Artikel van de maand

Met de muziek mee of niet

Er is veel trammelant in de kerk onder andere rond het liturgisch liedmateri­aal. Vanuit het veld komen vele reacties. De meest verstandige is wel: ga ge­woon verantwoord door. Enkele brieven dit betreffende volgen hier.

 

Het roer moet om

 

Beste medewerkers van een blad waarmee ik me verbonden voel. Bedankt voor de vele goede artikelen. Met name Huub Schuma­cher spreekt me zeer aan. Zijn ‘geloofsbelij­denis’ uit de vorige Roerom heb ik doorgege­ven aan mijn kinderen die communicanten voorbereiden. Zij lopen net als wij tegen zo­veel dogma’s en onwrikbare stellingnames op, dat ze moeite hebben verder te gaan met een kerk die steeds weer kwetsend en star tegenover goedwillende mensen staat. De uitspraken van met name de heer Mennen over liederen van Huub Oosterhuis hebben me pijn gedaan. De steppe zal bloeien is een van mijn favorieten. Zo hoop- en vertrouw­vol en dat zou niet meer mogen, omdat …God niet ter sprake komt? Het Roer moet Om, als onze ontaarde moeder nog iets wil betekenen voor haar kinderen. Gaan jullie maar door. Iets om je aan vast te houden. Net als aan vele goede wijze pastores en leken (vies woord hè). Bedankt voor zo’n mooi blad. Met vriendelijke groet.

G. v.d. Hurk-Boerakker, Maasbommel

 

 

Uit vuur en ijzer

 

Er zijn liederen die mensen heel graag zin­gen óf geen blik waardig keuren. Uit vuur en ijzer is zo’n lied. Je kunt deze tekst rang­schikken onder de categorie ‘liedjes’ en dit bedoel ik heel positief. Uit vuur en ijzer is een liedje, niet meer en niet minder. Het is geschreven als bruiloftslied met een tekst die je samen kunt zingen voor bruid en brui­degom en natuurlijk ook voor jezelf en an­deren om je heen. Huub Oosterhuis schreef deze tekst op een bestaande melodie. Het zingt over het doel waartoe wij geboren zijn: om mens voor een mens te zijn, wordt alle­man geboren. Deze zin uit de eerste strofe vat het geheel goed samen, want eigenlijk vertelt dit lied niet meer dan dat mensen tot elkaar gaan om lief en leed te delen. Om dit te zingen, heeft Oosterhuis beeldrijke, leuke taal gebruikt: Uit vuur en ijzer, zuur en zout wordt een mens gebouwd. Zoals vuur en ijzer bij elkaar horen, zo horen wij mensen bij elkaar. Vuur loutert ijzer, ijzer heeft vuur nodig om iets moois te worden; zo horen mensen bij elkaar en zijn ze voor elkaar ge­maakt. Zoals zout en zoet niet zonder elkaar kunnen om een evenwichtige smaak te krij­gen, zo hebben mensen elkaar nodig; even vanzelfsprekend als de zee het water nodig heeft.

De tekst van dit liedje zou niet liturgisch zijn. Ik weet dat zo net nog niet. Het ligt er maar aan wat voor liturgie je gewend bent. Uit vuur en ijzer wordt nogal eens misbruikt en te pas en te onpas gezon­gen. Het zingt zo gemakkelijk dat het vaak kritiekloos als slotlied gekozen wordt. Ik denk dat dit lied niet altijd

kan. Het vraagt om een feestelijke sfeer, waarbij het op zijn plaats is om zonder tekst la, la, la, te zingen! De tekst gaat niet over God maar over ons, mensen. De dichter Van Goethe heeft ooit ge­schreven: Liebe ist eine Sache zwischen zwei Menschen und Gott. Als dit waar is, dan is deze tekst genoeg. Dit bewijst trouwens het bijbelboek Hooglied ook heel concreet. Het Hooglied heeft genoeg aan zichzelf, daar hoeft God niet als een aparte grootheid bijgesleept te worden. Hij is er al. Waar vriendschap en liefde, daar is God.

 

Ad. de Keyzer

 

 

Zout van de aarde

 

‘Jullie bent het zout van de aarde’ zegt de Bergrede (Mt. 5,13). Onlangs zijn en­kele geloofsliederen in de ban gedaan. Ze zouden voor de liturgie te werelds of zo zijn. Soms heb ik ook wel eens de vraag of ‘dit leuke lied’ iets toevoegt. Dit overkomt me bij Nederlandstalige maar ook bij liederen in een andere Eu­ropese taal. Ongetwijfeld kunnen ook bij Latijnse teksten vraagtekens gezet worden. Het is goed zo nu en dan lied­teksten tegen het licht te houden. In het Eindhovens Dagblad van 16/3 zegt een dirigent: ‘Sommige liederen zijn wat rij­melarij bij elkaar’. Dit is zeker waar en daarom is het logisch dat het repertoire opgeschoond wordt.

Lezen, schrijven en spelling hebben we op de lagere school geleerd. In de lessen op de middelbare school lag het accent op literatuur. Schrijvers zoals Vondel, Van Duinkerken, Wolkers en anderen werden behandeld. Je leerde daarbij meer dan de zinnen lezen. Door verhalen en nog meer door gedichten te lezen en te her­lezen ging er tussen de regels vaak nog een wereld voor je open. Dichters maken gebruik van symboliek en als je de sym­boliek herkent wordt ‘domme rijmelarij’ een waar kunstwerkje. Door samen met medeleerlingen en je docent een tekst te behandelen kwam de taal tot leven. Je ontdekte dat je de taal die je al jaren sprak eigenlijk maar amper kende.

Het is goed om kritisch naar de teksten te kijken. De liederen die niet meer gezon­gen mogen worden ga ik niet beoordelen. Dit doen pastores en koren wel. Het valt me echter op dat ook Uit vuur en ijzer, zuur en zout van Huub Oosterhuis op het lijstje staat. Als Jezus zegt ‘Jullie zijn het zout der aarde’ en Oosterhuis schrijft ‘Om zout en zoet en zuur te zijn, om mens voor een mens wordt alleman gebo­ren’ dan lijken degenen die het censuur­lijstje hebben opgesteld op de middel­bare school niet bij de les te zijn geweest. Mens voor een mens zijn is toch de naas­tenliefde die de bijbel preekt?

 

Gerrit Coppens

 

Hou vol!

 

De steppe zal bloeien. Een visioen, maar het mag niet meer. Gelukkig zijn er men­sen die er in blijven geloven al is het niet meer dan een gloeiend kool­tje. Ik ontmoet ze ook in De Roerom: Huub Schumachter, Franck Ploum, Peer Verhoeven, Margreet Spoelstra en al die anderen. Roerom: hou vol. Blijf blazen totdat het kooltje vlam vat en de steppe weer gaat bloeien.

 

A. Verheijden, Teteringen