah is. Die zijn al dood. Vertel ons liever over vriendschap en vrede en ‘t eerlijk delen van ‘t dagelijks brood.’
René Peters