Column maart 2009

20Calvijn (1509-1564) werd vijfhonderd jaar ge­leden te Noyon in Frankrijk geboren als Jean Cauvin. Vandaar dat 2009 in het teken staat van Calvijn zoals hij later is genoemd. Met Luther behoort hij tot de grote hervormers van de zes­tiende eeuw. Al op vierentwintigjarige leeftijd verspreidde hij zijn ideeën in de katholieke kerk van Frankrijk. Koning Frans I zag zijn hervor­mingsideeën echter als een bedreiging voor de eenheid van zijn land, zodat Cauvin naar Zwit­serland moest uitwijken om daar zijn ideeën ge­stalte te geven. Vanaf die tijd staat hij bekend on­der de naam Calvijn. In Genève werkte hij zijn programma verder uit.

De voornaamste verandering bestond in de ka­tholieke cultus vervangen door woorddiensten en psalmen zingen in plaats van Eucharistie vie­ren. Bovendien vormde hij de rijk met beelden versierde kerken om tot sobere gebedshuizen. Hij stelde ook een catechismus samen, die hij aan alle christenen wilde opleggen. Hij liet con­trole uitoefenen op het ethisch gedrag van zijn volgelingen. Het calvinisme kreeg daardoor een streng en somber gezicht. Op den duur ontstond er een gereformeerde gemeente in Genève met een eigen kerkstructuur. Calvijn verkondigde daarin een theologie, die steeds duidelijker af­stand nam van de Romeinse geloofsleer. Tot op de dag van vandaag ligt daarbij het hoofdaccent op de vrijheid van de lokale gemeente.

In het midden van de vorige eeuw gingen er in ons land herenigingen ontstaan van de vele pro­testantse kerken, waaraan zowel de lutherse als de gereformeerde kerken deelnamen. Zij treden naar buiten onder de nieuwe koepelnaam PKN, de Protestantse Kerken in Nederland. Die hereni­ging gebeurt zowel op nationaal als op internati­onaal niveau in een poging in één punt samen te komen, maar waardoor ook de verschillen wor­den blootgelegd. In ieder geval tonen ze de be­reidheid, om steeds meer verantwoordelijkheden over te laten aan bovenregionale niveaus. Op de achtergrond speelt echter de vrees, dat deze over­koepeling tot een superkerk leidt, die beslissingen neemt voor al haar leden. Dat zou het wezen van de gereformeerde kerken aantasten, omdat voor haar de vrijheid van de lokale kerk een ankerpunt is. Deze overkoepeling vindt bovendien een tegen­stander in de vele nieuwe protestantse kerken, die als paddenstoelen uit de grond schieten in de zogeheten pinksterkerken, die weinig oecumenische interesse tonen en nauwelijks gestructureerd zijn. Dit maakt de dialoog tussen de protestantse en ka­tholieke kerk min of meer moeizaam.

De PKN moet echter geprezen worden, omdat zij het proces van eenwording ondanks verzet van binnenuit doorgezet heeft. Moeilijker dan de bila­terale gesprekken is de multilaterale dialoog tus­sen de kerken. Via de Commissie Faith and Order, waaraan ook de katholieke kerk deelneemt, ligter nu een werkdocument op tafel met als titel Het wezen en de zending van de kerk(2005). Hopelijk zal dit document zijn weg naar de eenwording vinden mede ten voordele van de katholieke kerk. Intern is ook zij op zoek naar eenheid, hoewel in haar de meningsverschillen met de andere kerken uitdrukkelijk naar voren komen. De katholieke kerk kan in dit opzicht veel van de PKN leren.

TB.